Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van [naam eiser] van 15 november 2019, met producties 1 t/m 31;
- de conclusie van antwoord van Allianz, met producties 1 t/m 8;
- de conclusie van repliek, tevens houdende wijziging en vermeerdering van eis van [naam eiser], met producties 32 t/m 39;
- de conclusie van dupliek van Allianz, met productie 9;
- het proces-verbaal van de op 6 april 2021 gehouden mondelinge behandeling;
- de brief van mr. Neijzen van 4 mei 2021 met een reactie op het proces-verbaal.
2..De feiten
Status na doorgemaakt flexie / extensie trauma van de cervicale wervelkolom type whiplash, waarbij de klachten gedeeltelijk worden onderhouden door de tevens bestaande evidente houdingsanomalie van de cervicale wervelkolom met actief fixeren van de nek in het kader van pijnvermijdingsgedrag.
Er zijn geen aanwijzingen voor een doorgemaakte commotio cerebri.
Cognitieve klachten in het kader van de bestaande houdings- en verwerkingsproblematiek naast de bestaande pijn.
3..Het geschil
4..De beoordeling
“Status na doorgemaakt flexie / extensie trauma van de cervicale wervelkolom type whiplash, waarbij de klachten gedeeltelijk worden onderhouden door de tevens bestaande evidente houdingsanomalie van de cervicale wervelkolom met actief fixeren van de nek in het kader van pijnvermijdingsgedrag.”en:
“Ten gevolge van het ongeval is op neurologisch gebied derhalve sprake van een functionele invaliditeit van de gehele persoon van 1%”. Tien jaar voor het ongeval is [naam eiser] weliswaar, na een eerder doorgemaakte periode van overwerkt zijn, ook een ander ongeval overkomen, met nadien geuite hoofdpijn- en nekklachten waarvoor hij werd gezien door een neuroloog en werd begeleid door het Rug Advies Centrum. Volgens [naam 4] is het echter aannemelijk dat er geen duidelijke restverschijnselen opgetreden zijn ten gevolge van dit eerder doorgemaakte ongeval. Bovendien waren de klachten verdwenen na dat ongeval. Verder bestaan geen aanwijzingen voor een doorgemaakte TIA en zijn na een cardiologisch onderzoek geen afwijkingen geconstateerd. Het verweer van Allianz dat de gezondheidsklachten van [naam eiser] zoals door hem geuit niet aan de verzekerde van Allianz als een gevolg van het door deze veroorzaakte ongeval kunnen worden toegerekend, volgt de rechtbank op grond van deze vaststellingen dan ook niet. Daarbij acht de rechtbank tevens van belang dat [naam 4] op vraag 2c expliciet heeft geantwoord dat er op neurologisch gebied geen aanwijzingen zijn dat [naam eiser] klachten dan wel afwijkingen zou hebben ontwikkeld indien hem geen ongeval zou zijn overkomen en dat niet ter discussie staat dat de klachten van [naam eiser] op zichzelf door het hem overkomen ongeval (aanrijding van achteren) kunnen zijn veroorzaakt. De conclusie luidt daarom dat de klachten van [naam eiser] in (juridisch) causaal verband staan met het ongeval.
“Betrokkene [[naam eiser]] is naar mijn overtuiging vanwege zijn arbeidsongeschiktheid ontslagen en niet vanwege bedrijfseconomische redenen. Behoudens betrokkene zijn er geen andere mensen ontslagen. Bovendien kreeg betrokkene op zijn functioneren altijd positieve kritieken.”Daar komt bij dat bij [naam eiser] zelf ook altijd het vermoeden heeft bestaan dat Yusen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht wegens zijn arbeidsongeschiktheid (vide dagvaarding onder 9: “
Evident is echter dat de arbeidsongeschiktheid van [naam eiser] de werkelijke reden was van de ontslagaanvraag” en randnummer 29 conclusie van repliek).
5..De beslissing
15 december 2021voor het nemen van een akte na tussenvonnis door [naam eiser] ter zake van hetgeen in rechtsoverweging 4.33 (mede onder verwijzing naar 4.16) is overwogen,