ECLI:NL:RBROT:2021:11687

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
29 november 2021
Zaaknummer
8289572 \ CV EXPL 20-3068
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een deskundige in civiele procedure betreffende gebreken aan de Krono vloer

In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde], heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 november 2021 een vonnis gewezen. De zaak betreft de benoeming van een deskundige om de gebreken aan de Krono vloer te onderzoeken. De procedure is gestart met een dagvaarding op 17 januari 2020, waarbij [eiseres] werd vertegenwoordigd door mevrouw [naam gemachtigde] van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. en [gedaagde] door mr. drs. P.A. Visser.

Tijdens de mondelinge behandeling is overeengekomen dat Van Beek Expertise te Zeeland als deskundige zal worden benoemd. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen overwogen dat er een deskundigenonderzoek nodig is om te bepalen of de vloer gebreken vertoont en of deze gebreken zijn ontstaan door productfouten of andere oorzaken. In de akte van [eiseres] is aangegeven dat zij instemt met de vragen die aan de deskundige voorgelegd zullen worden, terwijl [gedaagde] niet heeft gereageerd.

De kantonrechter heeft bepaald dat [eiseres] een voorschot van € 2.445,99 moet storten voor de deskundige en dat de deskundige pas met het onderzoek kan beginnen nadat het voorschot is betaald. De deskundige zal de vragen over de gebreken aan de vloer beantwoorden en een rapport opstellen, dat uiterlijk op 1 april 2022 ingeleverd moet worden. De zaak wordt vervolgens verwezen naar de terechtzitting voor conclusie na deskundigenbericht. Het vonnis is uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8289572 \ CV EXPL 20-3068
uitspraak: 5 november 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 17 januari 2020,
gemachtigde: mevrouw [naam gemachtigde] namens DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Amsterdam,
tegen
[gedaagde]
,
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. drs. P.A. Visser te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiseres] ’ respectievelijk ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 30 juli 2020 van de kantonrechter van deze rechtbank, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de akte van 8 september 2021 van de zijde van [eiseres] .
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1.
Bij vonnis van 30 juli 2021 is overwogen dat de kantonrechter een deskundige zal benoemen die de Krono vloer dient te beoordelen en dat partijen tijdens de mondelinge behandeling zijn overeengekomen dat Van Beek Expertise te Zeeland (Noord-Brabant) benoemd dient te worden als deskundige. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de aan de deskundige voor te leggen vragen.
2.2.
[eiseres] heeft in zijn akte te kennen gegeven dat zij zich kan verenigen met de vragen zoals vermeld in rechtsoverweging 2.9 van het tussenvonnis van 30 juli 2021. [gedaagde] heeft niet meer gereageerd.
2.3.
Door [eiseres] is in haar akte voorts te kennen gegeven dat, anders dan in rechtsoverweging 2.7 van het tussenvonnis van 30 juli 2021 is overwogen, [gedaagde] wel betrokken is geweest bij het door Parket Expertise Bureau uitgevoerde deskundigenonderzoek. Hoewel uit het expertiserapport van Parket Expertise Bureau volgt dat – anders dan in voornoemd tussenvonnis staat vermeld – [gedaagde] bij de inspectie aanwezig is geweest, neemt dit niet weg dat het deskundigenonderzoek in opdracht van [eiseres] is uitgevoerd en niet in opdracht van beide partijen, dat volgens [gedaagde] de inhoud van het expertiserapport op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de vloer kennelijk niet op productfouten is onderzocht. Ook gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat een deskundigenbericht gelast dient te worden om te onderzoeken of sprake is van gebreken door eventuele productfouten, dan wel door (een) andere oorza(a)k(en).
2.4.
Per e-mail van 1 oktober 2021 zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het voorschot van de deskundige. Geen van partijen heeft enig bezwaar kenbaar gemaakt tegen de begrote kosten.
2.5.
Het ligt op de weg van [eiseres] om, ter voldoening van de kosten van de deskundige, een voorschot te storten ter hoogte van het door deze begrote bedrag van € 2.445,99 (incl. btw). In het te zijner tijd te wijzen eindvonnis zal de kantonrechter een beslissing nemen over de vraag wie die kosten definitief voor zijn rekening dient te nemen.
2.6.
De in het dictum vermelde vragen worden aan de deskundige voorgelegd.
2.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen:
Bevat de Krono vloer gebreken en zo ja, wat is de aard en omvang van die gebreken?
Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt, zijn die gebreken ontstaan door productfouten van de Krono vloer of door (een) andere oorza(a)k(en)?
Indien de gebreken zijn ontstaan door (een) andere oorza(a)k(en), kunt u dan toelichten ten gevolge waarvan de gebreken zijn ontstaan?
Is herstel van de gebreken mogelijk, en zo ja, op welke wijze?
Welke kosten zijn aan herstel verbonden?
Zijn er overigens punten die voor de beoordeling van de onderhavige zaak van belang zouden kunnen zijn?
3.2.
benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten:
de heer [naam deskundige] , verbonden aan Van Beek Expertise,
Kleine Graspeel 2
5411 RA Zeeland
Tel. 0486-831713
3.3.
bepaalt dat [eiseres] binnen één maand na heden het voor de deskundige bestemde voorschot ad € 2.445,99 (incl. btw) moet overmaken naar de bankrekening van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), waarvoor [eiseres] een nota met betaalinstructies van het LDCR zal ontvangen;
3.4.
bepaalt dat [eiseres] op de rolzitting van
woensdag 29 december 2021 om 14.30 uureen betalingsbewijs dient over te leggen, waaruit de betaling van bedoeld voorschot aan het LDCR blijkt;
3.5.
draagt de griffier op aan de deskundige de storting van het voorschot mede te delen en bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek een aanvang behoeft te maken na het bericht van de griffier dat het voorschot is betaald;
3.6.
bepaalt dat de griffier de processtukken in afschrift aan de deskundige doet toekomen;
3.7.
bepaalt dat het onderzoek zal plaatsvinden op een door de deskundige na overleg met de (gemachtigden van) partijen te bepalen plaats en tijd;
3.8.
bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en daarvan blijk te doen geven in het op te maken schriftelijk rapport;
3.9.
wijst partijen er op dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;
3.10.
verzoekt de deskundige een concept van zijn rapport aan partijen te doen toekomen en hen in de gelegenheid te stellen daarop binnen 14 dagen te reageren;
3.11.
verzoekt de deskundige in zijn definitieve rapport de eventuele opmerkingen van partijen en zijn reactie daarop te verwerken;
3.12.
bepaalt dat de deskundige bij het verrichten van zijn werkzaamheden, naast de normen van zijn beroepsgroep, tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dient te nemen (zoals gepubliceerd op www.rechtspraak.nl);
3.13.
bepaalt dat het door de deskundige uit te brengen – ondertekende – rapport uiterlijk op
1 april 2022in drievoud zal worden ingeleverd ter griffie en dat de zaak wordt verwezen naar de terechtzitting van
woensdag 20 april 2022 om 14.30 uurvoor conclusie na deskundigenbericht, eerst aan de zijde van [eiseres] ;
3.14.
bepaalt dat de deskundige bij de inlevering van het rapport een gespecificeerde opgave doet van de kosten, inclusief honorarium;
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
[46009]