In deze zaak, behandeld door de kantonrechter in Dordrecht, heeft eiseres, handelend onder de naam [handelsnaam], een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door [persoon A]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 5 augustus 2021, waarna op 2 november 2021 een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Gedaagde heeft verstek laten gaan, waardoor de vordering van eiseres als onvoldoende weersproken is komen vast te staan. Eiseres heeft werkzaamheden verricht voor gedaagde en heeft hiervoor facturen gestuurd, waarvan een deel niet is betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de hoofdsom van € 1.740,71, wat een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert volgens artikel 6:74 BW. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De proceskosten zijn eveneens voor gedaagde, die in totaal € 2001,82 moet betalen aan eiseres, vermeerderd met rente en kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken op 18 november 2021.