Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. A. Dogan, advocaat te Rotterdam.
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) uren met aftrek van voorarrest en een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar en de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd, waarbij aan het locatieverbod gedurende 6 maanden elektronische controle moet worden verbonden. Het toezicht door de reclassering dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard;
- oplegging van de maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende een locatieverbod voor [naam locatie] te Bleiswijk en een contactverbod met aangeefster [naam slachtoffer 1] voor de duur van 2 jaar. De 38v-maatregel dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard. Daarnaast geldt dat bij elke overtreding van de
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8 januari 2021 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden,
taakstraf voor de duur van 150 (honderdvijftig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
52 (tweeënvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
26 (zesentwintig) dagen;
van € 508,40 (zegge: vijfhonderdacht euro en veertig eurocent), waarin is begrepen € 500,00 wegens immateriële schade en € 8,40 wegens materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 508,40(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdacht euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 250,00(hoofdsom,
zegge: tweehonderdvijftig euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
5 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
jedood" en/of "laat
mijdoorrijden, anders maak ik je