ECLI:NL:RBROT:2021:11634
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhavingsverzoeken
Op 23 november 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland. Het verzoek betrof een voorlopige voorziening naar aanleiding van de afwijzing van handhavingsverzoeken die de verzoeker had ingediend op 16 juni 2021 en 28 juni 2021. Tijdens de zitting heeft de verweerder toegezegd om tot aan de beslissing op het bezwaarschrift van de verzoeker geen uitvoering te geven aan het afgraven van de gronden ten behoeve van de watergang en oever achter de percelen van de verzoeker. Deze toezegging heeft geleid tot de conclusie dat het spoedeisend belang aan het verzoek om voorlopige voorziening is ontvallen. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de verweerder het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 181,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.