Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- betrokkene met haar advocaat;
- [naam verpleegkundig specialist] , verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius.
Rechtbank Rotterdam
Op 20 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam en betrof een betrokkene die woonde in een beschermde woonomgeving. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond via een beeld- en geluidverbinding, waren de betrokkene en haar advocaat aanwezig, evenals een verpleegkundig specialist van Yulius. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.
De rechtbank constateerde dat de medische verklaring van 5 januari 2021, opgesteld door een psychiater, en de verklaring van de geneesheer-directeur van 6 januari 2021, beide niet ondertekend waren. De advocaat van de betrokkene stelde dat deze verklaringen niet voldeden aan de vereiste formaliteiten, wat aanleiding gaf om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank bevestigde dat de ontbrekende handtekeningen op de medische verklaringen een schending van de juridische vereisten vormden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het verzoek van de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 2 februari 2021.