3.1 33B Wonen vordert bij dagvaarding om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Ten aanzien van gedaagde sub 1
de huurovereenkomst te ontbinden;
gedaagde sub 1 te veroordelen om het gehuurde te ontruimen en te verlaten met al het zijne/hare en de zijnen/haren en het gehuurde onder afgifte van de sleutels geheel ontruimd ter vrije beschikking van 3B Wonen te stellen en te laten;
gedaagde sub 1 hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan 3B Wonen van:
1. een bedrag van € 5.138,97, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.361,23 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
2. de nog te vervallen huurpenningen vanaf de maand maart 2021, thans bedragende € 441,40, of zoveel hoger als bij een wettelijke huurverhoging zou zijn toegelaten, per maand tot aan de datum van ontbinding van de huurovereenkomst;
3. als schadevergoeding wegens huurderving na ontbinding van de huurovereenkomst een bedrag van € 441,40, of zoveel hoger als bij een wettelijke huurverhoging zou zijn toegelaten, per maand (of gedeelte daarvan) dat gedaagden het gehuurde na ontbinding van de huurovereenkomst in gebruik houden;
Ten aanzien van gedaagde sub 2
gedaagde sub 2 hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling aan 3B Wonen van € 4.637,04, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.919,83 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
Ten aanzien van gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2
met veroordeling van gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2, hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten.