Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 40 uur, met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
- het vast grijpen van de fiets van die [naam slachtoffer] , waardoor die [naam slachtoffer] niet kon
wegfietsen en vervolgens
- het naar achteren gooien van die [naam slachtoffer] waardoor die [naam slachtoffer]
ten val kwam en
- het meermalen stompen en schoppen tegen het
hoofd van die [naam slachtoffer] , terwijl die [naam slachtoffer] op de grond lag
en
- het slaan, met een hard en/of zwaar
voorwerp tegen die [naam slachtoffer] .
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
Standpunt verdediging
Standpunt officier van justitie
Beoordeling
Conclusie
7..Motivering straf
De Raad ziet op dit moment risicofactoren op het domein agressie en vaardigheden, dit doordat hij is veroordeeld voor geweldsdelicten en op dit moment wordt verdacht van een (fors) geweldsdelict. De verdachte erkent dat hij het lastig vindt om zijn boosheid onder controle te houden, maar heeft hier de afgelopen maanden naar eigen zeggen ook stappen in gezet. De Raad is van mening dat de verdachte op de lange termijn gebaat is bij een behandeling gericht op het omgaan met emoties en het verwerken van ingrijpende gebeurtenissen uit het verleden. Het is hierbij van belang dat de verdachte hier zelf intrinsiek voor gemotiveerd raakt. De Raad heeft een geheel voorwaardelijke jeugddetentie overwogen gezien de ernst van het delict, het letsel van het slachtoffer en de eerdere veroordeling naar aanleiding van geweldsdelicten. De Raad ziet echter ook dat de verdachte stappen heeft gemaakt in zijn leven en sinds de veroordeling in januari 2021 niet meer in aanraking is gekomen met de politie vanwege het plegen van een strafbaar feit. Gezien deze ontwikkelingen en vanuit het pedagogische perspectief acht de Raad, indien de verdachte schuldig bevonden wordt, een geheel voorwaardelijke werkstraf op dit moment het meest passend voor de verdachte.
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
werkstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) uurte verrichten werkstraf resteert;
18 (achttien) dagen;
van € 3.917,77 (zegge: drieduizend negenhonderdzeventien en zevenenzeventig eurocent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 3.917,77 (zegge: drieduizend negenhonderdzeventien en zevenenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
openlijk, te weten, kruising Jacob-Catsland -Rembrandtlaan, in elk geval op of aan
de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon te weten [naam slachtoffer] door
- het vast grijpen van de fiets van die [naam slachtoffer] , waardoor die [naam slachtoffer] niet kon wegfietsen en/of (vervolgens)
- het naar achteren gooien en/of trekken van die [naam slachtoffer] waardoor die [naam slachtoffer] ten val kwam en/of
- het één of meermalen slaan/stompen en/of trappen/schoppen op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [naam slachtoffer] , terwijl die [naam slachtoffer] op de grond lag en/of
- het één of meermalen slaan, met een knuppel, althans een hard en/of zwaar voorwerp op/tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] , terwijl die [naam slachtoffer] op de grond lag.