In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde], heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 november 2021 een vonnis gewezen. De zaak betreft de benoeming van een deskundige om de gebreken aan de Krono vloer te onderzoeken. De procedure is gestart met een dagvaarding op 17 januari 2020, waarbij [eiseres] werd vertegenwoordigd door mevrouw [naam gemachtigde] van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. en [gedaagde] door mr. drs. P.A. Visser.
Tijdens de mondelinge behandeling is overeengekomen dat Van Beek Expertise te Zeeland als deskundige zal worden benoemd. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen overwogen dat er een deskundigenonderzoek nodig is om te bepalen of de vloer gebreken vertoont en of deze gebreken zijn ontstaan door productfouten of andere oorzaken. In de akte van [eiseres] is aangegeven dat zij instemt met de vragen die aan de deskundige voorgelegd zullen worden, terwijl [gedaagde] niet heeft gereageerd.
De kantonrechter heeft bepaald dat [eiseres] een voorschot van € 2.445,99 moet storten voor de deskundige en dat de deskundige pas met het onderzoek kan beginnen nadat het voorschot is betaald. De deskundige zal de vragen over de gebreken aan de vloer beantwoorden en een rapport opstellen, dat uiterlijk op 1 april 2022 ingeleverd moet worden. De zaak wordt vervolgens verwezen naar de terechtzitting voor conclusie na deskundigenbericht. Het vonnis is uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen en is openbaar gemaakt.