Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 6 en 7 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 97 dagen met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
stillsvan de) camerabeelden. Ten aanzien van het onder 4 subsidiair ten laste gelegde feit is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de telefoon een uit misdrijf verkregen goed betrof.
stillsin het procesdossier van onvoldoende kwaliteit zijn en onvoldoende duidelijk zijn om als basis voor een betrouwbare herkenning te dienen.
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld van geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en het bezit van het gestolene te verzekeren,
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
diegeheel aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 3], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
1 (een) maandniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), bestaande uit € 300,- aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 300,- (zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen;