In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 december 2021 uitspraak gedaan in een vordering van NS Reizigers B.V. tegen een gedaagde die een NS Flex Weekend Vrij-abonnement had aangeschaft. De eiser, NS Reizigers B.V., heeft gesteld dat de gedaagde een bedrag van € 71,49 niet heeft betaald, dat bij factuur van 29 maart 2020 in rekening was gebracht. NS vordert naast de hoofdsom ook rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00, alsook de kosten van de procedure. De gedaagde heeft de vordering niet betwist, maar heeft in zijn schriftelijke reactie een betalingsregeling van € 20,00 per maand voorgesteld. De kantonrechter heeft echter geconstateerd dat de gedaagde, die studeert en geen baan heeft, niet in staat is om deze regeling na te komen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat betalingsonmacht geen reden is om de vordering af te wijzen, aangezien de gedaagde het abonnement bij NS heeft gekocht en dus verplicht is om te betalen. De vordering van NS is toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en rente. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van in totaal € 111,49 aan NS, vermeerderd met wettelijke rente, en moet ook de proceskosten vergoeden. Het verzoek van NS om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren is afgewezen, omdat hoger beroep niet mogelijk is gelet op de hoogte van de vordering.