Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[betrokkene 1],
[betrokkene 2],
1..De procedure
- de dagvaarding met producties van [eiser] van 22 februari 2021;
- de conclusie van antwoord met producties en een conclusie van eis in het incident van [gedaagde] van 1 juni 2021;
- de conclusie van antwoord in het incident (en een voorwaardelijke conclusie van eis in het incident) van [eiser] van 29 juni 2021;
- het vonnis in het incident van 30 juli 2021 als gevolg waarvan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] in deze zaak betrokken zijn geraakt;
- het vonnis van 27 september 2021 waarin een mondelinge behandeling van de zaak is bepaald;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 4 november 2021 met daaraan gehecht de pleitnota van de gemachtigde van [eiser] en [betrokkene 1] en de door de vrouw van [eiser] tijdens de mondelinge behandeling voorgelezen verklaring van [eiser].
2..De feiten
17 september 1999, hierna te noemen: ‘erflater’, en van [erflaatster], overleden op 9 juni 2009, hierna te noemen: ‘erflaatster’. [eiser], [betrokkene 1] en [gedaagde] hadden nog een broer, [naam], maar hij is overleden. [betrokkene 2] is zijn dochter. [gedaagde] is executeur van de nalatenschap van erflaatster en in die hoedanigheid in deze procedure betrokken.
3..Het geschil
4..De beoordeling
“Deze boedelbeschrijving behoeft alleen aanpassing met betrekking tot de waarde van het onroerend goed te [plaatsnaam] (…)”.Ook staat daarin dat door deze
‘ene wijziging’de vordering van de vier kinderen op erflaatster opnieuw moet worden berekend. Dit betreft slechts
‘een geringe aanpassing’ van de boedelbeschrijving, verder niets. En dan is het klaar. De kantonrechter gaat dus niet mee in de uitleg die [gedaagde] aan de woorden geeft, namelijk dat, vrij vertaald, na aanpassing van de waarde van de woning alles weer open ligt. Dat zegt het Hof namelijk simpelweg niet. Als [gedaagde] dit eigenlijk al niet begrepen had, had zij dit wel zo móeten begrijpen. Het verweer wordt daarom verworpen.