ECLI:NL:RBROT:2021:12331

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 december 2021
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
9433182
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van NS-abonnement door NS Reizigers B.V. tegen gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 december 2021 uitspraak gedaan in een vordering van NS Reizigers B.V. tegen een gedaagde die een NS Flex Weekend Vrij-abonnement had aangeschaft. De eiser, NS Reizigers B.V., heeft gesteld dat de gedaagde een bedrag van € 71,49 niet heeft betaald, dat bij factuur van 29 maart 2020 in rekening was gebracht. NS vordert naast de hoofdsom ook rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00, alsook de kosten van de procedure. De gedaagde heeft de vordering niet betwist, maar heeft in zijn schriftelijke reactie een betalingsregeling van € 20,00 per maand voorgesteld. De kantonrechter heeft echter geconstateerd dat de gedaagde, die studeert en geen baan heeft, niet in staat is om deze regeling na te komen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat betalingsonmacht geen reden is om de vordering af te wijzen, aangezien de gedaagde het abonnement bij NS heeft gekocht en dus verplicht is om te betalen. De vordering van NS is toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en rente. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van in totaal € 111,49 aan NS, vermeerderd met wettelijke rente, en moet ook de proceskosten vergoeden. Het verzoek van NS om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren is afgewezen, omdat hoger beroep niet mogelijk is gelet op de hoogte van de vordering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9433182 CV EXPL 21-29951
uitspraak: 31 december 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NS Reizigers B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend zonder juridische bijstand.
Partijen worden hierna ‘NS’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de dagvaarding met producties van 24 augustus 2021;
  • de schriftelijke reactie daarop van [gedaagde];
  • de conclusie van repliek met één productie van 2 november 2021;
  • de schriftelijke reactie daarop van [gedaagde] met één productie.

2..Het geschil en de beoordeling daarvan

2.1
NS stelt dat [gedaagde] bij haar een NS Flex Weekend Vrij-abonnement heeft gekocht. NS heeft hiervoor bij factuur van 29 maart 2020 € 71,49 bij hem in rekening gebracht. [gedaagde] heeft dit bedrag echter niet betaald. NS vordert daarom veroordeling van [gedaagde] tot betaling van dit bedrag, met rente, € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
2.2
[gedaagde] betwist de vordering niet. Hij lijkt in zijn reactie op de dagvaarding een betalingsregeling van € 20,00 per maand voor te stellen - NS stemt op zich ook in met een regeling van € 20,00 per maand -, maar de kantonrechter begrijpt uit wat [gedaagde] schrijft tegelijkertijd ook dat hij op voorhand al zegt een regeling van € 20,00 per maand niet na te kunnen komen omdat hij nog studeert, geen baan heeft en meerdere schuldeisers.
2.3
De kantonrechter wijst de vordering van NS toe inclusief de buitengerechtelijke kosten en de rente. [gedaagde] kan het, schrijft hij, weliswaar niet betalen maar betalingsonmacht is geen reden om een vordering af te wijzen. [gedaagde] heeft dat abonnement immers bij NS gekocht en als iets wordt gekocht moet dat nu eenmaal betaald worden. [gedaagde] kan een baan zoeken en contact opnemen met de deurwaarder om alsnog afspraken te maken over een betalingsregeling.
2.4
[gedaagde] krijgt ongelijk in deze zaak. Hij moet daarom de door NS voor deze zaak gemaakte kosten betalen. Omdat de conclusie van repliek niet inhoudelijk over de zaak gaat, hoeft [gedaagde] voor die conclusie geen salaris voor de gemachtigde te betalen.
2.5
NS vordert dit vonnis ‘uitvoerbaar bij voorraad’ te verklaren. Dit betekent dat als in hoger beroep wordt gegaan tegen dit vonnis, [gedaagde] in de tussentijd wel alvast aan de veroordelingen moet voldoen. Omdat hoger beroep gelet op de hoogte van de vordering niet mogelijk is, heeft het echter geen zin om deze vordering van NS toe te wijzen.

3..De beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] om € 111,49 aan NS te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over € 71,49 vanaf de dag dat de dagvaarding is uitgebracht (24 augustus 2021) tot aan de dag waarop [gedaagde] de vordering helemaal betaald heeft;
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de kant van NS vastgesteld op € 102,15 aan kosten voor de dagvaarding, € 126,00 aan griffierecht en € 37,00 aan salaris voor haar gemachtigde;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.P. van Gastel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686