ECLI:NL:RBROT:2021:121
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening en opschorting in erfrechtelijke geschillen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een geschil in het erfrecht tussen de executeur van de nalatenschap van mevrouw [naam erflaatster] en de gedaagde, die een schuld van € 100.000,- aan de nalatenschap heeft. De rechtbank heeft eerder een tussenvonnis uitgesproken waarin is vastgesteld dat de gedaagde een schuld heeft aan de nalatenschap. De eiseres, in haar hoedanigheid als executeur, heeft gevorderd dat de gedaagde deze schuld zou betalen. De gedaagde heeft echter een beroep gedaan op verrekening en opschorting van de betaling, omdat hij recht heeft op een erfdeel uit de nalatenschap dat hoger is dan de schuld die hij heeft. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de toepasselijkheid van de Faillissementswet op de verrekening en de omstandigheden waaronder de gedaagde zijn schuld kan opschorten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde terecht een beroep op verrekening kan doen, omdat zijn schuld aan de nalatenschap en zijn recht op een erfdeel uit dezelfde nalatenschap voortkomen. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 6 januari 2021.