Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam opposante] , te [plaats] , opposante,
Procesverloop
Overwegingen
Betalingsonmacht griffierecht.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 december 2021 uitspraak gedaan in het verzet van opposante tegen een eerdere uitspraak van 12 februari 2021. De rechtbank had in die eerdere uitspraak het beroep van opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het verschuldigde griffierecht niet tijdig had voldaan. Opposante heeft in verzet aangevoerd dat zij door persoonlijke omstandigheden tijdelijk op een ander adres verbleef en daardoor veel post, waaronder de aanmaningen voor het griffierecht, niet heeft ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat opposante gedwongen in het stelsel Bewaken en Beveiligen is opgenomen en op een anoniem adres is ondergebracht. Een aan haar toegewezen contactpersoon had de nota griffierecht en herinneringen verstuurd, maar deze zijn niet doorgestuurd naar opposante. De rechtbank oordeelt dat het niet redelijk is om de fouten van de contactpersoon aan opposante toe te rekenen, waardoor het verzet gegrond is verklaard. De eerdere uitspraak van 12 februari 2021 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De rechtbank wijst erop dat opnieuw griffierecht zal worden geheven en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, aangezien niet is gebleken dat opposante kosten heeft gemaakt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.