ECLI:NL:RBROT:2021:1169

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
10/153171-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlokking tot diefstal, heling en witwassen van navigatiesystemen en voorhanden hebben van een taser

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte is veroordeeld voor het uitlokken van diefstal van navigatiesystemen, het gewoonte maken van heling en witwassen van deze systemen, alsook voor het voorhanden hebben van een taser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 24 april 2019 tot en met 26 juni 2019 meermalen telefonisch contact heeft gehad met een mededader, waarbij hij deze heeft uitgelokt tot diefstal van navigatiesystemen uit voertuigen. De verdachte heeft in deze periode een groot aantal navigatiesystemen besteld en de mededader aangemoedigd om deze te stelen. Tijdens de aanhouding van de verdachte op 26 juni 2019 zijn in zijn bezit 50 navigatiesystemen aangetroffen, waarvan een aanzienlijk aantal van diefstal afkomstig bleek te zijn. Daarnaast is er een geldbedrag van € 26.610,- in beslag genomen, waarvan de rechtbank oordeelt dat dit vermoedelijk afkomstig is uit misdrijf. De verdachte heeft geen verifieerbare verklaring gegeven voor de herkomst van dit geld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 300 dagen, waarvan 165 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/153171-19
Datum uitspraak: 5 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
raadsman mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J. Wooldrik heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 primair gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 (ten aanzien van een bedrag van
€ 21.610.-) en 5 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest;
  • de verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag van € 21.610,-.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (feit 2 primair)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feit 5)
Het onder 5 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering (feit 1)
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1 ten laste gelegde uitlokking van diefstal (met braak), omdat niet voldaan is aan de voorwaarden voor de strafbaarheid van uitlokking. Niet kan worden vastgesteld dat [naam 1] (hierna: [naam 1] )
daadwerkelijknavigatiesystemen uit voertuigen heeft weggenomen.
Beoordeling
De rechtbank gaat uit van het volgende. De verdachte heeft in de periode van 24 april 2019 tot en met 26 juni 2019 (met zijn telefoonnummer eindigend op [nummer 1] ) meermalen telefonisch contact gehad met [naam 1] . Uit de tapgesprekken volgt dat [naam 1] (gestolen) navigatiesystemen kon leveren op bestelling. De verdachte heeft dit ter terechtzitting ook bevestigd.
Op 24 april 2019 om 18:19 uur belt de verdachte naar [naam 1] en vraagt hem of hij
vannachttijd heeft. Hij vraagt hem of hij die Becker Modules kent, die kleine kastjes die in het dashboard kastje zitten van een Mercedes auto. De verdachte zegt hem dat hij er vijftien nodig heeft.
Op 25 april 2019 belt de verdachte weer naar [naam 1] en vraagt hem of hij
al begonnenis. [naam 1] zegt hem dat hij er
vierheeft en dat hij ‘s avonds weer verder gaat.
Op 26 april 2019 om 18:01 uur belt [naam 1] wederom met de verdachte. Hij vraagt aan de verdachte of hij nog nodig heeft en dat hij vanavond met iemand gaat. De verdachte zegt tegen [naam 1] dat hij er nu 30 nodig heeft en dat het toch makkelijk is: alleen het raam intikken, het dashboard open doen en dan daarboven indrukken, dan komt ie er zo uit. [naam 1] belt vervolgens met een NN-man en zegt tegen die man dat ze snel geld kunnen verdienen door langs 30 waggies te gaan, ruitje in tikken, dashboard open en gelijk die chip pakken.
Op 27 april 2019 belt de verdachte wederom met [naam 1] en zegt hem dat ‘ze’ zitten in Mercedes A-Klasse, B-klasse, C-klasse, E-klasse, noem maar op.
De rechtbank is, op grond van de tapgesprekken en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting, van oordeel dat de verdachte [naam 1] heeft uitgelokt tot diefstal met braak. De verdachte heeft een (groot) aantal navigatiesystemen bij hem “besteld” en naar aanleiding van die bestelling is [naam 1] ’s nachts op pad gegaan. Gelet op het tapgesprek waarin [naam 1] aangeeft dat hij ‘vier kastjes heeft’ gaat de rechtbank, net als de officier van justitie, ervan uit dat hij in de nacht van 24 op 25 april 2019 op verzoek van de verdachte in elk geval vier navigatiesystemen uit voertuigen heeft weggenomen. De verdachte wist dat [naam 1] zich bezig hield met auto-inbraken, vraagt of hij in de nacht tijd heeft en vraagt hem daarna of hij al begonnen is. De verdachte zegt in een later gesprek dat hij de buit zal kopen en legt [naam 1] nogmaals uit hoe “eenvoudig” zo’n diefstal is uit te voeren. De verdachte bevestigt daarmee dat hij ook al voordien opzet gehad om [naam 1] aan te zetten tot de auto-inbraken met als buit van (delen van) navigatiesystemen uit die voertuigen.
Nadien geeft de verdachte hem inlichtingen over de wijze van verkrijgen van dergelijke navigatiesystemen. Inlichtingen voor een mogelijke nieuwe bestelling, die bijdragen aan de overtuiging en de handelswijze van de eerdere diefstallen.
4.4.
Bewijswaardering (feiten 2 subsidiair en 3)
Standpunt verdediging
Ten aanzien van feit 2 is door de verdediging aangevoerd dat het onduidelijk is om welke navigatiesystemen het precies gaat en wat de herkomst is van die navigatiesystemen, zodat de verdachte moet worden vrijgesproken van (gewoonte)heling.
Het enkele feit dat de verdachte telkens met software de codes van het betreffende navigatiesysteem achterhaalde en een aantal maal deze codes schreef op de betreffende navigatiesysteem alvorens hij deze verkocht, levert nog geen verhullen of verbergen op. De verdachte moet daarom ook worden vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde (gewoonte)witwassen.
Beoordeling
Op 26 juni 2020 is de verdachte aangehouden. In totaal zijn er – in tassen in de auto van zijn vader, in de door hem gehuurde garagebox, in een Skoda Fabia die geparkeerd stond bij de garagebox, en onder de verdachte zelf – 50 navigatiesystemen aangetroffen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij handelde in navigatiesystemen en dat de aangetroffen navigatiesystemen zijn voorraad was. Na onderzoek bleek dat 16 navigatiesystemen, dus ruim 30 procent van deze voorraad, van diefstal afkomstig was.
De verdachte handelde, onder meer via Marktplaats, in gebruikte navigatiesystemen. Hij achterhaalde met behulp van RNS Software telkens de bijbehorende codes, en schreef deze op de navigatiesystemen, waarna ze werden doorverkocht. Zonder code konden de navigatiesystemen namelijk niet in een (ander) voertuig geïnstalleerd worden.
In mei 2019 heeft de verdachte een gestolen navigatiesysteem, met stift voorzien van een code, verkocht en verzonden aan [naam 2] . En op 20 juni 2019 heeft de verdachte een gestolen navigatiesysteem, met bijbehorende code, verkocht aan een pseudokoper.
De verdachte hield geen enkele administratie bij en registreerde zijn in- en verkoop niet. Hij registreerde niet de identiteit van de verkoper, verkreeg kennelijk bij aankoop niet de codes, en verifieerde ook verder de herkomst van de door hem ingekochte navigatiesystemen niet, los van het incidenteel checken via de app Stop Heling. De verdachte heeft niets willen verklaren over de persoon of personen van wie hij de navigatiesystemen heeft ingekocht, in welke staat zij waren en wat hij er voor heeft betaald. Daarbij komt dat hij, zoals reeds hierboven overwogen, hij eerder de diefstal met braak van navigatiesystemen heeft uitgelokt en daarbij inlichtingen verschafte over de te volgen werkwijze bij zo’n auto-inbraak. Ook heeft de verdachte naar aanleiding van een geplande pseudokoop op 26 juni 2019 van twee navigatiesystemen daaraan voorafgaand Whatsapp gesprekken gevoerd met een onbekend gebleven persoon over het feit dat hij dacht dat de koper van de politie was. Die persoon zou op de uitkijk gaan staan omdat het, als de koper van de politie zou zijn, dan gevaarlijk was.
Niets in deze gang van zaken duidt op legale handel.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van de navigatiesystemen (telkens) wist dat dit van misdrijf afkomstige goederen betrof. Hij heeft zich dus schuldig gemaakt aan (opzet)heling, en hij heeft daar aldus een gewoonte van gemaakt. Door telkens de codes op te zoeken en deze code met stift op de navigatiesystemen te schrijven voordat hij ze verkocht heeft hij tevens de illegale herkomst ervan verhuld dan wel verborgen. Gelet op de frequentie van deze witwashandelingen heeft hij ook daar een gewoonte van gemaakt.
4.5.
Bewijswaardering (feit 4) Verdenking witwassen geld
Standpunt verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van witwassen omdat het in beslag genomen geld een legale herkomst heeft. Het is spaargeld van de familie en dus niet van enig misdrijf afkomstig. De verdachte heeft daarvoor een verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven.
Beoordeling
Op 26 juni 2019 is de verdachte aangehouden door de politie. Vlak na zijn aanhouding heeft de vader van de verdachte, medeverdachte [naam medeverdachte] , zijn woning verlaten met een aantal bigshoppers met daarin spullen afkomstig uit de slaapkamer van de verdachte. In deze bigshoppers is, naast een aantal navigatiesystemen en een taser, door de politie een contant geldbedrag van € 26.610,- aangetroffen. De navigatiesystemen en de taser waren in elk geval van de verdachte. Het geldbedrag is aangetroffen in een van de tassen, naast een aantal telefoons. Gelet op de samenhang tussen de inhoud van de tassen, acht de rechtbank bewezen dat het geldbedrag ook afkomstig was van de kamer van de verdachte, met uitzondering van het geld in de envelop waar de naam van de vader van de verdachte op was geschreven. Over dit laatste geldbedrag zal de rechtbank afzonderlijk oordelen. Hiermee staat vast dat de verdachte de rest van het geldbedrag in de periode voorafgaand aan zijn aanhouding voorhanden heeft gehad.
Op grond van de beschikbare bewijsmiddelen is er geen rechtstreeks verband te leggen tussen het aangetroffen geld en een bepaald misdrijf. Naar vaste rechtspraak kan toch bewezen worden verklaard dat voorwerpen “uit enig misdrijf” afkomstig zijn, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Als de vastgestelde feiten en omstandigheden zonder meer een vermoeden van witwassen rechtvaardigen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen. Zo'n verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn.
Gelet op de hoogte van het aangetroffen contante geldbedrag, de wijze waarop het geld werd vervoerd in combinatie met de wisselende verklaringen over de herkomst en het doel van het geld en het gebrek aan legale inkomsten van de verdachte sinds 2017, is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is nu niet direct een legale economische verklaring voorlag voor dit grote contante geldbedrag en dat derhalve van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld.
De verdachte heeft tot aan de zitting van 22 januari 2021 niet over de herkomst van het geld willen verklaren. Pas tijdens de terechtzitting van 30 januari 2020 is namens de verdachte gesteld dat zijn vader het geld op een legale manier heeft verkregen. Ter onderbouwing van deze stelling zijn op 11 maart 2020 getuigen, allen familieleden van de verdachte, gehoord bij de rechter-commissaris. Zij hebben daar verklaard dat zij in een tijdsbestek van jaren contant geld hebben gespaard in een gezamenlijke pot. Volgens de verdediging is hiermee voldaan aan de eisen die aan een verklaring over de herkomst van het geld worden gesteld.
In zijn algemeenheid wint een verklaring aan geloofwaardigheid als deze vroeg in het opsporingsonderzoek wordt afgelegd en daarna bevestiging vindt in latere getuigenverklaringen van objectieve derden of in (technische) onderzoeksresultaten. Verder kunnen de algemene (on)waarschijnlijkheid, (on)verklaarbaarheid of mate van voorstelbaarheid van hetgeen door een verdachte als verklaring wordt gegeven voor zijn handelen een rol spelen bij het waarderen van een op die verklaring gebaseerd alternatieve verklaring. Dit geldt eens te meer indien de inhoud van die uiteindelijk afgelegde verklaring eenvoudig is, niet afhankelijk van kennisneming van stukken en dergelijke, en een volstrekt onschuldige verklaring oplevert voor een door de politie aangetroffen situatie en/of andere bewijsmiddelen. Onder die omstandigheden is nog minder begrijpelijk dat die verklaring niet onmiddellijk in het eerste verhoor is afgelegd.
De vader van de verdachte is aangetroffen in zijn auto, kort nadat hij te horen had gekregen dat zijn zoon was aangehouden. Eerder had de politie gezien dat de vader van verdachte een aantal grote tassen in de auto had gezet, en daarna wegreed. In de tassen werden een aantal navigatiesystemen aangetroffen. Maar ook telefoons, een grote hoeveelheid contant geld en een stroomstootwapen. Verder stelt de rechtbank vast dat, kort na de aanhouding van de verdachte, hij en alle andere betrokkenen toen in hun verhoren door de politie geen vragen met betrekking tot het aangetroffen geldbedrag hebben willen beantwoorden.
In deze zaak volgt daaruit dat de verklaring, die er kort gezegd op neerkomt dat het geld in de tas, op € 5000,- na, geld was voor het bekostigen van de studies van de jongere zus en broer, niet geloofwaardig is. Er is dus sprake van witwassen van het geldbedrag, met uitzondering van die € 5.000,-. Dat bedrag is aangetroffen in een afzonderlijke envelop met de naam van de vader van de verdachte er op geschreven en voor dit bedrag is een – zij het pas na lange tijd – duidelijke en legale herkomst gesteld en geconcretiseerd, te weten een geldleenovereenkomst tussen de vader van de verdachte en diens broer [naam 3] .
4.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan.
1.
[naam 1] in de periode
van
24april 2019 tot en met 26 juni 2019 te Rotterdam, althans in
Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit personenauto's, althans voertuigen, heeft weggenomen
viernavigatiesystemen en/of Becker Modules (onderdeel van navigatiesystemen), toebehorend aan een of meer tot op heden onbekend gebleven eigenaren, waarbij die [naam 1] de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak welk strafbaar feit verdachte in de periode van
24april
2019 tot en met 26 juni 2019 in Nederland, door belofte(n)en het verschaffen van inlichtingen, opzettelijk heeft uitgelokt door opzettelijk:
- die [naam 1] te vragen om grote aantallen navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid Becker Modules (onderdeel van navigatiesystemen) en
- die (een) geldbedrag(en) te beloven na (iedere)
aflevering van de navigatiesystemen en/of Becker Modules en
- tegen die [naam 1] te zeggen "Ken je die Becker Module, die in kleine
kastjes die in het dashboard kastje zitten in een Mercedes auto. Die
nieuwe types" en "Doe je alleen die raam tikken die dashboard open
en boven kan je indrukken komt ie zo eruit" en "ze zitten in A-klasse,
B-klasse, C-klasse, E-klasse noem maar op";
2.
subsidiair
hij in
de periodevan 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019 te
Rotterdam en Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas,
goederen, te weten een grote hoeveelheid
navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid Becker Modules
(onderdeel van navigatiesystemen) heeft verworven, voorhanden gehad
en overgedragen,
terwijl hij (telkens) ten tijde van de verwerving of
het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof en hij, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft
gemaakt;
3.
hij in de periode van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019,
te Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas,
althans in Nederland,
voorwerp(en), te weten
een grote hoeveelheid navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid
Becker Modules (onderdeel van navigatiesystemen),
, de herkomst, heeft verborgen en/of verhuld,
terwijl hij wist, dat die
voorwerpen of dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf
en hij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte
heeft gemaakt;
4.
hij in de periode van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019,
te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas,
een voorwerp, te weten een geldbedrag van
21.61euro, voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig, misdrijf;
5.
hij op 26 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente
Zuidplas een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 5º van de Wet
wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot
personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden
toegebracht te weten een stroomstootwapen dat onder andere is voorzien van de volgend
opschriften: "Z-Force IV 175,000 V. Warning: Extreme Danger Keep Out
of Reach of Childeren Use Only As Directed", voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
het door beloften en het verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

2..subsidiair

van het plegen van opzetheling een gewoonte maken;

3.
van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
4.
witwassen;
5.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit
begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft gedurende een aantal maanden gehandeld in gestolen navigatiesystemen, waarbij hij de codes achterhaalde door gebruik van bepaalde software, die hem in staat stelde de codes te vermelden op de betreffende navigatiesysteem en hij aldus bij (aspirant-)kopers de indruk heeft gewekt dat het niet van enig misdrijf afkomstige goederen betrof. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan (gewoonte)heling en van witwassen een gewoonte gemaakt. Ook heeft hij een persoon opzettelijk uitgelokt tot het plegen van diefstal met braak, door hem betaling in het vooruitzicht te stellen van nog te stelen navigatiesystemen te bestellen en hem daarbij inlichtingen te verschaffen ten aanzien van het concreet uitvoeren van de auto-inbraak en het verwijderen van het navigatiesysteem.
Door deze feiten is aan de voertuigen van de eigenaren van deze goederen schade en hinder toegebracht. De schade van een auto-inbraak is niet alleen de waarde het ontvreemde goed, maar ook de schade aan de auto zelf. De verdachte heeft daarnaast bijgedragen aan het in creëren en stand houden van een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen. Bovendien heeft verdachte door zijn handelwijze het vertrouwen in de handel via internet in het algemeen schade toegebracht.
De verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het witwassen van
€ 21.610,-. Witwassen van uit misdrijf afkomstige gelden vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien heeft het in omloop zijn van witgewassen geldbedragen een sterk corrumperende werking en faciliteert dit vaak ander strafbaar handelen. Ook heeft hij een stroomstootwapen voorhanden gehad. Dit alles wordt de verdachte stevig aangerekend.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 december 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De afgelopen 10 jaar is hij echter niet veroordeeld voor vermogensdelicten, zodat zijn strafblad niet strafverhogend wordt meegewogen.
Reclassering Nederland, heeft een (vroeghulp)rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 28 juni 2019. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd en op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De duur van de in beginsel passende gevangenisstraf bedraagt 10 maanden. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank echter van oordeel dat het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf niet langer hoeft zijn dan de tijd dat de verdachte al in voorarrest heeft gezeten. De rechtbank zal dus een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er enerzijds toe om de ernst van het bewezen verklaarde te onderstrepen, maar anderzijds ook om er voor te zorgen dat de verdachte in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten zal plegen.

8..In beslag genomen voorwerpen

Ten aanzien van de onder 1 tot en met 13 op de beslaglijst weergegeven en in beslag genomen goederen zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu op grond van de inhoud van het dossier thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 311, 417, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2
primairten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2
subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 300 (driehonderd) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 165 (honderdvijfendertig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1 STK Geluidsdrager
1 STK Kaart
(omschrijving: Box b 5 11 SD)
8 STK Computer
(Omschrijving: Randapparatuur, gegevensdrager, verschillende merken)
1 STK Booster
(Omschrijving: Axton)
1 STK Navigator
(Omschrijving: VW rns 501)
1 STK Navigator
(Omschrijving: zonder front, VW RNS 510)
1 STK Navigator
(Omschrijving: VW RNS 315 EU)
1 STK Navigator
(Omschrijving: VW Rns 510)
1 STK Navigator
[nummer 2]
(Omschrijving: VW rns 510)
10. 1 1 STK Navigator
(Omschrijving: VW rns 310)
1 STK Autoradio
(Omschrijving: VW Rcd210 mp3, chassisnr: [chassisnummer] )
735 EUR
(735 euro)
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. W.A.F. Damen en H. de Doelder, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A-L.H. Wilkens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
[naam 1] en/of een of meer ander(en) in of omstreeks de periode
van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019 te Rotterdam, althans in
Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een
groot aantal personenauto's, althans voertuigen, heeft/hebben
weggenomen een grote hoeveelheid navigatiesystemen en/of een grote
hoeveelheid Becker Modules (onderdeel van navigatiesystemen), geheel
of ten dele toebehorend aan [naam 4] en/of een of meer tot op
heden onbekend gebleven eigena(a)r(en), in elk geval aan (een)
ander(en) dan aan die [naam 1] en/of die ander(en), waarbij die [naam 1]
en/of die ander(en) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking en/of inklimming,
welk strafbaar feit verdachte in of omstreeks de periode van 09 april
2019 tot en met 26 juni 2019 te Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den
IJssel, gemeente Zuidplas, en/of Gouda, althans in Nederland, door
gift(en) en/of belofte(n) en/of het verschaffen van inlichtingen,
opzettelijk heeft uitgelokt door opzettelijk:
- die [naam 1] en/of ander(en) te vragen om grote aantallen
navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid Becker Modules
(onderdeel van navigatiesystemen) en/of
- die [naam 1] en/of ander(en) (een) geldbedrag(en) te beloven na (iedere)
aflevering van de navigatiesystemen en/of Becker Modules en/of
- tegen die [naam 1] te zeggen "Ken je die Becker Module, die in kleine
kastjes die in het dashboard kastje zitten in een Mercedes auto. Die
nieuwe types" en/of "Doe je alleen die raam tikken die dashboard open
en boven kan je indrukken komt ie zo eruit" en/of "ze zitten in A-klasse,
B-klasse, C-klasse, E-klasse noem maar op";
2.
hij in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 26 juni
2019, te Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente
Zuidplas, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen, voorwerpen, te weten een grote hoeveelheid
navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid Becker Modules
(onderdeel van navigatiesystemen), heeft verworven en/of voorhanden gehad,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die
voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig waren uit enig, al dan niet eigen, misdrijf,
en hij, al dan niet, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft
gemaakt;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
hij in of omstreeks van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019 te
Rotterdam en/of en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
een of meer goederen, te weten een grote hoeveelheid
navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid Becker Modules
(onderdeel van navigatiesystemen) heeft verworven, voorhanden gehad
en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of
het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof en hij, al dan niet, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft
gemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019,
te Rotterdam en/of Nieuwerkerk aan den IJssel, gemeente Zuidplas,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
van een of meer voorwerp(en), te weten
een grote hoeveelheid navigatiesystemen en/of een grote hoeveelheid
Becker Modules (onderdeel van navigatiesystemen),
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of
de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen
en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voornoemde
voorwerp(en) was, en/of heeft overgedragen
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die
voorwerpen of dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig, al dan niet eigen, misdrijf
en hij aldus van het plegen van witwassen al dan niet een gewoonte
heeft gemaakt;
4.
hij in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 26 juni 2019,
te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een voorwerp, te weten een geldbedrag van 27.000 euro, heeft
verworven en/of voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig, al dan niet eigen, misdrijf;
5.
hij op of omstreeks 26 juni 2019 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente
Zuidplas tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 5º van de Wet
wapens en munitie, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot
personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht te weten een stroomstootwapen dat onder andere is voorzien van de volgende opschriften: "Z-Force IV 175,000 V. Warning: Extreme Danger Keep Outof Reach of Childeren Use Only As Directed", voorhanden heeft gehad.