Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het exploot van dagvaarding van 5 juli 2021, met 33 producties;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid, met één productie;
- de conclusie van antwoord in het incident, met twee producties.
2..De vorderingen in de hoofdzaak
3..De vordering in het bevoegdheidsincident
4..Het verweer in het bevoegdheidsincident
5..De beoordeling in het bevoegdheidsincident
Alle geschillen die ontstaan naar aanleiding van, of in verband met de Overeenkomst zullen worden beslecht door arbitrage door de Raad van Arbitrage voor de Bouw overeenkomstig haar statuten zoals deze drie maanden voor de Overeenkomst luiden, zulks behoudens de bevoegdheid van Dura Vermeer het geschil te doen beslechten door de bevoegde burgerlijke rechter of de instantie zoals bepaald in de overeenkomst tussen Dura Vermeer en de Principaal.”.
op dit momentniet naar de algemene voorwaarden leidt. Dit leidt echter - anders dan Mobelli van mening is - niet automatisch tot de conclusie dat Dura Vermeer geen redelijke mogelijkheid aan Mobelli heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Artikel 6:234 lid 2 BW mag namelijk niet zo worden gelezen, dat Dura Vermeer verplicht is om de algemene voorwaarden permanent op dezelfde website beschikbaar te houden. Het volstaat, dat de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst zodanig ter beschikking worden gesteld dat deze kunnen worden opgeslagen, zodat deze voor latere kennisneming toegankelijk zijn. Mobelli heeft zich pas in reactie op de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van Dura Vermeer op het standpunt gesteld dat de algemene voorwaarden niet bereikbaar waren/zijn. Het had op Mobelli’s weg gelegen om - in het geval dat de inhoud van de algemene voorwaarden voor haar van belang was - de toegankelijkheid van die algemene voorwaarden via de in de overeenkomst vermelde tekstregel
ten tijde van de totstandkoming van die overeenkomstte controleren en die algemene voorwaarden desgewenst op te slaan. Op dit moment kan niet meer worden gecontroleerd of de tekstregel óók voor of bij het sluiten van de overeenkomst al niet naar de algemene voorwaarden leidde. Mobelli lijkt dat te bedoelen (“de tekstregel werkte en werkt bovendien niet”), maar zij stelt niet dat zij dat destijds daadwerkelijk heeft gecontroleerd. Mobelli wordt evenmin gevolgd in haar standpunt, dat het in een overeenkomst opnemen van een tekstregel die naar de algemene voorwaarden verwijst, niet in lijn zou zijn met het bepaalde in artikel 6:230c lid 3 BW. Artikel 6:234 lid 2 BW voorziet immers expliciet in de mogelijkheid voor Dura Vermeer om voor de totstandkoming van de overeenkomst aan Mobelli bekend te maken op welke vindplaats van de voorwaarden langs elektronische weg kan worden kennisgenomen.