ECLI:NL:RBROT:2021:11024

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
C/10/625885 / JE RK 21-2534
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige tot aan meerderjarigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 22 september 2021 een verzoek ingediend voor een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen tot aan zijn achttiende verjaardag. Dit verzoek is gedaan in het kader van de complexe problematiek van [naam kind], die sinds januari 2020 binnen de gesloten jeugdhulp verblijft. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij ook een strafzaak tegen [naam kind] aan de orde was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [naam kind] een lange hulpverleningsgeschiedenis heeft en dat er momenteel gezocht wordt naar een geschikte vervolgplek voor hem. De rechtbank heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de complexe persoonlijke problematiek van [naam kind] en de onrust die voortkomt uit de onduidelijkheid over zijn toekomst na zijn achttiende verjaardag.

De kinderrechter heeft besloten om de verzochte machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, met ingang van 29 oktober 2021 tot 25 december 2021. Dit besluit is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/625885 / JE RK 21-2534
datum uitspraak: 21 oktober 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2003 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind],
advocaat: mr. W.R. Arema.

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 september 2021, ingekomen bij de griffie op 23 september 2021,
- de verklaring van 22 september 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring van 29 september 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 21 oktober 2021 heeft de rechtbank de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
De zaak is gelijktijdig behandeld met de behandeling van de strafzaak tegen [naam kind] geregistreerd onder het parketnummer 10/270385-20.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die ook voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat,
- de gezinshuismoeder, [naam 1], als informant,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 2].
De rechtbank heeft bijzondere toegang verleend aan een begeleider vanuit Schakenbosch, [naam 3]. In het kader van de strafzaak tegen [naam kind] waren tevens zijn advocaat in de strafzaak, mr. E.M. van den Oudenaller, de officier van justitie mr. R.H.I. van Dongen, het slachtoffer in de strafzaak bijgestaan door haar advocaat, mr. B. Akdikan en een slachtoffercoördinator van het openbaar ministerie, [naam 4], aanwezig.

De feitenBij beschikking van 11 november 2019 is [naam kind] onder voogdij gesteld van de GI.

[naam kind] verblijft binnen de gesloten jeugdhulp van Schakenbosch.
Bij beschikking van 23 april 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 29 april 2021 tot 29 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven tot aan zijn meerderjarigheid.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] is vanwege zijn complexe problematiek lastig plaatsbaar. Er zijn op dit moment drie instellingen aan het bekijken of zij [naam kind] een passende plek kunnen bieden. Daarnaast zal een begeleider vanuit Schakenbosch, met wie [naam kind] een vertrouwensband heeft, betrokken blijven voor een gefaseerde overgang naar de mogelijke vervolgplek. [naam kind] kan sinds het afgelopen jaar beter aangeven wat hij voelt en wat hij wel en niet prettig vindt, maar stelt zich nog wel (zorg)vermijdend op. Het is belangrijk dat [naam kind] zijn gevoel van veiligheid op een passende vervolgplek kan opbouwen. Er is een goed plan en voldoende tijd nodig om een overstap zo goed mogelijk te laten verlopen. De GI heeft goede hoop dat er vóór [naam kind]’s achttiende verjaardag een plek voor hem is. Tot hij kan worden overgeplaatst is het van belang dat hij in zijn vertrouwde omgeving bij Schakenbosch kan blijven.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is ingestemd met het verzoek. [naam kind] heeft geen moeite met de geslotenheid en hij voelt zich op zijn plek. De huidige plaatsing moet worden voorgezet, zodat [naam kind] op zijn huidige vertrouwde en veilige plek kan blijven tot hij naar een zo goed mogelijke vervolgplek kan, waar hij ook na zijn achttiende verjaardag kan verblijven.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de rechtbank is hier sprake van.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er sprake is van zeer complexe persoonlijke problematiek bij [naam kind]. [naam kind] kent een lange hulpverleningsgeschiedenis en verblijft sinds januari 2020 binnen de gesloten jeugdhulp. De afgelopen periode is [naam kind] met een vaste één-op-één begeleider in staat gebleken om te leren praten over zijn emoties en ervaringen te bespreken. Op dit moment wordt er gezocht naar een geschikte vervolgplek voor [naam kind] waar hij ook na zijn meerderjarigheid kan verblijven en hij de nodige begeleiding en sturing kan blijven ontvangen. Onder meer de strafzitting en de onduidelijkheid over de toekomst van [naam kind] na zijn achttiende verjaardag veroorzaken veel onrust en spanning bij [naam kind] en dat vergroot de kans op terugval in zijn vermijdende coping gedrag.
Een overplaatsing vanuit de geslotenheid naar een open behandelsetting is eerder dit jaar mislukt, omdat de overplaatsing te snel ging voor [naam kind] en hij zich niet veilig voelde. Gezien deze ervaring en zijn complexe problematiek is het belangrijk dat een overstap naar een vervolgplek van [naam kind] gefaseerd en met de nodige begeleiding kan plaatsvinden. [naam kind] voelt zich veilig en vertrouwd bij Schakenbosch en een passende vervolgplek is op dit moment nog niet beschikbaar. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat [naam kind] bij Schakenbosch kan blijven tot de overgang naar een vervolgplek gefaciliteerd kan worden. De rechtbank zal daarom de verzochte machtiging gesloten jeugdhulp verlenen tot aan zijn meerderjarigheid.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [naam kind] met ingang van 29 oktober 2021 tot 25 december 2021.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2021 door mr. A. Verweij, voorzitter, tevens kinderrechter, en mr. J.S. van den Berge en mr. dr. A. Wolthuis, rechters, tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. W. Apeldoorn als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 november 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.