ECLI:NL:RBROT:2021:12109

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
10-158123-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van geldbedrag en voorhanden hebben van vuurwapen met munitie

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het witwassen van een bedrag van bijna 9.000 euro en het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel. Tijdens de zitting op 19 november 2021 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 12 maanden eiste, maar de rechtbank uiteindelijk een straf van 6 maanden oplegde.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel een vuurwapen van categorie III en 13 kogelpatronen voorhanden had, en dat hij wist dat het geldbedrag van 8.585 euro afkomstig was uit een misdrijf. De rechtbank vond het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens en het witwassen van crimineel vermogen zeer ernstig, omdat dit de veiligheid van personen in gevaar brengt en de integriteit van het financieel verkeer ondermijnt. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat meegewogen werd in de strafmaat.

De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, met de bepaling dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. Daarnaast werd het in beslag genomen geldbedrag van € 8.585,- verbeurd verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en de jongste rechter was niet in staat het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-158123-21
Datum uitspraak: 3 december 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel
te Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. J.W. Vedder, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 november 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Sondermeijer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest;
  • verbeurdverklaring van het geldbedrag van € 8.585,-.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk/type CZ P-07 kaliber 9mm x19 en (bijbehorende) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de Categorie III te weten 13 kogelpatronen, kaliber 9mm x19, voorhanden heeft gehad;
2
hij op 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel een geldbedrag van 8585 euro , voorhanden had, terwijl
hij wist dat dit voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie

2..

Witwassen.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregel

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een bedrag van bijna 9.000 euro witgewassen en daarnaast een vuurwapen met bijbehorende munitievoorhanden gehad. Het vuurwapen alsmede het geldbedrag zou verdachte uit goede wil voor een ander in bewaring hebben genomen en lagen in zijn slaapkamer in de woning waar hij met zijn moeder en twee zusjes verbleef. Dat neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk. Het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens met bijbehorende munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik. Voorts tast witwassen de integriteit van het financieel en het economisch verkeer aan en ondermijnt de legale economie. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd.
Verder houdt de rechtbank rekening met het uittreksel uit de justitiële documentatie van
29 september 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank – naast het voorgaande – ook acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen geldbedrag verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
Het in beslag genomen geldbedrag zal worden verbeurd verklaard nu het bewezen verklaarde feit 2 daarmee is gepleegd.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en munitie.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2: een geldbedrag van € 8.585,-
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,
en mrs. A. Bonder en C.C. Peterse, rechters,
in tegenwoordigheid van C.A. van den Houwen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 december 2021.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk/type CZ P-07 kaliber 9mm x19 en/of (bijbehorende) munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van de Wet wapens munitie, van de Categorie III te weten 13 kogelpatronen, kaliber 9mm x19, voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 17 juni 2021 te Capelle aan den IJssel, van een voorwerp, te weten een geldbedrag van (in totaal ongeveer) 8585 euro de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende was en/of wie dit voorwerp daadwerkelijk) voorhanden had dan wel heeft gehad, en/of heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van dit voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl
hij wist dat dit voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;