ECLI:NL:RBROT:2021:10900

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
11 november 2021
Zaaknummer
C/10/626985 / FA RK 21-7719
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een autismespectrumstoornis. De officier van justitie had op 14 oktober 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om verplichte zorg op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 29 oktober 2021 waren betrokkene, zijn advocaat en twee zorgverleners aanwezig. De rechtbank oordeelde dat betrokkene ernstig nadeel ondervond door zijn psychische stoornis, wat leidde tot risico's voor zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid, alsook voor de veiligheid van anderen.

De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat betrokkene medicatie nodig had om psychotische decompensatie te voorkomen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg in crisissituaties. De rechtbank achtte de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk en evenredig, en wees de overige verzoeken van de officier af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 8 november 2021. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/626985 / FA RK 21-7719
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 29 oktober 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
advocaat mr. J.B. Peters te Zoetermeer.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen ter griffie op 14 oktober 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 12 oktober 2021;
  • de zorgkaart van 17 september 2021;
  • het zorgplan van 17 september 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene; en
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2021. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat; en
  • [naam 2], behandelend arts, en [naam 3], ambulant behandelaar, beiden verbonden aan Fivoor.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de behandelend arts verklaard dat betrokkene tevens bekend is met een autismespectrumstoornis.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
Om een crisissituatie af te wenden, ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene zorg nodig. Nadat betrokkene gedurende zeven maanden is opgenomen, krijgt betrokkene momenteel ambulante zorg in de thuissituatie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de ambulant behandelaar verklaard dat betrokkene de noodzakelijke medicatie elke avond inneemt onder toezicht van een behandelaar. De behandelend arts acht het noodzakelijk dat betrokkene medicatie blijft accepteren ter voorkoming van psychotische decompensatie met voornoemd ernstig nadeel als gevolg.
2.4.
Gebleken is dat er (nog) geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat er sprake is van een beperkt ziektebesef en
-inzicht. Betrokkene is ambivalent ten aanzien van behandeling en medicatie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene verklaard zorg te accepteren zolang hij thuis kan blijven wonen. Volgens de ambulant behandelaar is dit een reële wens, omdat momenteel sprake is van een gestabiliseerd toestandsbeeld met behulp van thuiszorg waarbij betrokkene binnen afzienbare tijd ook zal starten met dagbesteding. De ambulant behandelaar verklaarde dat zij de bereikte stabiliteit willen behouden door middel van medicamenteuze behandeling om zodoende een heropname te voorkomen. Volgens de ambulant behandelaar gebruikt betrokkene, in een situatie zonder toezicht, zijn medicatie echter inconsistent. Daarbij verklaarde zij nadrukkelijk dat dit geen gevolg is van onwil vanuit betrokkene. Wanneer betrokkene medicatie inconsistent inneemt, is in het verleden gebleken dat hij psychotisch decompenseerde waardoor tevens zijn bereidheid tot medewerking aan noodzakelijke zorg veranderde. De advocaat van betrokkene verklaarde tijdens de mondelinge behandeling dat betrokkene meent dat het nog te vroeg is om de noodzakelijke zorg in volledig vrijwillig kader voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken met de aanwezige partijen. Namens betrokkene verzoekt de advocaat de vormen van verplichte zorg
het beperken van de bewegingsvrijheiden
het opnemen in een accommodatieaf te wijzen. De rechtbank gaat aan dit verzoek voorbij. Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank het volgende. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval moet worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles; en
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudend dat betrokkene ambulant behandelcontact toelaat en ambulante behandelafspraken nakomt.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het kan voorkomen dat betrokkene stopt met het innemen van medicatie. In dat geval bestaat het risico dat hij psychotisch decompenseert, wat resulteert in hallucinaties, grensoverschrijdend gedrag richting anderen, zelfbeschadigend gedrag, financiële problematiek en zelfverwaarlozing. In crisissituaties mag binnen de komende twaalf maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid; en
  • het opnemen in een accommodatie.
‘Overige verzochte verplichte zorg’
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische handelingen en therapeutische maatregelen, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
2.6.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De behandelend arts verklaarde dat er geen alternatief is dan de huidige medicatie waarmee voornoemd ernstig nadeel kan worden voorkomen. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 29 oktober 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 29 oktober 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 8 november 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.