In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen FlexSpect B.V. en een gedaagde partij, die zonder juridische bijstand procedeerde. FlexSpect, een besloten vennootschap gevestigd te Tilburg, had een overeenkomst gesloten met de gedaagde voor het uitvoeren van een inspectie ten behoeve van het SNA Keurmerk. De overeenkomst werd ondertekend door de gedaagde, die ook de factuur van € 1.306,80, inclusief BTW, voor de uitgevoerde inspectie ontving. De gedaagde heeft echter niet betaald en FlexSpect heeft daarom een vordering ingesteld om betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en incassokosten, te eisen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een overeenkomst met FlexSpect heeft gesloten en dat de inspectie is uitgevoerd zoals afgesproken. De gedaagde voerde verweer aan, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief rente en kosten van de procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde het bedrag moet betalen, ook als hij in hoger beroep gaat tegen deze uitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van het nakomen van contractuele verplichtingen en de gevolgen van het niet betalen van een factuur na het uitvoeren van overeengekomen diensten. De kantonrechter heeft de kosten van de procedure aan de gedaagde opgelegd, omdat hij in het ongelijk is gesteld.