ECLI:NL:RBROT:2021:12423

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 november 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
9228973 CV EXPL 21-17696
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en schadevergoeding in een overeenkomst van opdracht tussen twee installatiebedrijven

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschappen Allround Installatiebureau IMCODA B.V. (eiseres) en Green Installation Group B.V. (gedaagde). IMCODA heeft werkzaamheden verricht voor GIG op basis van een overeenkomst van opdracht, maar GIG heeft de facturen niet tijdig betaald. IMCODA vordert betaling van een bedrag van € 14.294,78, vermeerderd met rente en kosten. GIG betwist de vordering en stelt dat IMCODA gebrekkig werk heeft geleverd, waardoor zij schade heeft geleden. GIG vordert in reconventie een schadevergoeding van € 19.068,00, als gevolg van de ondeugdelijke uitvoering van de werkzaamheden door IMCODA. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er sprake is van een overeenkomst van aanneming van werk. De rechter heeft GIG toegelaten tot bewijslevering over de gestelde gebreken in de uitvoering van de werkzaamheden door IMCODA. De uitspraak is gedaan op 26 november 2021, en de verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9228973 CV EXPL 21-17696
uitspraak: 26 november 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Allround Installatiebureau IMCODA B.V.,
gevestigd in Noordhoek,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders te Heerenveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Green Installation Group B.V.,
gevestigd in Bleiswijk,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. V.E. Loesberg te Den Haag.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘IMCODA’ en ‘GIG’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 3 mei 2021, met producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
  • het tussenvonnis van 9 augustus 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in de voorwaardelijke eis in reconventie.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2021. Namens IMCODA zijn [naam 1], [naam 2] en [naam 3] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van IMCODA. Namens GIG is verschenen [naam 4], bijgestaan door de gemachtigde van GIG. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten toegelicht en over en weer op elkaars standpunten gereageerd, waarbij de gemachtigde van GIG een pleitnota heeft voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens zitting is besproken.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op vandaag.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt, voor zover van belang, uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
IMCODA houdt zich bezig met het installeren en ontwerpen van elektra, zoals (duurzame) verwarming, zonnepanelen, verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur.
2.2
GIG is een onderneming die zich bezighoudt met de handelsbemiddeling in machines en technische benodigdheden, alsmede advisering op het gebied van verduurzaming door middel van warmtepompen, zonnepanelen, warmte-terug-win installaties (WTW installaties), elektrische installaties (E-installaties) en water- en rioolinstallaties (W-installaties).
2.3
Bij het project van GIG in [plaatsnaam 2] was als opdrachtgever [naam 5] (tevens handelend onder de handelsnaam [handelsnaam]) (hierna: [naam 5]) betrokken. [naam 5] heeft op 17 november 2020 aan GIG, voor zover van belang, het volgende bericht:

(…) Een aantal zaken:
Hoe zit het met de HWA die nog afgemaakt moet worden. We kunnen nu niet verder.
Ik begrijp helemaal niets van alle lichtpunten etc. die gemaakt zijn in de algemene ruimten.
De douchegoten, zoals aangegeven zijn die dus gewoon verkeerd gesteld. Een veel duidelijkere installatie handleiding bestaat er volgens mij niet en de video zegt ook meer dan genoeg.
De goten zijn te ver van de wand gesteld. [link]
Ik heb geen idee hoe ik dit nu weer moet gaan oplossen. Dus dat mogen jullie doen. (…)”.
2.4
IMCODA heeft in reactie hierop op 18 november 2020 als volgt gereageerd:

In de bijlage zit een electrische tekening omtrent uitleg van de verlichting.
De afvoer in de badkamer is volgens de beschrijving gemonteerd. De beschrijving zit in 1 van de dozen van de jongens. Hij staat iets verder van de muur omdat er in verschillende badkamers nog vermicelliplaten nog gemonteerd moest worden.
Dit is allemaal in overleg gebeurd met de aannemer.”.
2.5
Op 18 november 2020 heeft [naam 5] aan GIG, op de e-mail van IMCODA, als volgt gereageerd:

Wat een lul verhaal. Wat zijn vermicelliplaten???
En dat is zeker niet in overleg met mij gegaan.”.
2.6
Op 27 januari 2021 heet GIG naar IMCODA onderstaand bericht gestuurd:

Het project [plaatsnaam 1] betreffende de warmtepompen dient deze week klaar te zijn. Zou jij hiervoor kunnen zorgdragen? Graag vandaag antwoord hierop.
Er is inmiddels genoeg fout gegaan hier en de bewoners willen erin gaan wonen, dit komt onder meer door de bij jou bekende oorzaken.
Dit om eventuele aansprakelijkheden van te laat opleveren voor te zijn.
Ik ga ervan uit dat je dit tijdig regelt.”.
2.7
In reactie hierop heeft IMCODA op 27 januari 2021 als volgt gereageerd:

Ik zit al een week te wachten op hoe de status is van het vullen van glycol en het vullen/aansluiten van het water. Ik neem aan dat dit intussen geregeld is? De klus wordt morgenochtend als eerste opgepakt. De oorzaak is bij jou ook bekend.
Dat de elektricien verkeerde kabel heeft getrokken en de verkeerde automaten geplaatst heeft is bij iedereen bekend. En dat de onderverdeler een te lichte kabel had in eerste instantie waardoor we het op een andere plaats hebben aangesloten.
Dit was al in het begin van het project aangegeven door ons. Waarmee niets gedaan is. En dat we het toch opgelost hebben dat bedoel je?
Waarvoor we mijn uren hebben laten vervallen om jou kosten te ontzien dat bedoel je? Morgenochtend werken we klus deze af!”.
2.8
GIG heeft op haar beurt op 27 januari 2021 daar als volgt op gereageerd:

Het werk is door jullie tot op heden uitgevoerd, dus ook het afvullen zullen jullie moeten doen. Het glycol is daar aanwezig, kan dan ook gevuld worden.
De warmtepomp moet deze week gewoon operationeel zijn.
2.9
In reactie hierop heeft IMCODA op 28 januari 2021 het volgende gestuurd:

Nee het afvullen moeten we niet doen.
Jij hebt aangegeven dat [naam 6] het waterzijdige gedeelte zou doen en wij het elektra.
Dus gaan wij dat niet doen. Als er problemen zijn met het waterzijdige gedeelte is dat niet ons probleem.
Wij weten de status niet van de installatie.
Wij gaan daar ook geen verantwoording voor dragen.
Elektrisch maakt [naam 7] het vandaag af en als er geen water op staat dan kan hij het niet in bedrijf stellen.
Glycol is niet nodig om hem te laten werken.”.
2.1
IMCODA heeft GIG op 28 januari 2021 ten aanzien van de warmtepomp als volgt bericht:

Helaas is gebleken dat de installatie niet gevuld is met water. Ondanks dat we het telefonisch afgesproken hadden. Zoals ik eerder aangegeven heb gaan wij het systeem niet vullen. Tevens blijkt dat de voedingskabel die getrokken is door de elektricien een storing vat. Deze kabel heeft kortsluiting bij het inschakelen van de automaat terwijl deze niet aangesloten is. Deze kabel dient vervangen te worden.
Wil je dit systeem laten draaien dan hoort de elektricien die de kabel gelegd heeft (dit zijn niet wij) deze kabel te vervangen. Als je wilt dat wij dit uitvoeren verneem ik dit graag. Maar dit wordt volgende week ivm met onze planning. Deze klus heb ik klanten voor af moeten zeggen om dit te vandaag af te ronden. Helaas kunnen we het niet opleveren. Alles hebben wij zo ver klaar. Op de sluiting in de kabel na. Alles is al dicht en vol en hoe we dit op moeten lossen is de vraag. Vermoedelijk een nieuwe kabel graven naar de meterkast.”.
2.11
Op 1 februari 2021 heeft IMCODA GIG een herinnering gestuurd ten aanzien van de nog openstaande facturen en verzocht deze uiterlijk 5 februari 2021 te betalen.
2.12
In reactie hierop heeft GIG aan IMCODA op 4 februari 2021 laten weten alleen de facturen te betalen die geen verband hebben met de projecten in [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 2]. De reden daarvoor is dat er nog steeds problemen zijn met de elektra op beide projecten.
2.13
IMCODA heeft op 5 februari 2021 onderstaand bericht gestuurd naar GIG:

Na telefonisch overleg hebben we het volgende afgestemd:

Rf ventilatie gaat [naam 8]/[naam 9] oplossen. Dit houdt in dat zij via een handleiding de afstandsbediening met de duco box laten communiceren.

De ventielen gaan [naam 8]/[naam 9] plaatsen.

De stringen van de zonnepanelen worden gemeten door [naam 8]/[naam 9] zodat alle stringen kloppen.
Eventuele problemen op het dak worden door hen opgelost. Daarna kunnen wij alle omvormers aan zetten. Verder doen we daar niets aan, hebben we niet in opdracht aangenomen.

De kookplaten sluiten wij aan maar wij nemen geen verantwoording, zijn niet aansprakelijk voor evt. schade aan de kookplaat-/printplaat.

We komen alleen als alle materialen aanwezig zijn. We komen niet op de dag dat ze bezorgd worden maar een dag erna zodat we zeker weten dat alles er op tijd is:
o
De algemene verlichtingsarmaturen moeten aanwezig zijn (met ingebouwde bewegingsmelders)
o
Noodverlichting is aanwezig dus dan kunnen we alles afmonteren.
o
Er moet internetkabel aanwezig zou zijn voor het intercom systeem.

Wij ([naam 10] en [naam 7]) komen maar één dag om deze dingen op te lossen. Er komt geen dag 2, past niet meer in onze planning.
We zijn bereid om bovenstaande punten z.s.m. op te lossen.
Verder willen we nog benadrukken dat we telkens problemen die door anderen zijn veroorzaakt oplossen of opgelost hebben. Dat deden we omdat we dachten voor een goede klant te werken en om je uit de brand te helpen. We hebben ons altijd bereidwillig opgesteld. Onze samenwerking is al jaren gebaseerd op een inleenconstructie die je kunt samenvatten onder “uurtje factuurtje”. Al jaren rekenen we de uren per week af en ondanks je vaak te late betaling rekende je ze uiteindelijk ook gewoon af. De herstelwerkzaamheden aan de warmtepomp die [naam 10] in de Kerstvakantie heeft uitgevoerd hebben wij uiteraard niet in rekening gebracht. Voor [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 2] geldt dat we oorspronkelijk voor een paar dagen/weken zijn ingehuurd. We zijn inmiddels een maand of vier verder… In die periode hebben we gedaan wat is gevraagd, volgens de informatie (hoe summier en gebrekkig ook) die we hebben gekregen.
De facturen die nog open staan willen we uiterlijk maandag op onze rekening zien, want op maandag aan het eind van de dag geven we ze uit handen aan de deurwaarder, waarbij de kosten zoals in een eerdere mail genoemd voor jouw rekening komen. De uren zijn gemaakt en het werk da tin die uren is uitgevoerd moet netjes en tijdig betaald worden.”.
2.14
In aanvulling hierop is op 5 februari 2021 het volgende nog aan GIG bericht:

Even over [plaatsnaam 1]:
De elektrische installatie was volgens [naam bedrijf 1] goed aangesloten. De wijze waarop wij de installatie veranderd hebben in overleg met jou, was goed. De installatie werkte namelijk, op een sluiting in de noodvoeding na. De klant bleek achteraf niet akkoord met de manier waarop we het opgelost hebben i.v.m. met zijn zwembadinstallatie. Nu heeft [naam 9] alles veranderd in opdracht van de klant en nu zijn er problemen. Dat komt omdat de klant iets wil dat technisch niet werkt maar waar jullie wel gehoor aan hebben gegeven. Aan deze werkzaamheden kunnen wij niets doen. Alles is in overleg met jou gegaan. En de klant wilt het anders hebben, nadat wij de installatie goed werkend hebben achtergelaten. De kosten voor de gevolgen van de wijzigingen aangebracht door een andere elektricien zijn uiteraard niet voor ons.
[naam 9] heeft de fase niet goed verdeeld. Na zijn gedane aanpassingen werkte het systeem niet. Wat blijkt nu (na een fot die wij van [naam 9] kregen via de app) is dat er aardlek automaten zijn gebruikt waarbij de nullen aan elkaar verbonden zijn in de warmtepomp. Hierdoor klappen de aardlekschakelaars uit.
Dit is logisch omdat de nullen van verschillende aardlekschakelaars af komen. Deze hebben invloed op elkaar. Ik heb [naam 9] het juiste schema gestuurd zoals hij het aan moet sluiten, waardoor het wel werkt. [naam 9] heeft net te weinig kennis van dit soort zaken blijkt nu wel.
Warmtepomp 2 staat al correct ingesteld. En warmtepomp 1 draaide gewoon. Na dit goed aan te sluiten zullen beide systemen goed werken.
[naam 7] hoeft er niet langs om hem in bedrijf te stellen want dit heeft hij al gedaan. [naam 9] houdt contact met mij totdat het draait. Graag zien we de facturen alsnog betaald.
Als het draait dan is alles opgelost. Voor de assistente en het maken van schema’s voor [naam 9] sturen we voor [plaatsnaam 1] nog een factuur. Op de punten m.b.t. [plaatsnaam 2] ontvang je nog een reactie van ons.
2.15
Naar aanleiding van de op 8 maart 2021 gestuurde sommatie heeft GIG op 22 maart 2021, voor zover van belang, als volgt gereageerd:

(…)Werk [plaatsnaam 1]:
o
De E-installatie was in eerste instantie niet conform de richtlijnen van de fabrikant aangelegd en aangesloten IMCODA heeft deze volgens hen opnieuw aangelegd (hiervan de kosten naar mij toe gefactureerd), echter ook dat was niet goed en is later door een extern installateur opnieuw aangelegd.
o
De ventilatiekanalen waren niet geïsoleerd waar dat wel moest. Ook daar heb ik een extern bedrijf dit laten doen.
Werk [plaatsnaam 2]:
o
De aarding van de E-installaties was niet aangelegd. Dit is deels door een extern bedrijf uitgevoerd en deels door IMCODA zelf.
o
De waterleidingen die door IMCODA waren aangelegd, waren niet afgeperst waardoor er een behoorlijke lekkage is ontstaan wat ik heb moeten laten herstellen.
o
De bekabeling van de intercom waren ze vergeten aan te leggen. Dit h bik later moten laten uitvoeren waardoor de plafonds open gemaakt moesten worden en na sluiting opnieuw gestukadoord.
Het totale schadebedrag op reële basis komt neer op € 19068,00 incl. btw. (hierin zijn niet opgenomen, alle aan mij belaste schade uren, en hun eigen facturen op basis van herstelwerkzaamheden van hun eigen fouten).
Ik stel IMCODA dan ook aansprakelijk voor het schadebedrag welke in het overzicht is opgenomen. Mocht er geen reëel voorstel komen vanuit IMCODA, dan zal ik het dossier uit handen geven aan het Legal Office om dit verder af te handelen. (…)”
2.16
In reactie hierop heeft de gemachtigde van IMCODA op 14 april 2021 als volgt gereageerd:

Standpunt
Zij geven aan dat zij alleen arbeid hebben geleverd. Zij hebben geen project aangenomen dan wel doelen of termijnen gesteld. Tot het laatste moment hebben zij zich meewerkend opgesteld. Zij zijn bereid geweest werkzaamheden te verrichten mits de daarvoor bestemde materialen daadwerkelijk geleverd zouden worden. Zij hebben naar hun mening voldaan aan hun inspanningsverplichting en daarbij ook hun werk goed gedaan. De schade waarover wordt gesproken is niet door hun personeel veroorzaakt. (…)”.
2.17
IMCODA heeft GIG de onderstaande facturen gestuurd, die tot op dit moment onbetaald zijn gebleven:
Factuurdatum:
Factuurnr:
Factuurbedrag:
Locatie:
Omschrijving
7 december 2020
2020200
€ 2.187,53
[plaatsnaam 1]
Werktuigbouwkundige werkzaamheden, installatiewerkzaamheden, week 48 + reiskosten.
15 december 2020
2020212
€ 2.105,86
[plaatsnaam 1]
Werktuigbouwkundige werkzaamheden, installatiewerkzaamheden, week 50 + reiskosten.
30 december 2020
2020219
€ 1.915,28
[plaatsnaam 1]
Werktuigbouwkundige werkzaamheden, installatiewerkzaamheden, week 51 + reiskosten.
20 januari 2021
2100004
€ 745,00
[plaatsnaam 1]
Installatiewerkzaamheden week 53 + reiskosten.
20 januari 2021
2100005
€ 2.254,84
[plaatsnaam 1]
Installatiewerkzaamheden week 1 + reiskosten
20 januari 2021
2100007
€ 2.444,15
[plaatsnaam 2]
Installatiewerkzaamheden week 2 + reiskosten
20 januari 2021
2100006
€ 1.231,36
[plaatsnaam 1]
Installatiewerkzaamheden week 2 + reiskosten
5 februari 2021
2100018
€ 121,00
[plaatsnaam 1]
Voor het verlenen van telefonische assistentie aan [naam 9]. Probleem vaststellen, het maken van een nieuw schema, instructie voor het oplossen van het probleem op afstand, telefonische controle na uitvoering door [naam 9].
9 februari 2021
2100019
€ 181,50
[plaatsnaam 1]
Voor het verlenen van telefonische assistentie d.d. 8 februari 2021 m.b.t. het ontstane probleem in [plaatsnaam 1]. Opzoeken instellingen voor de warmtepomp, vaststellen status warmtepomp, lokaliseren probleem, [naam 9] telefonisch door het instellingenmenu leiden.

3..De vordering in conventie

3.1
IMCODA vordert in conventie bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, GIG te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 14.294,78, primair vermeerderd met de wettelijke handelsrente, dan wel subsidiair vermeerderd met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling, met veroordeling van GIG in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft IMCODA naast de hiervoor genoemde vaststaande feiten - zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang - het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1
IMCODA heeft in opdracht van GIG op basis van ‘uurtje factuurtje’ onder andere in week 48 van 2020 tot en met week 2 van 2021 werkzaamheden verricht voor de projecten van GIG in [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 2]. GIG is, ondanks herhaalde aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van het ter zake door haar aan IMCODA verschuldigde bedrag van in totaal € 13.186,52.
3.2.2
Door de wanbetaling van GIG zag IMCODA zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke incassokosten te maken. De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bedraagt € 906,87 en komt voor rekening van GIG.
3.2.3
Verder maakt IMCODA primair vanaf 6 januari 2021, dan wel subsidiair vanaf de dag dat GIG in verzuim is tot de dag van volledige betaling aanspraak op de wettelijke handelsrente over de openstaande hoofdsom. Vanaf 6 januari 2021 tot de dag van dagvaarding bedraagt de verschenen rente € 201,39.

4..Het verweer in conventie

4.1
Het verweer van GIG strekt tot afwijzing van de vordering. Zij heeft, voor zover nu van belang, aangevoerd dat GIG IMCODA heeft ingeschakeld voor het uitvoeren van verschillende werkzaamheden voor een project in [plaatsnaam 1] en een project in [plaatsnaam 2]. Voor de werkzaamheden rekende IMCODA een uurtarief van € 45,00 exclusief btw. GIG leverde de benodigde materialen en IMCODA was verantwoordelijk voor het leveren van werknemers. Achteraf is gebleken dat de door IMCODA uitgevoerde werkzaamheden gebrekkig zijn uitgevoerd. De door IMCODA gevorderde facturen zijn werkzaamheden die IMCODA heeft uitgevoerd om de eigen gebreken te herstellen; GIG is deze kosten niet verschuldigd. Als tekortkomende partij was IMCODA immers gehouden om haar fouten (kosteloos) recht te zetten. De kosten voor het alsnog correct nakomen van de overeenkomst zijn op grond van artikel 6:74 BW in samenhang met artikel 7:759 BW voor IMCODA zelf, als tekortschietende partij. De facturen die op de oorspronkelijke werkzaamheden zien, heeft GIG allemaal betaald.
4.2
Voor het project in [plaatsnaam 1] zou IMCODA zorgdragen voor het (elektrisch) aansluiten van twee warmtepompen. Dat hield onder meer in dat de warmtepompen werden aangesloten in de meterkast en dat de warmtepompen operationeel opgeleverd zouden worden. IMCODA kreeg de warmtepompen echter niet werkend. Gebleken is dat de elektriciteitsinstallatie niet conform de geldende richtlijnen door IMCODA is aangelegd en aangesloten. Omdat de warmtepompen niet werkten, heeft IMCODA een extra kabel aangelegd terwijl een elektricien van de opdrachtgever had aangegeven dat het vermogen van de elektriciteitsaansluiting een extra kabel niet aankon. GIG heeft IMCODA op 27 januari 2021 aangeschreven om de gebreken aan de warmtepompen te herstellen en het werk af te maken. Volgens IMCODA behoorden de betreffende werkzaamheden echter niet tot hun opdracht, waardoor zij niet verplicht waren om aan het verzoek mee te werken. Door de handelswijze van IMCODA was GIG genoodzaakt [naam bedrijf 2] voor € 45,00 exclusief btw per uur in te schakelen om de warmtepompen op de juiste manier aan te sluiten. Tot slot merkt GIG over het project in [plaatsnaam 1] op dat de laatste twee door IMCODA gestuurde facturen (2100018 en 2100019) zien op het verstrekken van informatie over een door IMCODA aangelegde installatie. IMCODA heeft zonder enige communicatie voor deze facturen een hoger uurtarief gerekend.
4.3
Bij het project in [plaatsnaam 2] zou IMCODA in vijf appartementen en de centrale ruimtes zorgdragen voor de aanleg van de E-installaties (waaronder begrepen intercomsystemen), de W-installaties en ventilatiesystemen. Op het moment dat de netbeheerder de appartementen aan wilde sluiten, heeft deze geconstateerd dat er geen aardingsvoorzieningen waren aangebracht. Voor de aansluiting van de waterinstallatie zijn door IMCODA verkeerde watermeters gebruikt. Ook waren de waterleidingen niet gebeugeld. Verder heeft GIG geconstateerd dat er door IMCODA in geen van de appartementen een intercom was aangebracht. IMCODA is door GIG aangeschreven en in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen. IMCODA heeft echter niet gereageerd op dit verzoek. Door de handelswijze van IMCODA was GIG genoodzaakt [naam bedrijf 2] voor € 45,00 exclusief btw per uur in te schakelen om de gebreken bij dit project te verhelpen. Op het moment dat de werkzaamheden bijna waren afgerond, kwam IMCODA alsnog opdagen om de werkzaamheden af te ronden. Naast de hierboven genoemde gebreken in de uitvoering van de werkzaamheden is door deze gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden waterschade ontstaan. De door IMCODA aangelegde waterleidingen waren namelijk niet afgeperst. De kosten voor het herstellen van de waterschade bedragen € 6.000,00.

5..De vordering in reconventie

5.1
GIG vordert in reconventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, IMCODA:
  • primair te veroordelen tot betaling van € 19.068,00 (inclusief btw), primair vermeerderd met de wettelijke handelsrente, althans subsidiair de wettelijke rente vanaf 29 juli 2021 tot de dag van betaling;
  • subsidiair te veroordelen tot betaling van € 4.773,22 (inclusief btw), primair vermeerderd met de wettelijke handelsrente, althans subsidiair de wettelijke rente vanaf 29 juli 2021 tot de dag van betaling;
beide vorderingen met veroordeling van IMCODA in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling.
5.2
Aan haar vordering heeft GIG naast de hiervoor genoemde feiten - zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang - het volgende ten grondslag gelegd.
5.3
Op het moment dat de vordering in conventie wordt afgewezen en dus geen verrekening kan plaatsvinden, vordert GIG primair een bedrag van € 19.068,00 (inclusief btw) aan schadevergoeding. Op het moment dat in conventie enig bedrag voor toewijzing in aanmerking komt, dient dat bedrag subsidiair verrekend te worden met de vordering van GIG op IMCODA.
5.4
Door het handelen van IMCODA, het niet herstellen van veel gebreken en/of het ondeugdelijk herstellen, is IMCODA als tekortschietende partij op grond van artikel 6:74 BW jo artikel 7:759 BW aansprakelijk voor de schade die GIG heeft geleden. De totale schade van GIG bedraagt € 19.068,00 inclusief btw. De schade bestaat uit het inschakelen van andere partijen om de gebreken te herstellen en de kosten die verband houden met een aanzienlijke lekkage die is ontstaan ten gevolge van de door IMCODA gebrekkig uitgevoerde werkzaamheden. Vanaf januari 2021 is IMCODA gewezen op de verschillende gebreken en aangemaand om de gebreken te herstellen. Op 5 februari 2021 heeft IMCODA aan GIG bericht nog één dag werkzaamheden uit te voeren. Voor GIG was op dat moment duidelijk dat IMCODA haar verplichtingen niet zou nakomen. IMCODA heeft in dat bericht daarnaast uitdrukkelijk aangegeven akkoord te zijn gegaan met het uitvoeren van de resterende werkzaamheden door [naam bedrijf 2] Zodoende heeft GIG [naam bedrijf 2] dan ook ingeschakeld om de werkzaamheden af te ronden.

6..Het verweer in reconventie

6.1
Het verweer in reconventie van IMCODA strekt tot niet-ontvankelijkheid, dan wel afwijzing van de vordering. Zij heeft, voor zover nu van belang, aangevoerd dat anders dan GIG pretendeert, volgens IMCODA geen sprake was van (onder)aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 lid 1 BW. Er was slechts sprake van het feitelijk inlenen van personeel. Om deze reden factureerde IMCODA ook eenvoudigweg voor ‘elektrotechnische en/of werktuigbouwkundige werkzaamheden’, aangezien zij geen leiding gaf aan het ingeleende personeel. Alle werkzaamheden zijn ook uitgevoerd met de door GIG aangeleverde materialen en (soms ook) gereedschappen. Het was dan ook GIG die bepaalde hoe de werknemers werden ingezet. Primair stelt IMCODA dan ook dat GIG zelf verantwoordelijk is voor werkzaamheden die niet (geheel) juist door de werknemer van IMCODA zouden zijn uitgevoerd. Zij stonden immers onder leiding, dan wel toezicht van GIG. De door GIG gestelde aansprakelijkheid van artikel 7:759 BW treft dus geen doel, nu geen sprake is van het aannemen van werk.
6.2
Overigens betwist IMCODA met klem dat de werkzaamheden die door haar werknemers zijn uitgevoerd niet juist zouden zijn uitgevoerd. GIG draagt daarvoor de bewijslast. Voor zover enige schade zou komen vast te staan, betwist IMCODA dat deze schade is toe te rekenen aan één van haar werknemers. Zoals GIG ook zelf in haar communicatie aangeeft, is de geconstateerde schade veroorzaakt door anderen. Ten slotte en voor zover enige sprake zou zijn van aansprakelijkheid aan de zijde van IMCODA, hetgeen zij met klem betwist, dan is aan IMCODA niet, althans onvoldoende de gelegenheid geboden om de gestelde gebreken te herstellen. Voor wat betreft de verschillende schadeposten wordt in de beoordeling, voor zover van belang, het verweer van IMCODA verder aangehaald en toegelicht.
6.3
Voor zover IMCODA enig bedrag aan GIG zou moeten betalen, merkt IMCODA op dat de vordering van GIG niet juist is. Het is een feit van algemene bekendheid dat over schadevergoedingen geen btw kan worden geheven. Nu GIG in haar schadestaatberekening enkel bedragen inclusief btw heeft genoemd, is de vordering van GIG niet (voldoende) bepaalbaar en dus niet toewijsbaar. Ook merkt IMCODA op dat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. GIG vordert immers een schadevergoeding en geen betaling tot vergoeding van handelstransacties. Slechts de gevorderde wettelijke rente zou in zo’n geval toewijsbaar kunnen zijn.
6.4
Een beroep op verrekening kan niet slagen. IMCODA betwist dat sprake is van een opeisbare vordering, waardoor niet is voldaan aan de eisen van artikel 6:127 lid 2 BW. Ten overvloede merkt IMCODA ook nog op dat niet is voldaan aan de eis van artikel 6:136 BW. De vordering van GIG is immers niet op eenvoudige wijze vast te stellen en komt dan ook niet voor verrekening in aanmerking.

7..De beoordeling

7.1
Gelet op de nauwe samenhang tussen de vordering in conventie en in reconventie zullen deze vorderingen hierna gezamenlijk worden beoordeeld.
7.2
Om te kunnen vaststellen welke wettelijke bepalingen op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn, zal de kantonrechter eerst ingaan op de juridische kwalificatie.
7.3
Partijen zijn het niet eens over de kwalificatie van de overeenkomst. IMCODA stelt dat sprake is van een inleenconstructie en volgens haar zijn de bepalingen van artikel 7:400 e.v. BW derhalve van toepassing. Daar tegenover heeft GIG betoogd dat de tussen partijen gesloten overeenkomst gekwalificeerd moet worden als een aanneming van werk, waar de bepalingen titel 12 van boek 7 BW op van toepassing zijn. De kantonrechter is van oordeel dat de facturen die zien op de periode van 7 december 2020 tot en met 20 januari 2021 behoren bij een overeenkomst die moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van aanneming van werk en de laatste twee facturen van 5 en 9 februari 2021 behoren bij een overeenkomst die gekwalificeerd moet worden als een overeenkomst van opdracht. Daartoe is het hiernavolgende redengevend.
Facturen 2020200, 2020212, 2020219, 2100004, 2100005, 2100007, 2100006
7.3.1
GIG zou, conform de tussen hen gesloten overeenkomst, aan IMCODA de benodigde materialen leveren en vervolgens zou IMCODA de werkzaamheden uitvoeren. De werkzaamheden hebben voor het project in [plaatsnaam 1] bijvoorbeeld bestaan uit het zorgdragen voor het (elektrisch) aansluiten van twee warmtepompen. Dit hield onder meer in dat de warmtepompen werden aangesloten in de meterkast. Verder bestonden de werkzaamheden in [plaatsnaam 2] uit het zorgdragen voor de aanleg van de E-installaties (waaronder begrepen intercomsystemen), W-installaties en ventilatiesystemen ten behoeve van vijf appartementen en de centrale ruimtes van het pand. Het monteren en aansluiten van de verschillende onderdelen en het vervolgens werkend krijgen van het op te leveren product, waaronder ook de werkzaamheden zoals deze door IMCODA zijn uitgevoerd en die hierboven kort zijn beschreven, zijn aan te merken als aanneming van werk in de zin van artikel 7:750 lid 1 BW. Onder het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard wordt volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 7:750 BW immers ook begrepen het bewerken van een al eerder tot stand gebracht werk. Het behoeft dus niet te gaan om een door de aannemer te vervaardigen nieuwe zaak. Het gegeven dat – zoals IMCODA stelt – de werkzaamheden werden uitgevoerd met door GIG aangeleverde materialen c.q. gereedschappen en de medewerkers instructies kregen van GIG maakt niet dat geen sprake kan zijn van aanneming van werk.
Facturen 2100018, 2100019
7.3.2
De werkzaamheden die zijn gedeclareerd in de facturen van 5 en 9 februari 2021 zijn naar het oordeel van de kantonrechter niet te kwalificeren als aanneming van werk. Deze moeten worden gekwalificeerd als werkzaamheden die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken, als bedoeld in artikel 7:400 lid 1 BW. Bij deze werkzaamheden heeft IMCODA immers alleen op afstand instructies gegeven, waardoor niet gezegd kan worden dat er is van het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard.
7.4
Nu de kwalificatie van de verschillende overeenkomsten vaststaat, is de vraag of GIG de facturen die IMCODA in dit verband heeft gestuurd verschuldigd is. Tussen partijen staat niet ter discussie dat IMCODA werknemers, waarop de onder 2.17 genoemde facturen betrekking hebben, aan GIG ter beschikking heeft gesteld, dan wel op afstand instructies heeft verleend, althans werkzaamheden heeft verricht voor de projecten in [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 2]. Het staat ook vast dat GIG per uur een bedrag verschuldigd was en ook de hoeveelheid uren is door GIG niet betwist. GIG is in beginsel dan ook gehouden om de openstaande facturen aan IMCODA te betalen, tenzij de door GIG gedane tegenvordering toewijsbaar is en/of haar verweer slaagt. Daarvoor is van belang om te beoordelen of de afzonderlijk in rekening gebrachte werkzaamheden verschuldigd zijn. Partijen verschillen immers van mening over het antwoord op de vraag of de werkzaamheden door IMCODA zouden moeten worden uitgevoerd en, zo ja, of IMCODA is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Project [plaatsnaam 2]
7.5
Bij het project in [plaatsnaam 2] gaat het volgens GIG om meerdere werkzaamheden die IMCODA zou hebben uitgevoerd of zou hebben moeten uitvoeren. De tussen partijen overeengekomen afspraken zijn zeer summier op papier gezet. Nu de overgelegde e-mailwisselingen onvoldoende duidelijkheid geven over de overeengekomen afspraken, komt het grotendeels aan op bewijslevering. Daarbij merkt de kantonrechter op, dat bij aanneming van werk weliswaar een resultaatverbintenis tot stand komt, maar dat daarbij wel van belang is hoe gedetailleerd de opdrachtgever de eisen formuleert waaraan het werk moet voldoen, alsmede de mate waarin zij de aannemer keuzevrijheid laat bij het realiseren van het werk. Als ondeugdelijke uitvoering te wijten is aan fouten of gebreken in de door de opdrachtgever verstrekte plannen/tekeningen, komen de gevolgen in beginsel voor haar eigen rekening.
7.6
Voor wat betreft de stellingen van GIG dat (1) IMCODA gehouden was om de aardingsvoorzieningen die nodig waren voor de E-installatie en (2) de intercominstallaties in de verschillende appartementen aan te brengen, dat (3) GIG ten gevolge van het door IMCODA bij de aansluiting van de waterinstallatie gebruiken van verkeerde watermeters en het niet beteugelen van de waterleidingen schade ter hoogte van € 653,40 heeft geleden en dat (4) door het niet afpersen van de door IMCODA aangelegde waterleidingen een grote lekkage is ontstaan en dat IMCODA derhalve toerekenbaar tekort zou zijn geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, rust - gelet op de gemotiveerde betwisting door IMCODA van deze stellingen - op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op GIG (als de zich op een rechtsgevolg van haar stellingen beroepende partij) de bewijslast van de door haar gestelde feiten. GIG zal dan ook worden toegelaten tot bewijslevering zoals onder de beslissing staat vermeld.
Project [plaatsnaam 1]
7.7
Bij het project in [plaatsnaam 1] gaat het volgens GIG om werkzaamheden die zien op de warmtepompen en het na-isoleren van de aangelegde ventilatiekanalen. Ook hier geldt dat de tussen partijen overeengekomen afspraken zeer summier op papier zijn gezet. Nu de overgelegde e-mailwisselingen onvoldoende duidelijkheid geven over de overeengekomen afspraken, komt het ook bij het project [plaatsnaam 1] aan op bewijslevering.
7.8
Voor wat betreft de stellingen van GIG dat (1) IMCODA in weerwil van de tussen partijen gemaakte afspraken de aangelegde warmtepompen niet werkend kreeg en dat (2) tussen partijen is afgesproken dat IMCODA de aangelegde ventilatiekanalen zou na-isoleren, waardoor IMCODA toerekenbaar tekort zou zijn geschoten in de tussen partijen gesloten overeenkomst, rust - gelet op de gemotiveerde betwisting door IMCODA van deze stellingen - op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv op GIG (als de zich op een rechtsgevolg van haar stellingen beroepende partij) de bewijslast van de door haar gestelde feiten. GIG zal dan ook worden toegelaten tot bewijslevering zoals onder de beslissing staat vermeld.
7.9
In afwachting van de uitkomst van de eventuele bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

8..De beslissing

De kantonrechter:
laat GIG toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat het voor IMCODA duidelijk was dat de aardingsvoorzieningen bij het project in [plaatsnaam 2] door IMCODA moesten worden aangebracht, dat het uitvoeren van deze werkzaamheden gebrekkig is geweest en dat de daaruit voortvloeiende schade € 5.227,20 bedraagt;
laat GIG toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden dat voor het project in [plaatsnaam 2] de schade met betrekking tot de aansluiting van de waterinstallatie door het gebruiken van verkeerde watermeters en het herstel dat daarvan aan de waterleiding heeft moeten plaatsvinden € 653,40 bedraagt;
laat GIG toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat het voor IMCODA bij het project in [plaatsnaam 2] duidelijk was dat de intercominstallaties in de vijf appartementen door IMCODA moesten worden aangebracht, dat het uitvoeren van deze werkzaamheden gebrekkig is geweest en dat de daaruit voortvloeiende schade € 4.138,20 bedraagt;
laat GIG toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat voor het project in [plaatsnaam 2] de door IMCODA uitgevoerde werkzaamheden gebrekkig is geweest, omdat IMCODA de waterleidingen niet had afgeperst en dat de daaruit voortvloeiende schade € 6.000,00 bedraagt en voor rekening en risico van IMCODA komt;
laat GIG tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat voor het project in [plaatsnaam 1] de door IMCODA uitgevoerde werkzaamheden ten aanzien van de warmtepompen gebrekkig is geweest en dat de daaruit voortvloeiende schade € 1.742,40 bedraagt en voor rekening en risico van IMCODA komt;
laat GIG toe tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat het voor IMCODA duidelijk was dat het na-isoleren van de aangelegde ventilatiekanalen bij het project in [plaatsnaam 1] door IMCODA moest worden uitgevoerd, dat het uitvoeren van deze werkzaamheden vergeten was en dat de daaruit voortvloeiende schade € 1.306,80 bedraagt;
bepaalt dat:
  • GIG op de rolzitting van
  • en indien zij dit bewijs schriftelijk wenst te leveren zij bij die gelegenheid de op het bewijsthema betrekking hebbende stukken direct in het geding moet brengen;
  • en indien zij dit bewijs wenst te leveren door het doen horen van getuigen zij bij akte opgave moet doen van het aantal en de personalia van de door haar voor te brengen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden januari, februari en maart 2022, zodat vervolgens een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald;
wijst GIG erop dat namen en woonplaatsen van eventueel voor te brengen getuigen tenminste zeven dagen vóór het te houden getuigenverhoor schriftelijk aan de kantonrechter en de wederpartij moeten worden aangezegd;
bepaalt dat GIG te zijner tijd zelf zorg moet dragen voor behoorlijke oproeping van de eventueel voor te brengen getuigen;
bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam ten overstaan van de hierna genoemde kantonrechter;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en uitgesproken op een openbare terechtzitting.
44485