In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De minderjarige, geboren in 2004, heeft te maken met een heftige drugsverslaving en is recentelijk weggelopen van huis. De kinderrechter heeft eerder op 27 september 2021 een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 is de situatie van [voornaam minderjarige] besproken. De ouders en de betrokken instanties, waaronder de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hebben hun zorgen geuit over de huidige situatie van de minderjarige. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met een gesloten plaatsing voor maximaal vier weken, maar de Raad heeft aangegeven dat deze periode te kort is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te handhaven voor de duur van maximaal vier weken, met de mogelijkheid om [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk over te plaatsen naar een verslavingszorgkliniek. De kinderrechter heeft het overige verzoek van de Raad afgewezen, en de machtiging loopt af op 25 oktober 2021. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 7 oktober 2021.