Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officieren van justitie
- vrijspraak van het primair tenlastegelegde feit, te weten het medeplegen van de invoer van circa 803 kilo en circa 750 kilo cocaïne binnen Nederland;
- bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde feit, te weten het medeplegen van handelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet om het invoeren van cocaïne in Nederland voor te bereiden of te bevorderen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
4..Waardering van het bewijs door de rechtbank
best wat risico willen nemen als daar wat tegenover staat’. Daarnaast heeft hij tegen [naam medeverdachte 2] gezegd ‘
dat je het er zelf toch niet uit kan halen' en ‘
er werd geroepen dat het in een paar sporttassen zat, maar dat als je kijkt wat er opgepakt is, zit dat niet in sporttassen’. De verdachte heeft gezien deze gesprekken kennis van de strafbare inhoud van de containers.
heeft gesprokenover het vinden van een chauffeur maar
nietdat hij daar
daadwerkelijkuitvoering aan heeft gegeven door bijvoorbeeld chauffeurs te benaderen.