In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 november 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2019. De minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], verblijft in een (crisis)pleeggezin en heeft een chromosoomafwijking die leidt tot ernstige lichamelijke problemen en een grote behoefte aan medische zorg. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben in het verleden te maken gehad met huiselijk geweld en alcoholproblematiek, wat heeft geleid tot een gebrek aan samenwerking met de hulpverlening. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar, omdat de ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke zorg voor [voornaam minderjarige] te bieden.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij ook een tolk aanwezig was vanwege de taalbarrière van de ouders. De moeder en de vader hebben hun standpunten toegelicht, waarbij de moeder aanvoert dat zij in staat is om voor [voornaam minderjarige] te zorgen, terwijl de vader stelt dat de ouders recentelijk stappen hebben gezet om hun situatie te verbeteren. De pleegmoeder heeft aangegeven dat [voornaam minderjarige] kwetsbaar is en dat er veel zorg nodig is voor zijn ontwikkeling.
Na beoordeling van de feiten en de standpunten van alle betrokkenen, concludeert de kinderrechter dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd en dat de ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke zorg te bieden. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 10 september 2022, in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De beschikking is mondeling gegeven door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.