ECLI:NL:RBROT:2021:11328

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
22 november 2021
Zaaknummer
FT EA 21/1237 en FT EA 21/1238
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot dwangakkoord in faillissementsprocedure

Op 15 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij verzoeker, die in financiële problemen verkeert, een verzoek heeft ingediend om Taxi & Limousine Services B.V. te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Verzoeker heeft op 7 oktober 2021, samen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 5 november 2021 is Taxi & Limousine Services, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Verzoeker heeft tien schuldeisers, waarvan twee preferente en acht concurrente, met een totale vordering van € 16.228,70. Hij heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 94,03% aan de preferente en 47,02% aan de concurrente schuldeisers. Negen schuldeisers hebben ingestemd met de regeling, maar Taxi & Limousine Services heeft dit geweigerd, met als argument dat het aangeboden bedrag te laag is.

De rechtbank heeft beoordeeld of Taxi & Limousine Services in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling. De rechtbank concludeert dat de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van Taxi & Limousine Services. De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat verzoeker, ondanks zijn huidige situatie, in de toekomst mogelijk weer kan gaan werken. De rechtbank heeft het verzoek om Taxi & Limousine Services te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en deze partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. Tevens is het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat er nu een gedwongen schuldregeling is afgekondigd die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] - [nummer 2]
uitspraakdatum: 15 november 2021
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoeker.

1..De procedure

Verzoeker heeft op 7 oktober 2021, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om World Wide Taxi & Limousine Services B.V., vertegenwoordigd door Incassocenter B.V. (hierna: Taxi & Limousine Services) die weigert mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Ter zitting van 5 november 2021 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mevrouw [persoon A] , werkzaam bij de gemeente Goere- Overflakkee (hierna: schuldhulpverlening);
  • mevrouw [persoon B] , werkzaam bij Galock Dienstverlening V.O.F. (hierna: beschermingsbewindvoerder).
Taxi & Limousine Services is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2..Het verzoek

Verzoeker heeft volgens het ingediende verzoekschrift tien schuldeisers, waarvan twee preferente schuldeisers en acht concurrente schuldeisers (met negen vorderingen). Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 16.228,70 van verzoeker te vorderen.
Verzoeker heeft bij brief van 31 maart 2021 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 94,03% aan de preferente schuldeisers en 47,02% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Ten tijde van het aanbod was de totale schuldenlast € 17.792,86.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond.
De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm.
De afloscapaciteit van verzoeker is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van zijn Wajong-uitkering.
De aangeboden regeling voorziet in uitkering van een prognosepercentage. Dat betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of nog lager zal kunnen uitvallen.
Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en zijn vaste lasten worden inmiddels door zijn beschermingsbewindvoerder voldaan.
Negen schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Taxi & Limousine Services stemt hier niet mee in. Zij heeft een vordering van 3.211,91 op verzoeker, welke 19,8% van de totale schuldenlast beloopt.
Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat de werkzaamheden die hij tot voor kort nog uitvoerden, middels een koppelbaas, zijn gestopt omdat hij mentale problemen ondervond vanwege zijn (aanhoudende) schuldenproblematiek. Desgevraagd heeft verzoeker verklaard dat als er een (gedwongen) schuldregeling tot stand komt, dit hem zeker zal motiveren om te gaan solliciteren naar het vinden van betaald werk.

3..Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Taxi & Limousine Services te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Zij wil de gehele vordering betaald krijgen van verzoeker.
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Taxi & Limousine Services geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt(en) ter zitting toe te lichten.

4..De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Taxi & Limousine Services bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Taxi & Limousine Services in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat alle overige schuldeisers met de aangeboden regeling akkoord zijn gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten de gemeente Goere- Overflakkee. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht.
Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker op dit moment niet beschikt over betaald werk en een Wajong-uitkering ontvangt. Gelet op hetgeen verzoeker ter zitting heeft verklaard (mentale belemmeringen door uitzichtloosheid in het oplossen van zijn schulden waardoor hij niet kan werken), acht de rechtbank het echter voldoende aannemelijk dat verzoeker weer kan solliciteren naar betaald werk (al dan niet met hulp vanuit de uitkerende instantie) zodra er een (gedwongen) schuldregeling tot stand is gekomen. De oorzaak van de mentale belemmeringen is dan immers voor een groot deel weggenomen (door het wegnemen van de uitzichtloosheid van het oplossen van zijn schulden).
Hiertoe overweegt de rechtbank dat het positief zal uitpakken voor de schuldeisers indien verzoeker gaat werken, aangezien het onderhavige voorstel een prognoseakkoord betreft en het uit te keren percentage (in beginsel) stijgt indien het inkomen van verzoeker toeneemt.
Door schuldhulpverlening is ter zitting verklaard dat aan alle waarborgen, die ervoor moeten zorgen dat verzoeker het maximale ten behoeve van zijn schuldeisers zal afdragen, is voldaan. Verzoeker heeft een beschermingsbewindvoerder. Het ontstaan van nieuwe schulden ligt niet in de rede.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoeker van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht.
Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoeker zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoeker die vanuit een stabiele situatie zijn schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Taxi & Limousine Services, die geweigerd heeft in te stemmen.
Het verzoek om Taxi & Limousine Services te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Taxi & Limousine Services zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoeker zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden en dat hij niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5..De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Taxi & Limousine Services om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Taxi & Limousine Services in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Tideman, rechter, en in aanwezigheid van mr. K. de Ridder, griffier, in het openbaar uitgesproken op 15 november 2021. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.