In deze zaak heeft de besloten vennootschap Eurobox Self Storage B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die niet in de procedure is verschenen. De vordering betreft een voorlopige voorziening in kort geding, waarbij Eurobox verzoekt om ontruiming van een gehuurde opslagruimte en betaling van huurachterstand. De gedaagde heeft geen bekende woon- of verblijfplaats en is op de mondelinge behandeling niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.
Eurobox heeft een spoedeisend belang bij de ontruiming, omdat de huurachterstand is opgelopen tot een totaalbedrag van € 1.018,32, en de gedaagde heeft nagelaten de huur tijdig te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Eurobox ontvankelijk is in haar vordering, gezien het spoedeisend belang en de omstandigheden van de zaak. De vordering is toegewezen, waarbij de gedaagde wordt veroordeeld om de opslagruimte binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en een bedrag van € 500,- te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door mr. I.K. Rapmund en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 oktober 2021.