Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 5 en 6 (impliciet primair) ten laste gelegde poging doodslag, bewezenverklaring van het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde en bewezenverklaring van het onder 7 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 437 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en zal meewerken aan urinecontroles, met bepaling dat het reclasseringstoezicht onmiddellijk uitvoerbaar is.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
2..poging tot zware mishandeling;
4. poging tot zware mishandeling;
5. poging tot doodslag;
6. poging tot doodslag;
7. poging tot zware mishandeling.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Vordering benadeelde partij
8..Bijlagen
9..Beslissing
€ 600,00 (zegge: zeshonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 7] te betalen
€ 600,00(hoofdsom,
zegge: zeshonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 600,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
12 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;