ECLI:NL:RBROT:2021:11923
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven na bedreiging met vuurwapen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, na te zijn bedreigd met een vuurwapen op 16 juni 2020. De Commissie had de eiser een uitkering van € 2.500,- toegekend, maar dit bedrag viel onder letselcategorie 2 volgens de Letsellijst. Eiser was van mening dat zijn letsel ernstiger was en dat hij in aanmerking kwam voor een hogere uitkering uit letselcategorie 3. De rechtbank oordeelde dat de Commissie terecht had geoordeeld dat er onvoldoende medische onderbouwing was voor de stelling van eiser dat zijn letsel ernstiger was dan vastgesteld. Eiser had geen medische informatie overgelegd die zijn claim ondersteunde, ondanks dat hij aangaf onder behandeling te zijn voor psychisch letsel. De rechtbank benadrukte dat de Commissie beoordelingsvrijheid heeft bij het toekennen van uitkeringen en dat de rechtbank terughoudend moet toetsen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, omdat er geen aanleiding was voor een hogere uitkering dan was toegekend. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.