Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de inleidende dagvaarding van 1 november 2019, met producties;
- het verstekvonnis van 15 januari 2020 met zaak-/rolnummer 585951 / HA ZA 19-1066;
- de verzetdagvaarding van 26 februari 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord in verzet, met producties;
- de conclusie van repliek in verzet.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
welis gebeurd. Dat had wel van hem mogen worden verwacht, zeker tegen de achtergrond van het vaststaande feit dat hij een transactieaanbod van het Openbaar Ministerie heeft geaccepteerd en gelet op het oordeel van de kantonrechter in de zaak van de echtgenote. Tegen deze achtergrond moet als vaststaand worden aangenomen dat het is gegaan zoals [naam eiser] heeft gesteld, dat wil zeggen dat [naam gedaagde] [naam eiser] in een nekklem heeft genomen en zijn hoofd tegen de kookplaat heeft geslagen.
5..De beslissing
2872