Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting BPL Pensioen,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting BPL Pensioen en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, BPL Pensioen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, betaling van huurachterstand en ontruiming van het gehuurde. De gedaagde huurde een woning van BPL Pensioen en had een huurachterstand opgebouwd van meer dan vijf maanden, wat leidde tot de vordering van de verhuurder. Ondanks dat de gedaagde was opgeroepen, is zij niet verschenen op de mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde haar verplichtingen niet is nagekomen en dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 5.452,32, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde opgedragen de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huur tot het moment van ontruiming en in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde aan het vonnis moet voldoen, ook als zij in hoger beroep gaat.