ECLI:NL:RBROT:2021:11525

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2021
Publicatiedatum
25 november 2021
Zaaknummer
10/960137-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de invoer van 515 kilogram cocaïne en het voorhanden hebben van een vuurwapen

Op 25 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die samen met anderen 515 kilogram cocaïne heeft ingevoerd. De cocaïne werd op zee uit het water gehaald van pakketten die eerder waren ter water gelaten door een containerschip uit Ecuador. Daarnaast had de verdachte een vuurwapen en een patroonmagazijn in zijn bezit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 6 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III. De ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn in de strafmaat meegewogen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een voorwaardelijke straf op te leggen, gezien de grote hoeveelheid cocaïne en de rol van de verdachte in de invoer. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat niet strafverhogend heeft gewerkt. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen beoordeeld en besloten dat deze onttrokken worden aan het verkeer of verbeurd verklaard. De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/960137-20
Datum uitspraak: 25 november 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
raadsman mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 11 november 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. G.H. Rip heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 20 oktober 2020 in de territoriale wateren van Nederland en te Breskens, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht , een hoeveelheid van
515kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I;
2.
hij op 20 oktober 2020 te Zwolle een vuurwapen van categorie III, te weten een gaspistool merk Blow, model F92, kaliber 9mm P.A.K. en een bijbehorend patroonmagazijn voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
2.
De eendaadse samenloop van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 20 oktober 2020 samen met anderen schuldig gemaakt aan de (verlengde) invoer van 515 kilogram cocaïne. De verdachte heeft op zee pakketten met drugs uit het water gehaald die vlak daarvoor ter water waren gelaten door een containerschip dat afkomstig was uit Ecuador. De verdachte en zijn mededaders hebben de pakketten drugs op een kleinere boot meegenomen en zijn daarmee de haven van Breskens in gevaren, waar zij zijn aangehouden. Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte is in zijn slaapkamer een tot vuurwapen omgebouwd gaspistool en een bijbehorend patroonmagazijn aangetroffen.
De ingevoerde hoeveelheid cocaïne is dusdanig groot dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en grootschalige handel. De verspreiding van en handel in harddrugs vormen een bedreiging voor de volksgezondheid en gaan gepaard met vele andere vormen van (zware) criminaliteit en overlast in zowel binnen- als buitenland. De verdachte heeft naar alle waarschijnlijkheid zo gehandeld om er financieel beter van te worden en heeft zich van de zeer nadelige maatschappelijke gevolgen niets aangetrokken.
Het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee. Ongecontroleerd vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik en daartegen moet streng worden opgetreden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 oktober 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Het strafblad van de verdachte werkt daarom niet strafverhogend.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 maart 2021 en 8 november 2021. Uit het laatstgenoemde rapport blijkt dat de reclassering positief is over het verloop van het schorsingstoezicht. Geadviseerd wordt om aan de verdachte een (deels) voorwaardelijk straf op te leggen met bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De verdediging heeft verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de verdachte op te leggen dan reeds door hem in voorarrest is doorgebracht. Gelet echter op de hoeveelheid ingevoerde cocaïne van 515 kilogram, de rol van de verdachte bij deze invoer en het ondermijnende karakter dat uitgaat van dergelijke delicten ziet de rechtbank hiertoe geen mogelijkheid. Evenmin ziet de rechtbank aanleiding voor het opleggen van een voorwaardelijke straf met daaraan te koppelen bijzondere voorwaarden.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar en 6 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft, overeenkomstig de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen gedateerd 9 november 2021 (Bijlage III), gevorderd dat de rechtbank de in beslag genomen voorwerpen met nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12 zal onttrekken aan het verkeer en het in beslag genomen voorwerp met nummer 7 zal verbeurdverklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de op de beslaglijst aangeduide voorwerpen waarop strafrechtelijk beslag ligt onder de verdachte in beslag zijn genomen en neemt ten aanzien van de voorwerpen de hieronder vermelde beslissing.
Nummer voorwerp
Korte omschrijving voorwerp
Beslissing van de rechtbank
1
Pepperspray, 2 busjes
Onttrekking aan het verkeer
2
Pepperspray, 8 busjes
Onttrekking aan het verkeer
3
Stiletto
Onttrekking aan het verkeer
4
Doos van vuurwapen
Onttrekking aan het verkeer
5
Vuurwapen
Onttrekking aan het verkeer
6
Cryptotelefoon, merk Apple
Onttrekking aan het verkeer
7
Telefoon, merk Samsung
Verbeurdverklaring
8
Cryptotelefoon, merk Apple
Onttrekking aan het verkeer
9
Verdovende middelen
Onttrekking aan het verkeer
10
Verdovende middelen
Onttrekking aan het verkeer
11
Verdovende middelen
Onttrekking aan het verkeer
12
Verdovende middelen
Onttrekking aan het verkeer
De in beslag genomen voorwerpen die zullen worden onttrokken aan het verkeer zijn voorwerpen waarmee de bewezen verklaarde feiten zijn begaan en die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. De in beslag genomen telefoon, merk Samsung, zal worden verbeurdverklaard omdat één van de bewezen feiten met behulp van dit aan verdachte toebehorende voorwerp is begaan of voorbereid.

9..Voorlopige hechtenis

De verdediging heeft primair opheffing en subsidiair schorsing van de voorlopige hechtenis bepleit. Nu de rechtbank de verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen.
De rechtbank acht wel termen aanwezig om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen onder dezelfde voorwaarden als het initiële bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis, te meer omdat de officier van justitie zich daartegen niet heeft verzet.

10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren en 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (Bijlage III), als volgt:
-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
nummer 7
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11 en 12;
schorst de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden onder de navolgende voorwaarden:
De verdachte zal zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen;
Indien de verdachte wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zal de verdachte zich niet onttrekken aan de tenuitvoerlegging daarvan;
De verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn of haar identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of zal een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
De verdachte zal zich niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
De verdachte zal verschijnen op iedere oproep van politie en justitie;
De verdachte zal bij wijziging van zijn adres het nieuwe adres schriftelijk doorgeven aan de officier van justitie;
De verdachte is gedurende de periode van schorsing op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft de verdachte op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 14 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft de verdachte een aaneengesloten blok van 8 uur per dag vrij te besteden.
De verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod.
Het huidige verblijfadres is [adres verdachte]. Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft.
De verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de verdachte in Nederland blijft.
Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen.
Als de reclassering het noodzakelijk acht om voor een doelmatige uitvoering van het toezicht op de naleving van de bijzondere voorwaarden de periode, tijd of locatie aan te passen dan zal zij hiervoor een verzoek indienen bij de opdrachtgever.
Het locatiegebod wordt gecontroleerd middels elektronische monitoring;
De verdachte moet zich vanaf de datum dat de schorsing ingaat, volgens afspraken die met hem gemaakt zullen worden, melden bij Reclassering Nederland, voor zolang en frequent de reclassering dit noodzakelijk acht. Daarbij dient hij zich te houden aan door de reclassering gegeven aanwijzingen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en P.E. van Althuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 20 oktober 2020 in de territoriale wateren van Nederland en/of te Breskens, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (daaronder
mede begrepen invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), althans opzettelijk heeft vervoerd, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer) 572 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet;
2.
hij op of omstreeks 20 oktober 2020 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een (vuur)wapen van categorie III, te weten een (gas)pistool (merk Blow, model F92, kaliber 9mm P.A.K.) en/of een (bijbehorend) patroonmagazijn en/of (bijbehorende munitie) van categorie III, voorhanden heeft gehad.