In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, gaat het om een geschil tussen de rechtspersoon Erasmus GP, S.À.R.L., gevestigd in Luxemburg, en twee gedaagden met betrekking tot een huurovereenkomst. De huurovereenkomst is ingegaan op 1 december 2017 en betreft een woning in Rotterdam. De huurprijs is in de loop der jaren verhoogd, maar gedaagden hebben niet tijdig voldaan aan hun betalingsverplichtingen. Erasmus heeft op 14 juni 2021 een dagvaarding uitgebracht, waarin zij gedaagden verzoekt om een bedrag van € 1.103,89 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een internationaal geschil, aangezien Erasmus in Luxemburg is gevestigd. De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of zij internationaal bevoegd is en welk recht van toepassing is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat op basis van de huurovereenkomst Nederlands recht van toepassing is, omdat de woning in Nederland is gelegen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde hoofdsom van € 566,14 door gedaagden is voldaan na de dagvaarding, waardoor deze vordering is afgewezen. De kantonrechter heeft echter de wettelijke rente toegewezen over dit bedrag voor de periode van 14 juni 2021 tot 18 juni 2021. Daarnaast is een contractuele boete van € 180,- toegewezen voor het niet tijdig betalen van de huur, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen omdat de vereiste veertiendagenbrief ontbrak. Gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 615,18 aan verschotten en € 248,- aan salaris van de gemachtigde.