Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1] ,
1..De procedure
- het tussenvonnis in het incident van 28 april 2021, met de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 oktober 2021;
- de spreekaantekeningen van mr. Trimbach; en
- de akte overlegging producties, tevens aanvulling grondslag van eis, van NBU.
2..De feiten
– kort gezegd – inhoudt dat [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] het recht hebben de overeenkomst te ontbinden als zij niet binnen twee maanden na ondertekening van de overeenkomst de financiering van de woning rond krijgen. Deze termijn is twee keer verlengd: eerst door NBU uit eigen beweging tot 1 juli 2019 (vanwege vertraging in het verkrijgen van de benodigde omgevingsvergunning) en vervolgens door NBU op verzoek van [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] tot 1 september 2019.
3..Het geschil
4..De beoordeling
De betalingsregeling is niet onder ontbindende voorwaarde overeengekomen
Voorwaardelijke ontbinding van de koop-/aannemingsovereenkomst voor bouwnummer [nummer] i.c.m. verschuldigd worden contractuele boete ad 10% (€ 75.000,- incl. btw)
Aanlevering (allesomvattende) verklaring herkomst van € 800.000,-
- dagvaarding € 90,53
- griffierecht € 2.042,00
- salaris gemachtigde
5..De beslissing
- € 163,- aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van betaling; en
- € 85,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling;