ECLI:NL:RBROT:2021:11485
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tikkie-fraude en terugbetaling van onverschuldigde betaling
In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter te Rotterdam, stond de kwestie van Tikkie-fraude centraal. De eiseres, wonende te [woonplaats eiseres], had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die zelf procedeerde en woonachtig was te [woonplaats gedaagde]. De procedure volgde op een tussenvonnis van 16 juli 2021, waarin de gedaagde de gelegenheid kreeg om zijn standpunt over de vermeende fraude met zijn bankrekening nader te onderbouwen. De gedaagde heeft echter geen gebruik gemaakt van deze kans en geen aanvullende stukken ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende had aangetoond dat hij ook slachtoffer was van fraude. Hierdoor werd zijn verweer verworpen. De rechter besliste dat de gedaagde het bedrag van € 4.554,20, dat hij op 19 januari 2020 had ontvangen, aan de eiseres moest terugbetalen. Tevens werd de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van ontvangst van het bedrag, omdat de gedaagde in verzuim was geraakt.
Daarnaast vorderde de eiseres een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de vordering op basis van onverschuldigde betaling niet onder het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten viel, maar dat de eiseres voldoende had aangetoond dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden waren verricht. Het gevorderde bedrag van € 702,30 werd dan ook toegewezen.
In de beslissing werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis direct kon laten uitvoeren, ook al zou de gedaagde in beroep gaan.