ECLI:NL:RBROT:2021:11896

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
2 december 2021
Zaaknummer
C/10/628375 / JE RK 21-2940
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige gedragsproblemen

Op 11 november 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die geboren is in 2006. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, die ingaat op 11 november 2021 en loopt tot 8 februari 2022. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam kind], die verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] zich in een zorgelijke situatie bevindt, waarbij hij in aanraking is gekomen met de politie en zich in het criminele circuit beweegt. Er zijn zorgen over zijn omgang met oudere antisociale vrienden en zijn gedrag vertoont extreme zelfbepaling en grensoverschrijdend gedrag. De ouders kunnen [naam kind] niet meer begrenzen, en er is sprake van veel schoolverzuim. De kinderrechter heeft geconstateerd dat in het vrijwillig kader geen mogelijkheid is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen, waardoor een gesloten plaatsing noodzakelijk is.

De kinderrechter heeft de belangen van [naam kind] afgewogen en geconcludeerd dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om hem de benodigde hulpverlening te bieden en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/628375 / JE RK 21-2940
datum uitspraak: 11 november 2021

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het verdere procesverloop

Het verdere procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 8 november 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de verklaring d.d. 9 november 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 10 november 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 11 november 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting in bijzijn van mr. F. Ben-Saddek ook apart is gehoord,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- de vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2], [naam 3] en [naam 4].
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder. Moeder heeft aangegeven telefonisch beschikbaar te zijn, maar de kinderrechter heeft gelet op de aanwezigheid van de vader en alle andere betrokkenen ervoor gekozen de mondelinge behandeling niet verder te compliceren, gezien ook de noodzaak van bijstand voor moeder van een tolk.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp.
Bij beschikking van 8 november 2021 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 8 februari 2022.
Bij beschikking van 8 november 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 8 november 2021 voor de duur van vier weken, te weten tot 6 december 2021, waarbij het overige verzochte is aangehouden.

Het verzoek

De Raad heeft verzocht om een machtiging te verlenen voor verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 8 februari 2022.

Het standpunt van Raad

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en verwijst naar het ingediende raadsrapport waarin de zorgen over [naam kind] worden omschreven. Een gesloten plaatsing wordt noodzakelijk geacht om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen. Tevens kan er binnen de beschermende en gestructureerde omgeving een persoonlijkheidsonderzoek (hierna: PO) worden afgenomen en worden bekeken welke behandeling passend is bij [naam kind] om verder afglijden te voorkomen.

Het standpunt van de GI

De GI staat achter het verzoek van de Raad. Sinds september is er geprobeerd hulpverlening in de thuissituatie in te zetten. Dit is onvoldoende van de grond gekomen, waardoor hulpverlening in het vrijwillig kader niet toereikend is. Er zijn ernstige vermoedens dat [naam kind] zich bevindt in het criminele circuit en omgaat met oudere antisociale vrienden. [naam kind] is meerdere keren in aanraking gekomen met politie. Hij is in de afgelopen 5 weken meerdere keren weggelopen van de crisisopvang waar hij sinds 7 oktober 2021 verbleef. Hij is onder meer aangetroffen in Duitsland. Hij staat op de wachtlijst voor een PO bij Youz, maar binnen Schakenbosch kan ook een PO worden afgenomen.

Het standpunt van de vader

De vader erkent de zorgen die er zijn over [naam kind]. De ouders kunnen [naam kind] thuis niet meer begrenzen. [naam kind] doet volledig waar hij zelf zin in heeft, waardoor hij thuis niet meer te handhaven is. [naam kind] blowt en drinkt. Hij gaat met criminele jongeren om die hem negatief beïnvloeden en hem in onveilige situaties brengen. [naam kind] loopt dagelijks weg van de crisisopvang, hij reageert niet adequaat op aanspreken door de vader, de politie en de crisisopvang. [naam kind] gaat niet meer naar school, hij stapt in de trein naar Berlijn zonder kaartje, raakt betrokken bij een vechtpartij en er is recent een baksteen door de autoruit van vader zijn auto gegooid, vermoedelijk met het doel om [naam kind] af te schrikken. De vader had liever niet dat [naam kind] gesloten geplaatst zou worden, maar hij ziet vanwege de zorgen die er zijn geen andere uitweg meer. Hij vindt een gesloten plaatsing in het belang van [naam kind] zijn veiligheid.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is verweer gevoerd tegen het onderhavige verzoek. [naam kind] vindt het onterecht dat hij gesloten is geplaatst. Hij wil het liefst zo snel mogelijk naar huis. De advocaat heeft met [naam kind] besproken of dit op korte termijn reëel is. [naam kind] wil de komende periode bewijzen dat hij zich aan afspraken kan houden. Zorgelijk is dat het niet bekend is wanneer het PO kan worden afgenomen. De resultaten van het PO zullen moeten worden afgewacht om passende hulp voor [naam kind] in te kunnen zetten. Het is niet bevorderlijk voor [naam kind] indien hij te lang op een PO moet wachten. Het is dan ook van belang dat er zo spoedig mogelijk een PO wordt afgenomen. Het is belangrijk dat [naam kind] perspectief krijgt en dat er een behandelplan wordt opgesteld gericht op de aanpak van de problematiek van [naam kind] in afwachting van het PO. Het is voor [naam kind] tevens belangrijk om te weten waar hij naar toe werkt.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] forse gedragsproblemen laat zien. [naam kind] vertoont vrij extreem zelfbepalend en grensoverschrijdend gedrag en accepteert geen enkel gezag van zijn ouders, de politie of de medewerkers bij de crisisopvang. [naam kind] loopt weg waardoor de ouders en de hulpverlening geen zicht op hem hebben. Het is onduidelijk wat [naam kind] buitenshuis doet en waar hij is. Hij is meerdere keren als vermist opgegeven, komt in aanraking met de politie en hij gaat om met oudere antisociale vrienden. Er zijn ernstige vermoedens dat [naam kind] zich bevindt in het criminele circuit en zich in zorgelijke situaties begeeft. Daarnaast is er sprake van veel schoolverzuim. Gebleken is dat in het vrijwillig kader er geen mogelijkheid is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen, nu [naam kind] zich blijft onttrekken aan het toezicht van volwassenen en hij niet mee wil werken aan de begeleiding en hulp in een open setting. De wijze waarop [naam kind] in de afgelopen weken keer op keer is weggelopen, maakt het feitelijk onmogelijk om aan een open plaatsing te denken; geen instelling accepteert een kind met dit risicovolle gedrag.
De kinderrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat een gesloten plaatsing van [naam kind] voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is. Het is belangrijk dat [naam kind] zo spoedig mogelijk passende hulp geboden krijgt. Daarbij is het van belang dat de GI de komende periode voortvarend te werk gaat en een duidelijk plan van aanpak wordt opgesteld en dat er op korte termijn een aanvang wordt gemaakt met een PO, zodat [naam kind] de benodigde hulpverlening kan krijgen. [naam kind] zal zelf ook moeten laten zien dat hij bereid is zijn gedrag te veranderen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 11 november 2021 tot 8 februari 2022 betreffende de minderjarige [naam kind].
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2021 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 30 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.