ECLI:NL:RBROT:2021:10815

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 november 2021
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
9416186
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van kosten op grond van tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter in Dordrecht, heeft eiseres, handelend onder de naam [handelsnaam], een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door [persoon A]. De procedure is gestart met een dagvaarding op 5 augustus 2021, waarna op 2 november 2021 een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. Gedaagde heeft verstek laten gaan, waardoor de vordering van eiseres als onvoldoende weersproken is komen vast te staan. Eiseres heeft werkzaamheden verricht voor gedaagde en heeft hiervoor facturen gestuurd, waarvan een deel niet is betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de hoofdsom van € 1.740,71, wat een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst oplevert volgens artikel 6:74 BW. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De proceskosten zijn eveneens voor gedaagde, die in totaal € 2001,82 moet betalen aan eiseres, vermeerderd met rente en kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken op 18 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9416186 \ CV EXPL 21-3717
uitspraak: 18 november 2021 (bij vervroeging)
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
[eiseres] handelend onder de naam [handelsnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: [naam gemachtigde] te [plaats] ,
tegen
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
gedaagde,
in persoon, [persoon A] , bestuurder.
Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres] respectievelijk [gedaagde] .

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 5 augustus 2021;
  • de conclusie van antwoord;
  • de griffiersaantekeningen van de op 2 november 2021 gehouden mondelinge behandeling, waarbij [eiseres] in persoon is verschenen en [gedaagde] zonder bericht van verhindering verstek heeft laten gaan;
  • de ter zitting van 2 november 2021 overlegde stukken aan de kant van [eiseres] .
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bij vervroeging bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[eiseres] heeft tussen 4 en 22 december voor [gedaagde] werkzaamheden verricht, bestaande uit het afmonteren en in bedrijf stellen van een kraan en het controleren en herstellen van een bovenloopkraan. Op 16 en 23 december 2020 heeft [eiseres] twee facturen naar [gedaagde] verstuurd. De facturen belopen samen een bedrag ad € 5.375,74.
2.3
[eiseres] heeft op 17 februari 2022 een creditfactuur naar [gedaagde] verstuurd ten bedrage van € 728,90. [gedaagde] heeft vervolgens op 12 maart 2021 € 2.906,13 aan [eiseres] betaald.

3..De vordering

3.1
[eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 1.740,71 aan hoofdsom en € 261,11 aan buitengerechtelijke kosten.
3.2
Aan haar vordering heeft [eiseres] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag gelegd dat [gedaagde] haar betalingsverplichting niet volledig is nagekomen. [gedaagde] is in gebreke gebleven met betaling van de resterende hoofdsom ad € 1.740,71. [gedaagde] schiet daarmee toerekenbaar tekort in de nakoming van de overeenkomst op grond van artikel 6:74 BW.

4..Het verweer

4.1
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd.
4.2
[gedaagde] heeft de kosten en het aantal uren zoals genoemd in de facturen van [eiseres] betwist.

5..De beoordeling

5.1
[eiseres] heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling de bezwaren van [gedaagde] gemotiveerd en met producties onderbouwd weerlegd. [gedaagde] heeft bij die gelegenheid verstek laten gaan en daarmee de toelichting van [eiseres] onweersproken gelaten, zodat de conclusie moet zijn dat de vordering van [eiseres] als onvoldoende weersproken is komen vast te staan. De hoofdsom ad € 1.740,71 zal dan ook worden toegewezen.
5.2
[eiseres] maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. De gevorderde vergoeding komt voor toewijzing in aanmerking, nu aan de wettelijke vereisten voor toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten is voldaan.
5.3
De onweersproken gebleven rente zal, als op de wet gegrond, worden toegewezen op de wijze als in het dictum weergegeven.
5.4
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] tegen kwijting te betalen € 2001,82 aan hoofdsom en buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over € 1.740,71 vanaf 17 februari 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [eiseres] vastgesteld op € 343,33 aan verschotten en € 187,00 aan salaris voor de gemachtigde;
en, indien [gedaagde] niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, begroot op € 93,50 aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. van Boven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
51286