ECLI:NL:RBROT:2021:11457
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in strafzaak tegen verdachte
Op 15 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, wiens naam en gegevens in het vonnis zijn opgenomen. De zaak betreft de geldigheid van de dagvaarding. De officier van justitie, mr. A. Ekiz, heeft betoogd dat de dagvaarding nietig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend en dat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen. Hierdoor is de dagvaarding nietig verklaard.
De rechtbank heeft in haar vonnis ook de tenlastelegging besproken, waarin de verdachte wordt beschuldigd van het dreigen met een mes en het eisen van 200 euro van een ander. De rechtbank heeft de dagvaarding nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder kan worden behandeld. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 oktober 2021, door de meervoudige kamer voor strafzaken van de Rechtbank Rotterdam.
De beslissing van de rechtbank is van belang voor de rechtsgang en de rechten van de verdachte, aangezien een nietige dagvaarding betekent dat er geen rechtsgeldige aanklacht tegen de verdachte bestaat. De rechtbank heeft de zaak afgesloten zonder verdere behandeling, en de bijlage met de tekst van de tenlastelegging is aan het vonnis gehecht.