In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het witwassen van een bedrag van bijna 9.000 euro en het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel. Tijdens de zitting op 19 november 2021 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 12 maanden eiste, maar de rechtbank uiteindelijk een straf van 6 maanden oplegde.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel een vuurwapen van categorie III en 13 kogelpatronen voorhanden had, en dat hij wist dat het geldbedrag van 8.585 euro afkomstig was uit een misdrijf. De rechtbank vond het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en het witwassen van crimineel vermogen zeer ernstig, omdat dit de veiligheid van personen in gevaar brengt en de integriteit van het financieel verkeer ondermijnt. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat meegewogen werd in de strafmaat.
De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, met de bepaling dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. Daarnaast werd het in beslag genomen geldbedrag van € 8.585,- verbeurd verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en de jongste rechter was niet in staat het vonnis mede te ondertekenen.