In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J. Biesheuvel, vorderingen ingesteld tegen gedaagden, vertegenwoordigd door mr. C.A. Reek, naar aanleiding van schade die is ontstaan door een brand in de woning van eiser op 25 maart 2018. Eiser had de schade gemeld bij zijn verzekeraar, [naam bedrijf 1], en werd door hen doorverwezen naar [naam bedrijf 2] voor de afhandeling van de claim. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 6.361,14, alsook rekening en verantwoording op grond van artikel 7:403 lid 2 BW. Gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], voerden aan dat eiser ten onrechte hen had gedagvaard, omdat zij niet de juiste partijen waren die verantwoordelijk waren voor de schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] pas na de schade was opgericht en dat [gedaagde 2] de handelsnaam die eiser gebruikte pas na de schade had aangenomen. Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat eiser de verkeerde partijen had gedagvaard. De vorderingen zijn afgewezen, en gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten van eiser, die in totaal € 965,83 bedragen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.