Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
gevestigd te Oud-Beijerland,
1..Het verloop van de procedure
2..De vordering en de grondslag
3..De beoordeling
4..De beslissing
- te betalen een bedrag van € 600,- bruto exclusief emolumenten aan resterend salaris over de maand mei 2021;
- te betalen het na aftrek van een bedrag van € 489,- netto resterende netto equivalent van € 3.900,- bruto exclusief emolumenten over de maanden juni tot en met augustus 2021;
- te betalen een bedrag van € 547,20 aan reiskosten over de periode 19 maart 2021 tot en met 11 juni 2021;
- te betalen een bedrag van € 1.300,- bruto per maand, te vermeerderen met emolumenten, verschuldigd vanaf 1 september 2021 tot aan de dag waarop de dienstbetrekking rechtsgeldig zal zijn geëindigd (lees: 19 oktober 2021);
- de wettelijke rente over voornoemde bedragen vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
- binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de loonstroken ter beschikking stellen van de maanden juli 2021 tot en met oktober 2021, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,- per ingegane dag dat D&E na het verstrijken van deze 14 dagen in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 5.000,-;