[persoon A] heeft verzocht – na wijzigingen – bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, [bedrijf B] te veroordelen:
I. tot betaling van de transitievergoeding ten bedrage van € 32.690,83 bruto;
II. tot betaling van een bedrag van € 15.281,26 bruto ter zake het nog resterende loon, het vakantiegeld en de 13e maand, te vermeerderen met 50% wettelijke verhoging over het voormelde bedrag;
III. tot betaling van een bedrag van € 5.085,24 netto ter zake de nog niet aan [persoon A] uitbetaalde onkostenvergoeding;
IV. tot betaling van het bedrag dat gepaard gaat met de aan [persoon A] uit te betalen vakantie-uren (270,66 uur), te vermeerderen met 50% wettelijke verhoging over het voormelde bedrag;
V. tot afgifte van de jaaropgave over het jaar 2020, de loonspecificaties over de maanden april en mei 2021 alsook die ter zake de eindafrekening, zulks binnen zeven dagen na de beschikking, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag/dagdeel dat [bedrijf B] met de afgifte in gebreke blijft;
VI. tot betaling aan [persoon A] van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de voornoemde bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. in de kosten van deze procedure.