ECLI:NL:RBROT:2021:11715

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
ROT 20/2910
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep niet-ontvankelijk tegen aanwijzing gebied Veranda in het Horecagebiedsplan IJsselmonde 2019-2021

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door eiser, eigenaar van een complex in Rotterdam, tegen de burgemeester van Rotterdam. Eiser was het niet eens met de aanwijzing van het gebied Veranda in het Horecagebiedsplan IJsselmonde 2019-2021, waar volgens verweerder geen exploitatievergunningplicht geldt. Eiser stelde dat hij onduidelijkheid had over de geografische omvang van het gebied en of zijn complex daarbinnen viel. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 28 september 2021, waarbij zowel eiser als verweerder vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.

De rechtbank heeft overwogen dat eiser onvoldoende actueel procesbelang had, omdat het doel van zijn beroep, namelijk het verkrijgen van duidelijkheid over de begrenzing van het gebied Veranda, al was bereikt. De rechtbank concludeerde dat de begrenzing van het gebied Veranda voldoende duidelijk was zoals vermeld in het Horecagebiedsplan. Eiser had geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien de gewenste duidelijkheid al was verkregen.

Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 20/2910

uitspraak van de meervoudige kamer van 9 november 2021 in de zaak tussen

[naam eiser] , te [plaats] , eiser

(gemachtigden: mrs. R.J.G. Bäcker en D. Nazari),
en

de burgemeester van Rotterdam, verweerder

(gemachtigden: mrs. S.B.H. Fijneman en S. Bruens).

Procesverloop

Met het besluit van 2 juli 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder in het Horecagebiedsplan IJsselmonde 2019-2021 (HGP) het gebied Veranda aangewezen als gebied waarvoor de exploitatievergunningplicht niet geldt.
Met het besluit van 20 april 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft een nadere reactie ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 28 september 2021 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

Inleiding
1. Eiser is eigenaar van het complex aan het [naam locatie] [huisnummer A] tot en met [huisnummer F] in Rotterdam. Eiser verhuurt de ruimtes in dit complex aan diverse horecaondernemingen. Het complex valt binnen de wijk Oud IJsselmonde.
2. Verweerder heeft met toepassing van zijn bevoegdheid op grond van artikel 2.28a, eerste lid, onder a, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 onder paragraaf 3.4.2 van het HGP bepaald dat voor het gebied Veranda een vrijstelling van de horeca-exploitatievergunningplicht geldt. Voor het gebied Omgeving Stadion Feyenoord geldt deze vrijstelling niet.

Inhoud bestreden besluit

2. Verweerder heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Volgens verweerder was het eiser op grond van het Horecagebiedsplan IJsselmonde 2017-2019 ten aanzien van het gebied Omgeving Stadion Feyenoord ook niet toegestaan om zonder een vergunning een horeca-inrichting te exploiteren. Met de aanwijzing van verweerder van het gebied Omgeving Stadion Feyenoord als gebied waar de vrijstelling van de vergunningplicht niet geldt, is geen wijziging opgetreden in de rechtspositie van eiser. Ook is eiser door de aanwijzing niet in zijn belangen geschaad.
3. In beroep heeft verweerder nader uiteengezet dat het complex van eiser aan het [naam locatie] binnen het gebied Veranda valt. In dit gebied geldt een vrijstelling van de vergunningplicht voor de vormen van exploitatie die aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Standpunt eiser
4. Eiser voert in beroep aan dat het hem niet duidelijk is of het door hem verhuurde complex aan het [naam locatie] in een gebied ligt waar de vrijstelling van de horeca-exploitatievergunningplicht geldt. Uit het HGP blijkt namelijk niet wat de precieze geografische omvang is van het gebied Omgeving Stadion Feyenoord.
Is er voldoende procesbelang?
5.1
De rechtbank ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag of eiser in beroep voldoende actueel procesbelang heeft. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend.
5.2
Volgens vaste rechtspraak (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3415) is procesbelang het belang dat een belanghebbende heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat de belanghebbende voor ogen staat met het rechtsmiddel kan worden bereikt en voor de belanghebbende van feitelijke betekenis is. In beginsel heeft een belanghebbende die opkomt tegen een besluit, belang bij een beoordeling van zijn bezwaar of beroep, tenzij vast komt te staan dat ieder belang bij de procedure ontbreekt of is komen te vervallen.
5.3
Eiser voert aan dat zijn belang is gelegen in het verkrijgen van duidelijkheid over de geografische omvang van het gebied Omgeving Feyenoord Station en het gebied Veranda zodat hij weet in welk gebied zijn complex valt. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat de begrenzing van het gebied Veranda voldoende uit het HGP blijkt. Onder paragraaf 3.4.2 van het HGP is immers aangegeven dat het gebied Veranda wordt begrensd door de Bep van Klaverenstraat, Siem Heidenstraat, Stadionweg, Burgerhoutstraat, Korte Stadionweg en Jan Linssenstraat. Daarnaast heeft verweerder in het verweerschrift aan de hand van een afbeelding de begrenzing van het gebied Omgeving Stadion Feyenoord aangegeven en heeft verweerder bevestigd dat het complex van eiser binnen het gebied Veranda valt. Hiermee geldt voor het complex van eiser een vrijstelling van de exploitatievergunningplicht voor de vormen van exploitatie die aan de voorwaarden voldoen. De vermelding onder paragraaf 3.4.5 van het HGP dat een aantal bedrijven op Veranda West zal moeten verplaatsen verdient niet de schoonheidsprijs, zoals verweerder heeft erkend. Dit maakt echter nog niet dat de begrenzing van het gebied Veranda in het HGP niet duidelijk is.
5.4
Het door eiser nagestreefde resultaat van het beroep is het verkrijgen van duidelijkheid over de begrenzing van het gebied Veranda. Nu dit doel reeds is bereikt, ontbreekt voldoende actueel procesbelang bij de inhoudelijke beoordeling van dit beroep.
Conclusie
6. Hieruit volgt dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.T.F. Chocolaad- de Bos, voorzitter, en mr. A.S. Flikweert en mr. E. Lunenberg, leden, in aanwezigheid van N.E.I. van Ballegooij, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 november 2021.
De griffier en voorzitter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.