ECLI:NL:RBROT:2021:10677

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
5 november 2021
Zaaknummer
C/10/612115 / HA ZA 21-81
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde brandstofkosten door Heli Holland aan BP

In deze zaak vordert Heli Holland Offshore B.V. terugbetaling van een bedrag van € 231.396,24 dat zij aan BP Europa SE heeft betaald voor brandstofleveringen op vliegveld Den Helder. Heli Holland stelt dat zij dubbel heeft betaald, zowel aan BP als aan CHC Helicopters Netherlands B.V., die de feitelijke betankingen uitvoerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst bestond tussen Heli Holland en BP, die al voor de brandstofleveringen op vliegveld Den Helder was gesloten. De rechtbank oordeelt dat Heli Holland niet onverschuldigd heeft betaald, omdat de kosten die BP in rekening heeft gebracht, voortvloeien uit de bestaande overeenkomst en de voorwaarden die daarin zijn opgenomen. De rechtbank wijst de vorderingen van Heli Holland af en veroordeelt haar in de proceskosten van BP, die zijn begroot op € 9.182,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak is gedaan op 6 oktober 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/612115 / HA ZA 21-81
Vonnis van 6 oktober 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HELI HOLLAND OFFSHORE B.V.,
gevestigd te Emmer-Compascuum,
eiseres,
advocaat mr. R. Klarus te Emmen,
tegen
de Europese naamloze vennootschap
BP EUROPA SE, MEDE H.O.D.N. BP EUROPA SE - BP NL,
gevestigd te Hamburg (Duitsland), mede kantoorhoudende te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Jacobs te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Heli Holland en BP genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 januari 2021, met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 7;
  • de brief van de rechtbank van 20 april 2021, waarin partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling;
  • de brief van de rechtbank van 29 april 2021 met een zittingsagenda;
  • de bij brief en faxbrief van 12 mei 2021 door Heli Holland toegezonden productie 9;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 28 mei 2021 en de spreekaantekeningen van de advocaten;
  • de bij brief en e-mail van 12 juli 2021 door BP toegezonden reactie op het proces-verbaal.
1.2.
Heli Holland heeft op 26 mei 2021 producties 10 tot en met 14 ingediend. Diezelfde dag heeft BP bezwaar gemaakt tegen het toevoegen van deze producties aan het procesdossier omdat ze te laat zijn ingediend en BP daardoor onvoldoende gelegenheid heeft gehad hierop adequaat te reageren. Dit bezwaar is ter zitting gehonoreerd, zodat deze producties geen onderdeel zijn geworden van het procesdossier.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Heli Holland verricht helikoptervluchten voor de offshore markt. BP houdt zich bezig met onder meer de verkoop van brandstoffen.
2.2.
BP heeft op 3 januari 2008 een
Air BP FlightCard Contractaan Heli Holland gestuurd, met in de begeleidende tekst onder meer:
“We write to confirm that on your acceptance of the terms set out in this letter we shall be pleased to issue you with the Air BP Aviation Fuel Card(s), hereafter referred to as "Air BP FlightCard(s)":
[…]
These terms and conditions are applicable to the card(s) as mentioned in the addendum to this agreement.”
2.3.
Heli Holland heeft het
Air BP FlightCard Contractop 14 januari 2008 ondertekend. Hierin is, voor zover relevant, bepaald:
1. Use
Presentation of an Air BP FlightCard at locations where a supplier accepting the Air BP FlightCard is represented will entitle you or your representatives to charge purchases of aviation fuel.
Your Air BP Flightcard is endorsed ‘FUEL ONLY’, so you may only purchase aviation fuel
with it.
Unless you advise us otherwise, any pilot of any aircraft to which the BP Flightcard relates will be deemed to be an authorised user.

2..Validity

Suppliers are instructed that aviation fuel and other goods and services are only to be
delivered against a valid Air BP FlightCard. A valid card is one in respect of which:
no notice of cancellation or other ground of invalidity has been given by us to the supplier in question,
the expiry date on the card has not passed, and
the registration number on the card corresponds to that on the aircraft in respect of which the aviation fuel is procured.

3..Minimum usage

To qualify for an Air BP FlightCard the minimum fuel quantity per customer per calendar
year is 750 liters. At the end of each calendar year your volume will be assessed. When the
target of 750 liters has not been met we preserve the right to cancel your card(s). Also, we
will charge you a fee of € 65,00 excluding VAT for administrative cost.
[…]

5..Prices

The following prices shall apply to purchases of aviation fuel made with the Air BP FlightCard:
the published Air BP FlightCard price (where one exists) or the posted airfield price,
any duties, taxes and charges of whatever nature applicable to the supplythereofand levied by the supplier or any other party, at the time of sale.
We shall send you all supporting invoices in so far as received from the supplier, every week
detailing all purchases charged with the Air BP FlightCard which have not been previously brought into account. The invoices will be sent to the address set out at the beginning of this letter and marked for the attention of HELI-HOLLAND OFFSHORE B.V.

6..Payment and Interest

You shall settle each invoice in full in the currency of billing. […]
You shall complete and sign an instruction to your bank in a form acceptable to us
authorizing your bank to debit your account with amounts due to us and to make such
payments to us. If at any time you cancel such instruction to your bank, you shall
immediately inform us in writing.
You will receive invoices as provided in paragraph (4) above showing the amount to be
debited. On the 7th day following the date of the invoice, unless we have received from you
in writing an inquiry relating to any amount shown on such invoice, we will instruct your
bank to debit the full amount shown on the invoice.”
2.4.
Heli Holland maakt voor haar helikoptervluchten al vele jaren onder meer gebruik van vliegveld Den Helder. Zij heeft daar een vaste hangar en tankt haar helikopters er regelmatig. BP is in 2012 brandstofleverancier op vliegveld Den Helder geworden. Daarvoor was dit ExxonMobil.
2.5.
BP tankt de helikopters van Heli Holland op dit vliegveld niet zelf, maar laat dit doen door CHC Helicopters Netherlands B.V. (hierna: CHC). CHC brengt aan BP voor deze dienst kosten in rekening, die BP aan haar klant doorbelast onder de naam
into-plane fee. BP heeft de
into-plane feeop de facturen vermeld, zoals op die van 10 en 17 november 2020 aan Heli Holland:
“Price Currency & UOM Fuel Cost & Charge Description
[…]
96,00000 EUR/M3 Intoplane Fee”
2.6.
Deze facturen heeft Heli Holland steeds zonder protest betaald tot 18 juli 2019, toen Heli Holland voor het eerst tegen het factureren van de
into-plane feebezwaar heeft gemaakt bij BP. CHC berekende aan Heli Holland
basic handling chargesvoor bepaalde werkzaamheden, waaronder volgens de specificaties van CHC
refueling. Heli Holland heeft bij zowel BP als CHC geprotesteerd tegen het in haar ogen dubbel berekenen van de
into-plane fee.

3..Het geschil

3.1.
Heli Holland vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat BP ten onrechte een
into-plane feebij Heli Holland in rekening heeft gebracht en brengt en dat BP het in rekening brengen van de
into-plane feebij Heli Holland dient te staken en gestaakt te houden;
BP veroordeelt tot betaling aan Heli Holland binnen 8 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, zulks tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, van een bedrag van € 231.396,24 in hoofdsom vermeerderd met al hetgeen Heli Holland vanaf oktober 2020 onverschuldigd aan BP heeft voldaan, althans een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten;
BP veroordeelt in de kosten van dit geding, alsmede de nakosten volgens het liquidatietarief, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na-)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Heli Holland legt aan haar vordering tot terugbetaling van de
into-plane feede onverschuldigde betaling van artikel 6:203 BW ten grondslag (“
Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen”).
3.3.
Heli Holland voert daartoe aan dat zij BP € 231.396,24 aan
into-plane feeheeft betaald en dat een rechtsgrond daarvoor ontbrak. Volgens Heli Holland is zij nooit met BP overeengekomen dat zij haar moet betalen voor het feitelijk betanken van de helikopters, dat bovendien niet door BP maar door CHC wordt gedaan en waarvoor zij CHC ook al betaalt. Het
Air BP FlightCard Contractis volgens Heli Holland niet van toepassing op vliegveld Den Helder omdat dit nergens uit blijkt. Ook is niet voldaan aan de daarin genoemde vereisten dat aan haar helikopters een
BP FlightCardis gekoppeld en dat deze bij het tanken wordt getoond.
3.4.
BP concludeert, samengevat, tot niet-ontvankelijk verklaring van Heli Holland in haar vorderingen, althans tot ontzegging daarvan, met veroordeling van Heli Holland in de kosten van de procedure, onder de bepaling dat: (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, en (ii) voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt de proceskosten dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van Heli Holland in de nakosten van € 157,00, dan wel, indien betekening plaatsvindt, van € 239,00.
3.5.
BP betwist niet dat Heli Holland haar de
into-plane feeheeft betaald, maar wel - onder verwijzing naar het
Air BP FlightCard Contract- dat de rechtsgrond voor die betaling ontbrak. Ook heeft BP gesteld dat de vorderingen van Heli Holland sinds medio 2014 zijn verjaard.
3.6.
Volgens BP is artikel 5 van het
Air BP FlightCard Contractde rechtsgrond voor de betaling van de
into-plane fee.Dat zij op dit vliegveld niet van Heli Holland eist dat de
Air BP FlightCardwordt getoond of dat aan alle helikopters een kaart is gekoppeld maakt dat niet anders. BP heeft hiertoe aangevoerd dat het gaat om een klein vliegveld waar Heli Holland vaste klant is.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.
Omdat BP in Duitsland gevestigd is zal de rechtbank eerst ambtshalve beoordelen of zij internationaal bevoegd is om over de vorderingen te oordelen en zo ja, welk recht daarop van toepassing is.
4.2.
De verschijning van BP geldt – nu zij zich niet heeft beroepen op gebrek aan rechtsmacht van de Nederlandse rechter of onbevoegdheid van deze rechtbank – als een stilzwijgende aanvaarding van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter (artikel 26 lid 1 Brussel I bis-Verordening). De rechtbank Rotterdam is dus internationaal bevoegd om van de vorderingen van Heli Holland kennis te nemen.
4.3.
Partijen hebben zich beiden in de processtukken uitdrukkelijk beroepen op bepalingen uit het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, waarmee zij een stilzwijgende rechtskeuze voor Nederlands recht hebben gemaakt (artikel 14 lid 1 Rome II Verordening in verbinding met artikel 3 lid 1 Rome I-Verordening).
4.4.
Concluderend: de rechtbank Rotterdam is bevoegd kennis te nemen van de vorderingen en past Nederlands recht toe.
Heeft Heli Holland deinto-plane fee
onverschuldigd aan BP betaald?
4.5.
Het is aan Heli Holland om te stellen en zo nodig te bewijzen dat zij de
into-plane fee(i) aan BP heeft betaald (ii) zonder dat daarvoor een rechtsgrond was. BP heeft niet betwist dat Heli Holland de
into-plane feeheeft betaald, zodat dit vast is komen te staan en alleen de vraag naar het ontbreken van de rechtsgrond voor die betaling resteert.
4.6.
Heli Holland heeft zich in de dagvaarding op het standpunt gesteld dat de rechtsgrond voor de
into-plane feeontbreekt omdat - kort gezegd - het
Air BP FlightCard Contractniet geldt op vliegveld Den Helder. Tegelijkertijd staat echter vast dat Heli Holland sinds 2012 brandstof van BP heeft afgenomen, waarvoor een rechtsgrond moet hebben bestaan. Ter zitting heeft Heli Holland betoogd dat de rechtsgrond voor deze brandstofafnames moet worden gevonden in ‘losse’ overeenkomsten met BP die telkens tot stand komen als zij op vliegveld Den Helder tankt.
4.7.
Tussen partijen staat vast dat zij het
Air BP FlightCard Contractniet expliciet van toepassing hebben verklaard op de brandstofleveringen op vliegveld Den Helder. Een overeenkomst heeft echter niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien (artikel 6:248 lid 1 BW).
4.8.
Dat Heli Holland per tankbeurt een nieuwe overeenkomst met BP heeft gesloten zou betekenen dat zij sinds 2012 op dezelfde manier heeft getankt als een willekeurige voorbijganger die sporadisch gebruik maakt van vliegveld Den Helder. Dit standpunt verdraagt zich niet met de gewoontes van partijen, die al voor 2012 bestonden en door hen zijn voortgezet op vliegveld Den Helder.
Achtergrond samenwerking Heli Holland met BP en met vliegveld Den Helder
4.9.
BP is brandstofleverancier op diverse vliegvelden in Europa, en Heli Holland maakt al jaren gebruik van de diensten van BP op die vliegvelden. In 2008 hebben partijen het
Air BP FlightCard Contractgesloten. Heli Holland en BP zijn het er in wezen over eens dat op basis van het
Air BP FlightCard Contractkaarten door BP zijn afgegeven aan Heli Holland en dat wie een
Air BP Flight Cardtoont op krediet brandstof van BP kan kopen.
4.10.
Voorts staat vast dat Heli Holland voor haar helikoptervluchten al vele jaren gebruik maakt van vliegveld Den Helder. Zij heeft daar een vaste hangar en tankt haar helikopters er regelmatig. In 2012, dus vier jaar nadat partijen het
Air BP FlightCard Contracthebben gesloten, is BP brandstofleverancier op vliegveld Den Helder geworden. Sindsdien maakt Heli Holland ook op dit vliegveld gebruik van de diensten van BP. Tussen partijen staat vast dat zij in 2012 geen (nadere) afspraken hebben gemaakt. BP heeft aangevoerd dat dit niet vreemd is omdat zij toen zij op vliegveld Den Helder brandstofleverancier werd met geen enkele afnemer van brandstof afspraken heeft gemaakt. Heli Holland heeft dit niet weersproken, zodat hiervan uit wordt gegaan. De reden dat BP geen afspraken heeft gemaakt is volgens haar dat zij met al deze partijen al een overeenkomst had als gevolg van het feit dat zij ook allemaal al op andere vliegvelden brandstof van BP afnamen. Zo ook Heli Holland.
4.11.
Heli Holland was dus op vliegveld Den Helder geen willekeurige voorbijganger, maar vaste klant en al geruime tijd bekend met BP en haar werkwijze. Tussen partijen bestond al een overeenkomst op grond waarvan Heli Holland op krediet brandstof kon afnemen van BP.
Gedragingen van partijen sinds 2012
4.12.
Ook is relevant hoe partijen zich op vliegveld Den Helder sinds 2012 ten opzichte van elkaar hebben gedragen. Belangrijk voor die beoordeling is ten eerste dat Heli Holland niet per tankbeurt afrekende, maar dat BP maandelijks een verzamelfactuur stuurde. Heli Holland kocht de brandstof dus op krediet. BP heeft voorts aangevoerd dat Heli Holland op een lijst met vaste klanten staat die zij CHC heeft gegeven, als gevolg waarvan zonder verdere vereisten de per helikopter getankte brandstof achteraf werd gefactureerd. Die facturen heeft Heli Holland voldaan middels een automatische incassomachtiging die zij ten gunste van BP heeft afgegeven. Alle drie de onderdelen van deze handelwijze (tanken op krediet, facturering achteraf mogelijk gemaakt door de vaste klantenlijst, betaling middels een automatische incassomachtiging) passen niet bij een status als willekeurige voorbijganger maar bij de privileges van een vaste klant. Dit wordt bevestigd door het - onbetwiste - standpunt van BP dat het weliswaar mogelijk is voor partijen die geen overeenkomst met haar hebben brandstof van haar af te nemen, maar dat deze partijen meteen na het tanken moeten afrekenen.
4.13.
Ook is niet in geschil dat BP jaar in jaar uit rekeningen heeft verzonden op dezelfde manier als Exxon Mobil tevoren deed en dat deze jaar in jaar uit door Heli Holland zijn voldaan zonder protest. Volgens BP werkte eerder ook Exxon Mobil met CHC en wijzigde voor de klant in 2012 alleen de naam op de factuur. Heli Holland heeft verklaard dat er niets veranderde toen BP in 2012 de rol van brandstofleverancier op vliegveld Den Helder overnam. Heli Holland heeft de door BP gestelde gang van zaken niet betwist, zodat daarvan uit wordt gegaan.
4.14.
De stelling van Heli Holland dat het
Air BP FlightCard Contractniet de rechtsgrond voor de brandstofleveringen is omdat zij niet telkens een
Air BP FlightCardhoeft te tonen die aan de betreffende helikopter is gekoppeld om op krediet te mogen betalen, legt geen gewicht in de schaal. Tussen partijen staat vast dat dit vereiste van het
Air BP FlightCard Contractin de praktijk nauwelijks werd nageleefd omdat partijen met elkaar bekend waren. Gesteld noch gebleken is dat Heli Holland ooit tegen deze gang van zaken heeft geprotesteerd of BP heeft verzocht
Air BP FlightCardste koppelen aan de helikopers die deze nog niet hadden. Ook staat tussen partijen vast dat Heli Holland slechts op een beperkt aantal vliegvelden, waar zij niet bekend is, de
Air BP Flight Cardtoont. Partijen hebben dus de gewoonte ontwikkeld dat de
Air BP Flight Cardniet hoeft te worden getoond op vliegvelden waar Heli Holland vaste klant is. Bij het overnemen van de brandstofleveringen op vliegveld Den Helder in 2012 mocht BP ervan uitgaan dat deze partijgewoonte ook daar zou gelden.
HetAir BP FlightCard Contract
is ook van toepassing op brandstofleveringen in Den Helder
4.15.
Uit het bovenstaande volgt, kortom, dat partijen op vliegveld Den Helder op basis van een reeds bestaande overeenkomst hebben gehandeld. Zij hebben hun op andere vliegvelden bestaande praktijk voortgezet. Gesteld noch gebleken is dat tussen partijen een andere overeenkomst bestaat dan het
Air BP FlightCard Contract. Heli Holland mocht er dan ook niet op vertrouwen dat zij, terwijl zij al een overeenkomt met BP had, in 2012 op dezelfde voet met BP verder kon gaan op vliegveld Den Helder zonder dat de brandstofleveringen op dat vliegveld óók onder die overeenkomst plaatsvonden.
4.16.
De rechtbank stelt op bovenstaande gronden vast dat het
Air BP FlightCard Contractook van toepassing is op de brandstofleveringen op vliegveld Den Helder.
Biedt hetAir BP FlightCard Contract
een rechtsgrond voor deinto-plane fee
?
4.17.
De vraag die vervolgens dient te worden beantwoord, is of in deze overeenkomst ook de rechtsgrond voor de betaling van de
into-plane feewordt gevonden.
4.18.
Artikel 5 van het
Air BP FlightCard Contractluidt:
“The following prices shall apply to purchases of aviation fuel made with the Air BP FlightCard:
the published Air BP FlightCard price (where one exists) or the posted airfield price,
any duties, taxes and charges of whatever nature applicable to the supplythereofand levied by the supplier or any other party, at the time of sale.”
4.19.
Kort gezegd en voor zover relevant: op brandstofaankopen met de
Air BP FlightCardzijn, naast de brandstofprijs, ook kosten die verband houden met de levering ervan die op het moment van de verkoop worden geheven door de leverancier of een andere partij van toepassing. De kosten berekend door CHC aan BP voor het betanken van de helikopters vallen hieronder. Op grond van dit artikel kan BP deze
into-plane feebij Heli Holland dus in rekening brengen. Zoals hiervoor overwogen doet het feit dat Heli Holland de
Air BP FlightCardin weerwil van de bewoordingen van de overeenkomst in de praktijk niet hoefde te laten zien om in Den Helder brandstof op krediet te kunnen kopen daar niet aan af.
Conclusie
4.20.
Op grond van het bovenstaande stelt de rechtbank vast dat de rechtsgrond voor de betaling van de
into-plane feevan Heli Holland aan BP artikel 5 van het
Air BP FlightCard Contractis. Heli Holland heeft de
into-plane feedan ook niet onverschuldigd aan BP betaald. De vorderingen van Heli Holland zullen daarom worden afgewezen. De overige stellingen en verweren van partijen, waaronder het verjaringsverweer van BP, behoeven geen beoordeling meer.
Proceskosten
4.21.
Heli Holland zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten aan de zijde van BP worden veroordeeld, tot op heden begroot op:
griffierecht € 4.200,00
salaris advocaat
€ 4.982,00(2,0 punten × tarief VI € 2.491,00) +
totaal € 9.182,00.
4.22.
Heli Holland zal, nu BP daarom onbestreden heeft verzocht, worden veroordeeld tot de wettelijke rente over de toegewezen proceskosten en tot vergoeding van nakosten.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Heli Holland af,
5.2.
veroordeelt Heli Holland in de proceskosten, aan de zijde van BP tot op heden begroot op € 9.182,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Heli Holland in de na dit vonnis aan de zijde van BP ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Heli Holland niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Harting en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2021. 1885/3510