ECLI:NL:RBROT:2021:11060

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 september 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
10/680117-13 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing ontnemingsvordering wegens gebrek aan bewijs en overschrijding redelijke termijn

Op 27 september 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een ontnemingszaak, waarbij de ontnemingsvordering van de officier van justitie werd afgewezen. De zaak was aanhangig gemaakt in 2013, maar het dossier was nooit aangevuld, waardoor de rechtbank niet in staat was om de vordering te beoordelen. De verdediging had primair bepleit om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren, omdat het aanzienlijke tijdsverloop niet aan hen te wijten was en dit een inbreuk op het recht op een eerlijk proces zou vormen. Subsidiair werd verzocht om de vordering af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de redelijke termijn was overschreden, dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank concludeerde dat de ontnemingsvordering om gebrek aan bewijs en het tijdsverloop moest worden afgewezen. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. J.L.M. Boek, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer: 10/680117-13 (ontneming)
Datum uitspraak: 27 september 2021
Tegenspraak (gemachtigd raadsvrouw)

VONNIS

van de RECHTBANK ROTTERDAM, meervoudige kamer voor strafzaken, op de vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie in de zaak tegen de veroordeelde:

[naam veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum veroordeelde] te [geboorteplaats veroordeelde] ( [geboorteland veroordeelde] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres veroordeelde] ,
[postcode veroordeelde] [woonplaats veroordeelde]
feitelijk wonende of verblijvende op het adres [verblijfadres] ,
[postcode] [verblijfplaats] .
raadsvrouw mr. E.M. van den Oudenaller, advocaat te Dordrecht.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 september 2021.
STANDPUNT OFFICIER VAN JUSTITIE
De ontnemingsvordering is op de terechtzitting van 13 juni 2013 aangekondigd. Vervolgens is de ontnemingszaak voor onbepaalde tijd aangehouden om het openbaar ministerie in de gelegenheid te stellen om de ontnemingsrapportage te completeren. De officier van justitie constateert dat het ontnemingsdossier nooit is aangevuld en dat de in het dossier aanwezige berekening niet kan leiden tot toewijzing van de destijds aangebrachte ontnemingsvordering.
Gelet hierop en gelet op het tijdsverloop heeft de officier van justitie gerequireerd tot afwijzing van de ontnemingsvordering.
STANDPUNT VERDEDIGING
Primair is bepleit om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren. Door het aanzienlijke tijdsverloop -dat niet te wijten is aan de verdediging- kan het dossier niet meer zorgvuldig beoordeeld worden en is er sprake van een zodanig ernstige inbreuk op het recht op een eerlijke behandeling dat er geen sprake meer is van een eerlijk proces.
Subsidiair is bepleit de vordering af te wijzen.
BEOORDELING
Uitgangspunt van de Hoge Raad is dat overschrijding van de redelijke termijn niet kan leiden tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging. Het ontvankelijkheidsverweer kan dus niet slagen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de ontnemingsvordering dient te worden afgewezen.
BESLISSING
De rechtbank:
wijst de ontnemingsvordering af.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.L.M. Boek, voorzitter,
en mrs. J.C. Tijink en E. IJspeerd, rechters,
in tegenwoordigheid van M.M. Cerpentier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 september 2021.