Uitspraak
[naam veroordeelde],
Opgelegde straf
Vordering
Onderzoek van de zaak
24 november 2021.
Beoordeling
vrijheidsstraf dat niet ten uitvoer is gelegd, alsnog gedeeltelijk, te weten voor een periode van 75 dagen, moet worden ondergaan.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 24 november 2021 uitspraak gedaan over de gedeeltelijke herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van een veroordeelde. De veroordeelde was op 10 april 2021 voorwaardelijk in vrijheid gesteld na een gevangenisstraf van vier jaar, opgelegd door een Duitse rechtbank. Bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling waren bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een inspanningsverplichting voor het verkrijgen van een dagbesteding. Op 5 november 2021 heeft het Openbaar Ministerie een vordering ingediend tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling voor 150 dagen, omdat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechter-commissaris heeft op 9 november 2021 de schorsing van de voorwaardelijke invrijheidstelling bevolen.
Tijdens de openbare terechtzitting op 24 november 2021 zijn de officier van justitie en de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. De raadsman pleitte voor een beperking van de herroeping tot 30 dagen, verwijzend naar de recente werkgelegenheid van de veroordeelde. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de veroordeelde moeilijk te sturen is, afspraken slecht nakomt en geen openheid van zaken geeft. De reclassering heeft aangegeven dat er geen mogelijkheden voor gedragsverandering zijn en dat het recidiverisico onvoldoende kan worden beperkt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de veroordeelde verwijtbaar de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd en heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank gelastte dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling voor een periode van 75 dagen wordt herroepen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is op dezelfde dag uitgesproken.