Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
en in verenigingmet anderen een geldbedrag van in totaal ongeveer 13.000 euro,
en zijn mededaderswist
en, dat dit geld , onmiddellijk of middellijk, afkomstig was uit enig misdrijf;
engeld voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en zijn mededaders wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
eenkwast en een weegschaal en mondkapjes en een versnijdingsspatel, waarvan hij, verdachte
en zijn mededaderswist
en of ernstige reden hadden te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van het delict;
5..Strafbaarheid feiten
1..medeplegen van witwassen;
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, stoffen en gelden voorhanden hebben waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerp
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of
- heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende(n) op dit voorwerp/geld c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of
- dit voorwerp/geld c.q. deze voorwerpen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp/geld c.q. die voorwerpen, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,