ECLI:NL:RBROT:2021:11371

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2021
Publicatiedatum
22 november 2021
Zaaknummer
C/10/626092 / JE RK 21-2569
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging, omdat er ernstige zorgen zijn over de veiligheid en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De minderjarige, geboren in 2004, heeft te maken met een heftige drugsverslaving en is recentelijk weggelopen van huis. De kinderrechter heeft eerder op 27 september 2021 een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 is de situatie van [voornaam minderjarige] besproken. De ouders en de betrokken instanties, waaronder de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hebben hun zorgen geuit over de huidige situatie van de minderjarige. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met een gesloten plaatsing voor maximaal vier weken, maar de Raad heeft aangegeven dat deze periode te kort is om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren.

De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te handhaven voor de duur van maximaal vier weken, met de mogelijkheid om [voornaam minderjarige] zo snel mogelijk over te plaatsen naar een verslavingszorgkliniek. De kinderrechter heeft het overige verzoek van de Raad afgewezen, en de machtiging loopt af op 25 oktober 2021. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 7 oktober 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/626092 / JE RK 21-2569
Datum uitspraak: 30 september 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. L.A. Middelkoop, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats] ,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 27 september 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de instemmende verklaring d.d. 29 september 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 30 september 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden een heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die ook voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door mr. L.A.
Middelkoop;
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] en mw. [naam vertegenwoordigster 3]
;
- een vertegenwoordigster van het Crisis Interventie Team (CIT), mw. [naam vertegenwoordigster 4] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de ouders.
Bij beschikking van 27 september 2021 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot
27 december 2021. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 27 september 2021 voor de duur van vier weken. De beslissing is voor het overig verzochte aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad verzoekt een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Dit gaat om de periode tot 27 december 2021.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn ernstige zorgen over de veiligheid van [voornaam minderjarige] . Vorig jaar is de ondertoezichtstelling positief afgesloten, maar daarna zijn er snel weer zorgen ontstaan. Bij [voornaam minderjarige] is sinds enige tijd sprake van een heftige drugsverslaving. Ook is zij weggelopen van huis en heeft ze verbleven bij een onbekende persoon. De komende periode moet [voornaam minderjarige] afkicken van de drugs en zal gekeken moeten worden welke behandeling zij nodig heeft. Positief is dat [voornaam minderjarige] nu open staat voor hulpverlening. De hulpverlening kan echter niet in het vrijwillig kader plaatsvinden, omdat er een risico bestaat dat [voornaam minderjarige] zich zal onttrekken. Ook de ouders hebben aangegeven dat ambulante hulpverlening momenteel waarschijnlijk ontoereikend is. Ondanks dat de gedragswetenschapper instemt voor een maximale duur van vier weken, acht de Raad deze periode te kort om de veiligheid van [voornaam minderjarige] te waarborgen.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

heeft ter zitting aangegeven dat zij een manier zocht om haar problemen te verwerken en toen in aanraking is gekomen met drugs. [voornaam minderjarige] is een paar weken geleden van huis weggelopen, omdat zij geen hulp wilde voor haar verslaving. Op dit moment denkt [voornaam minderjarige] daar anders over. Zij is van mening dat ze binnen de gesloten jeugdhulp niet op haar plek zit en snel hulp bij het afkicken nodig heeft. Haar advocaat is het eens met het advies van de gedragswetenschapper. De machtiging gesloten jeugdhulp kan niet langer dan vier weken worden verleend. Op een gesloten groep kan [voornaam minderjarige] niet de juiste hulp worden geboden. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] snel op de juiste plek terecht komt. Haar advocaat stelt voor dat er op korte termijn een beoordeling door een psychiater plaatsvindt in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, zodat [voornaam minderjarige] met een crisismachtiging in de kliniek van Youz terecht komt. Aansluitend kan gekeken worden naar een reguliere zorgmachtiging. Dit zal passender en effectiever zijn dan een plaatsing binnen de gesloten jeugdzorg.

De standpunten

De medewerkster van het CIT heeft ter zitting aangegeven dat het gesprek in het ziekenhuis tussen [voornaam minderjarige] en het CIT is geëscaleerd. Er werd toen duidelijk zichtbaar dat [voornaam minderjarige] een gevaar voor zichzelf kan zijn. Hulpverlening in het vrijwillig kader is niet haalbaar.
De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De GI is bereid zich in te zetten om een (crisis)behandelplek bij Youz voor [voornaam minderjarige] te regelen.
De ouders hebben ter zitting aangegeven dat [voornaam minderjarige] gisteren open en eerlijk is geweest over haar drugsgebruik. Begin dit jaar is het bergafwaarts gegaan met [voornaam minderjarige] . Het was een lastige periode. De ouders vinden het fijn als [voornaam minderjarige] behandeling krijgt voor haar drugsproblematiek en voor haar andere problematiek. Zij denken dat [voornaam minderjarige] het beste op haar plek is bij Youz middels een zorgmachtiging. De ouders willen het beste voor [voornaam minderjarige] .

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Op dit moment wordt [voornaam minderjarige] ernstig in haar ontwikkeling bedreigd. Sinds een aantal maanden is bij [voornaam minderjarige] sprake van een ernstige drugsverslaving. Mede hierdoor is zij op alle leefgebieden volledig vastgelopen. Een paar weken geleden is [voornaam minderjarige] ook weggelopen van huis. Het was een enige tijd onduidelijk waar en met wie zij verbleef. Toen [voornaam minderjarige] werd teruggevonden bleek zij onder invloed van drugs en is zij met spoed op een gesloten groep bij Hestia geplaatst. Gelet op deze omstandigheden is een plaatsing in een gesloten jeugdhulpinstelling op dit moment aangewezen. Ambulante hulpverlening in de thuissituatie is op dit moment niet haalbaar.
Ter zitting is naar voren gekomen dat [voornaam minderjarige] spijt heeft en geholpen wil worden aan haar verslavingsproblematiek. De vraag is daarom of een langere plaatsing op een gesloten groep in het belang is van [voornaam minderjarige] . Gelet op de verslavingsproblematiek, aanhoudende onthoudingsverschijnselen en psychische problemen lijkt medisch-psychiatrische zorg nodig. De gedragswetenschapper heeft dan ook ingestemd met een gesloten plaatsing voor maximaal vier weken. Het is in belang van [voornaam minderjarige] dat zij zo snel mogelijk wordt overgeplaatst naar een verslavingszorgkliniek waar zij behandeling kan volgen.
De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft ter zitting een concreet plan voorgesteld waarbij [voornaam minderjarige] met een crisismachtiging naar verslavingskliniek Youz kan gaan. De GI is bereid om hiermee aan de slag te gaan. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] eerst behandeling krijgt voor haar verslaving en vervolgens kan werken aan haar andere problematiek en haar schoolgang kan hervatten.
De kinderrechter is, gelet op de verklaring van de gedragswetenschapper en de standpunten van de advocaat van [voornaam minderjarige] en de GI, thans van oordeel dat de machtiging gesloten jeugdhulp op maximaal vier weken mag duren. De kinderrechter handhaaft daarom de beslissing van de kinderrechter van deze rechtbank van 27 september 2021 en wijst het overige verzoek van de Raad af. De machtiging gesloten jeugdhulp loopt af op 25 oktober 2021.

De beslissing

De kinderrechter:
handhaaft de beslissing van deze rechtbank van 27 september 2021;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2021 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 7 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.