Uitspraak
geboren te [geboorteplaats A] op [geboortedatum A] ,
Rechtbank Rotterdam
Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van [persoon A]. Deze terbeschikkingstelling was eerder gelast bij vonnis van 27 juli 2016, in verband met ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige. De rechtbank ontving op 21 juni 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De rechtbank heeft de behandeling van deze vordering aangehouden om aanvullend rapport van een psychiater te verkrijgen. Op de zitting van 3 november 2021 zijn de officier van justitie, de ter beschikking gestelde en een deskundige gehoord.
De psychiater, [persoon C], adviseerde in zijn rapport van 19 oktober 2021 om de terbeschikkingstelling niet te verlengen. Hij concludeerde dat de ter beschikking gestelde goed had geprofiteerd van de behandeling en dat het recidiverisico laag was. De reclassering steunde dit advies in hun rapport van 8 juni 2021, waarin werd gesteld dat de ter beschikking gestelde zijn leven in balans had en dat hij op vrijwillige basis gesprekken bij de forensische polikliniek De Tender wilde voortzetten.
De officier van justitie en de ter beschikking gestelde hebben beiden de afwijzing van de vordering bepleit. De rechtbank oordeelde dat niet meer voldaan werd aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de maatregel en wees de vordering van de officier van justitie af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.