ECLI:NL:RBROT:2021:12205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
10/031442-99
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige geestelijke stoornissen

Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [persoon A], die sinds 2000 onder terbeschikkingstelling staat na een veroordeling voor moord. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De ter beschikking gestelde verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting en heeft te maken met ernstige geestelijke gezondheidsproblemen, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft de adviezen van verschillende deskundigen in overweging genomen, die allen hebben geadviseerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de behandeling en resocialisatie meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende termijn bij een verlenging van slechts één jaar. De rechtbank heeft de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord, maar heeft geen aanleiding gezien om van het uitgangspunt van een verlenging van twee jaar af te wijken. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot beroep binnen veertien dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/031442-99
Datum uitspraak: 3 november 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[persoon A](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats A] ( [geboorteland A] ) op [geboortedatum A] ,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting,
LFPZ locatie Zeeland (de instelling),
raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ‘s-Gravenhage.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 3 april 2000 is de terbeschikkingstelling van
[persoon A] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van moord. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 18 april 2000.
Bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 februari 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 23 september 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 3 november 2021 behandeld.
De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde (via Skype), bijgestaan door de raadsman, en de deskundige de heer [persoon B] (via Skype), werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 18 augustus 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het rapport houdt onder meer het volgende in.
De ter beschikking gestelde is gediagnosticeerd met schizofrenie en een autismespectrumstoornis.
Tijdens zijn behandeling is ter beschikking gestelde in 2010 gerecidiveerd. De delicten komen voort uit frustraties die de ter beschikking gestelde heeft opgedaan in het contact met hulpverleners, waarbij de agressie gericht wordt op andere personen dan de personen waar hij boos op is, hetgeen de kans op herhaling groot maakt. Doordat praktisch iedereen een potentieel slachtoffer kan worden wordt het risicomanagement ernstig bemoeilijkt. Verlofgang is tot op heden niet mogelijk geweest.
Op 28 september 2020 heeft een zorgconferentie plaatsgevonden. Alle deelnemers zijn het met elkaar eens dat er eerst getracht zal moeten worden meer zicht te krijgen op de denk- en belevingswereld van de ter beschikking gestelde, voordat de mogelijkheden tot een verlofkader dan wel uitstroom besproken kunnen worden. Voor nu worden die namelijk niet gezien.
De komende periode wordt, ondanks de complexe problematiek en zijn belaste verleden, bezien of en hoe eventueel stappen richting begeleid verlof gezet zouden kunnen worden. Daarvoor is van belang dat er meer zicht is op zijn denk- en belevingswereld en meer kennis komt bij de begeleiding over signalen die kunnen wijzen op toenemende spanning zodat een adequaat risicomanagement vormgegeven kan worden. De prognose is en blijft somber. Ondanks intensieve investering van het behandelteam blijft de ter beschikking gestelde moeilijk in te schatten en onvermogend om opbouwende frustraties of spanningen op tijd aan te geven. Het behandelteam is dan ook van mening dat het nog lange tijd zal duren voor de mogelijkheden onderzocht zijn.
Advies psychiater
Psychiater [persoon C] adviseert in het rapport, gedateerd 14 augustus 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het rapport houdt onder meer het volgende in.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een stoornis in het autismespectrum, alexithymie en schizofrenie. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt, zonder het kader van de maatregel en zonder toezicht, als hoog ingeschat.
Advies psycholoog
Psycholoog [persoon D] adviseert in het rapport, gedateerd 30 september 2021, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Het rapport houdt onder meer het volgende in.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie en een autismespectrumstoornis.
Het recidive risico wordt als matig-hoog ingeschat.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben primair bepleit de maatregel met een jaar te verlengen en dan niet een plaatsvervanger, maar de eigen behandel-coördinator als deskundige op zitting te horen. Subsidiair hebben de ter beschikking gestelde en de raadsman zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling. Het is van belang dat er duidelijkheid komt over de uitkomst van het onderzoek door het CCE (het Centrum voor Consultatie en Expertise) en de daaruit voortvloeiende zorgconferentie.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Uitgangspunt is dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank ziet in de zaak van de ter beschikking gestelde geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en is evenmin van oordeel dat de voortgang van de behandeling en resocialisatie een rechterlijke toetsing na een jaar noodzakelijk maakt.
Dat het CCE-onderzoek, dat al in november 2020 is aangevraagd, binnen die termijn mogelijk is afgerond maakt dat niet anders omdat het vervolgtraject naar verwachting nog lange tijd in beslag neemt. Wel bevreemdt het de rechtbank dat uit de stukken noch op de zitting is gebleken wat de status is van het aangevraagde CCE-onderzoek en waarom dat nog niet is afgerond. Het is in het belang van de ter beschikking gestelde dat hierover snel duidelijkheid komt en dat de zorgconferentie die naar aanleiding van het CCE-onderzoek gepland zou worden, ook daadwerkelijk wordt gepland.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. A.M.G. van der Kragt en L.B. Esser, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.