Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest in het Verenigde Koninkrijk en Nederland;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met de aangeefster [naam aangeefster] en een locatieverbod voor [plaatsnaam] met een omtrek van 10 kilometer daaromheen, voor de duur van 2 jaren met 2 weken vervangende hechtenis per overtreding.
4..Waardering van het bewijs
tegen de wilvan de aangeefster, zoals zij heeft verklaard, maar door de verdachte wordt ontkend. De aangeefster heeft verklaard dat zij is vastgepakt en vastgehouden, op het bed is gedwongen, haar kleding is uitgetrokken en dat zij niets tegen de twee mannen kon beginnen. Voorts heeft zij verklaard dat, toen de seksuele handelingen plaatsvonden, zij meerdere keren heeft gezegd dat zij dit niet wilde en dat ze moesten ophouden, zij het heeft uitgeschreeuwd van de pijn en constant heeft gehuild.
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
de benadeelde partij
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 augustus 2001 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
de benadeelde partij [naam benadeelde]te betalen
€ 10.000,- (hoofdsom
, zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
€ 10.000,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor maximaal
85 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;