ECLI:NL:RBROT:2021:10865

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 november 2021
Publicatiedatum
10 november 2021
Zaaknummer
9451316
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Vestia en twee gedaagden, die als huurders betrokken zijn bij een huurovereenkomst. De eiseres, Vestia, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vanwege een huurachterstand van € 4.034,90, die was ontstaan van maart tot en met september 2021. De gedaagden erkenden de huurachterstand, maar stelden voor een betalingsregeling te treffen. Vestia ging hier niet mee akkoord, omdat de gedaagden ook de lopende huur niet betaalden.

De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van meer dan drie maanden een tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting vormde, wat ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter wees de vordering van Vestia toe, inclusief de ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en verschenen rente. De kantonrechter gaf de gedaagden de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen met Vestia, maar benadrukte dat dit niet zonder instemming van Vestia kon worden vastgesteld.

De uitspraak benadrukt de gevolgen van wanbetaling in huurrelaties en de rechten van verhuurders om bij substantiële huurachterstanden tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan. De rechter heeft de proceskosten aan de gedaagden opgelegd, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9451316 CV EXPL 21-31119
uitspraak: 12 november 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Vestia,
gevestigd en kantoorhoudende te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt,
tegen

1..[gedaagde 1],

2. [gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats gedaagden],
gedaagden,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Vestia” respectievelijk “[gedaagden]”.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 15 september 2021, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagden];
  • de akte houdende uitlatingen voor de rolzitting van 14 oktober 2021, met een productie;
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
2.1
Tussen Vestia als verhuurster en [gedaagden] als huurder bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning gelegen aan de [adres] (hierna het gehuurde).
2.2
Op grond van deze huurovereenkomst is [gedaagden] maandelijks bij vooruitbetaling huur verschuldigd aan Vestia, laatstelijk bedragend € 1.011,72 per maand.

3..De vordering

3.1
Vestia vordert, (kort gezegd) bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- de huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde te ontbinden en [gedaagden] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde,
alsmede [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot:
- betaling van een bedrag van € 4.034,90 aan huurachterstand berekend tot en met augustus 2021, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 september 2021 tot de dag der algehele voldoening,
- betaling van buitengerechtelijke kosten van € 366,69 (inclusief btw),
- betaling van de tot 15 september 2021 reeds verschenen rente van € 42,52,
- betaling van de huurbedragen/gebruiksvergoedingen van € 1.011,72 vanaf oktober 2021 tot en met de maand dat ontruiming heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de (wettelijk) toegestane huurverhoging,
met veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering heeft Vestia – zakelijk weergegeven en voor zover van belang – ten grondslag gelegd dat [gedaagden], ondanks aanmaning en sommatie, in gebreke is gebleven met tijdige en volledige betaling van de verschuldigde huur waardoor er vanaf maart 2021 tot en met september 2021 een huurachterstand van € 4.034,90 is ontstaan. De hoogte van de achterstand rechtvaardigt ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling tot ontruiming van het gehuurde. Door de wanbetaling van [gedaagden] zag Vestia zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. De gemaakte kosten van € 366,69 (inclusief btw) komen op grond van artikel 6:96 BW voor rekening van [gedaagden]. Door de vertraging in de betaling van verschuldigde huurpenningen heeft Vestia vermogensschade geleden. [gedaagden] is gehouden deze schade, bestaande uit wettelijke rente over het bedrag van de huurachterstand aan Vestia te vergoeden. Vestia heeft de verschenen rente tot de dag van de dagvaarding berekend op € 42,52.

4..Het verweer

[gedaagden] heeft de vordering erkend en wenst een betalingsregeling te treffen met betrekking tot de huurachterstand voor een bedrag van € 250,00 naast de lopende huurbetalingen.

5..De beoordeling

5.1
Vestia is niet akkoord gegaan met de door [gedaagden] voorgestelde betalingsregeling omdat [gedaagden] de lopende huur niet betaalt. De kantonrechter zal daarom beslissen op de vordering zoals deze bij dagvaarding door Vestia is ingesteld.
5.2
[gedaagden] heeft de verschuldigdheid en de hoogte van de gestelde huurachterstand, berekend tot en met de maand september 2021 erkend. Het gevorderde bedrag ter hoogte van € 4.034,90 aan huurachterstand zal dan ook worden toegewezen.
5.3
Ten aanzien van de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde wordt als volgt overwogen. Ingevolge artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Door een huurachterstand te laten ontstaan, is [gedaagden] tekortgeschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichting jegens Vestia. Ten tijde van de dagvaarding bestond er een huurachterstand van meer dan drie maanden. Van een tekortkoming van geringe betekenis is daarom geen sprake. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat de tekortkoming van bijzondere aard is. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde wordt dan ook gerechtvaardigd geacht en toegewezen.
5.4
De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.5
De vorderingen tot betaling van € 1.011,72 per maand vanaf de maand oktober 2021 zolang [gedaagden] het gehuurde in gebruik houdt, zijn onbetwist en zullen worden toegewezen zoals hierna vermeld.
5.6
De gevorderde buitengerechtelijke kosten dienen beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Vestia heeft op 20 april 2021 aan [gedaagden] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. [gedaagden] heeft niet weersproken dat hij deze aanmaning heeft ontvangen, waardoor van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagden] wordt uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagden] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het gevorderde bedrag van € 366,69 (inclusief btw) aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten zal dan ook worden toegewezen.
5.7
De gevorderde verschenen wettelijke rente van € 42,52 is onweersproken en op de wet gegrond. De gevorderde rente wordt dan ook toegewezen zoals hieronder vermeld.
5.8
Gelet op het bepaalde in artikel 6:29 BW is de kantonrechter niet gerechtigd om een betalingsregeling vast te stellen zonder instemming van Vestia. De kantonrechter geeft [gedaagden] in overweging zich binnen korte termijn na ontvangst van dit vonnis (nogmaals) tot de gemachtigde van Vestia te wenden, teneinde een passende betalingsregeling te trachten overeen te komen.
5.9
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagden] in de proceskosten worden veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter:
ontbindt de bovengenoemde huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagden] om het gehuurde aan de [adres] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege [gedaagden] daar bevinden en het gehuurde, onder overgave van de sleutels, ter beschikking van Vestia te stellen;
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in die zin dat wanneer de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om aan Vestia tegen kwijting te betalen een bedrag van € 4.034,90 aan huurachterstand berekend tot en met september 2021, een bedrag van € 366,69 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke kosten en een bedrag van € 42,52 aan tot de dagvaarding verschenen rente, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 4.034,90 vanaf 15 september 2021 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in die zin dat wanneer de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om aan Vestia met ingang van de maand oktober 2021 tot de dag van ontbinding van de huurovereenkomst, en vervolgens vanaf de datum van ontbinding tot en met de maand waarin de ontruiming van het gehuurde aan de [adres] plaatsvindt, een bedrag te betalen van € 1.011,72 per maand, ook die laatste maand voor een gehele te rekenen;
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Vestia vastgesteld op € 634,99 aan verschotten en € 249,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordelingen betreft, uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
50725