4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Hij op 14 april 2021, te [plaatsnaam 1] , tezamen en in vereniging met een ander,
een voorwerp, te weten een geldbedrag, totaal 160.900 EUR,
voorhanden
heeftgehad, terwijl hij, verdachte en zijn mededader, wisten dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
2.
hij op 14 april 2021, te [plaatsnaam 1] , tezamen en in vereniging met een ander, tweewapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten - een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk Glock 19 type Gen 4 kaliber 9 mm, en twee patroonmagazijnen,
en
daarbij horende munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie III te weten
29 kogelpatronen, kaliber 9 mm,
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk Zastava type M57 kaliber 7.62 × 25 mm (7.62 tokarev), en een patroonmagazijn,
En daarbij horende munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie III te weten 9 kogelpatronen kaliber 7.62 × 25 mm (7.62 tokarev), voorhanden heeft gehad.
3.
hij op 14 april 2021 te [plaatsnaam 1] , tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk heeft vervoerd,
- ongeveer 4910,8 gram, van een materiaal
bevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
- 50,5 50,5 gram,
van een materiaalbevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.