ECLI:NL:RBROT:2021:10663

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juli 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
9200565 VZ VERZ 21-7948
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst door werkgever afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure tussen XFluence Interim Services B.V. en [verweerder]. XFluence, een uitleenbureau dat zich richt op detachering in de IT- en financiële sector, heeft een voorwaardelijk verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 12 oktober 2015 in dienst was als Account Manager/Resource Officer. XFluence stelde dat er sprake was van (ernstig) verwijtbaar handelen van [verweerder], een verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren, en verzocht om ontbinding zonder opzegtermijn en om geen transitievergoeding toe te kennen.

De mondelinge behandeling vond plaats op 25 mei 2021, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van XFluence onvoldoende was onderbouwd. XFluence had niet duidelijk en gemotiveerd aangetoond dat de specifieke ontbindingsgronden voldaan waren. De kantonrechter benadrukte dat het niet de taak van de rechter is om zelfstandig naar onderbouwing te zoeken. Bovendien werd vastgesteld dat er geen bewijs was dat [verweerder] ernstig verwijtbaar had gehandeld of dat er sprake was van disfunctioneren, aangezien XFluence geen personeelsdossier had bijgehouden.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van XFluence afgewezen en XFluence veroordeeld in de proceskosten. Het voorwaardelijk ingediende tegenverzoek van [verweerder] tot toekenning van vergoedingen werd niet meer besproken, aangezien het verzoek tot ontbinding was afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9200565 VZ VERZ 21-7948
uitspraak: 30 juli 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
XFluence Interim Services B.V.,
gevestigd te Haarlemmermeer,
verzoekster,
tevens verweerster ingevolge de tegenverzoeken,
gemachtigde: mr. drs. C.N. Smidt te Rotterdam,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats verweerder],
verweerder,
tevens verzoeker ingevolge de tegenverzoeken,
gemachtigde: mr. W.H.F.L. Rademakers te Dongen.
Partijen worden hierna aangeduid als “XFluence” en “[verweerder]”.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Van de volgende processtukken is kennisgenomen:
  • het verzoekschrift ex artikel 7:671b BW, ontvangen op 26 april 2021;
  • het verweerschrift, tevens houdende tegenverzoeken, met een productie, ontvangen op
  • de tijdens de mondelinge behandeling aan de zijde van XFluence overgelegde spreekaantekeningen.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 25 mei 2021. De zitting heeft op verzoek van XFluence en met instemming van [verweerder] gelijktijdig plaatsgevonden met de mondelinge behandeling in de dagvaardingsprocedure tussen [verweerder] en [verweerder] Holding enerzijds en XFluence anderzijds met zaaknummer 9063624 CV EXPL 21-8491.
Namens XFluence is [naam], directeur, verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Namens [verweerder] was daarbij aanwezig zijn gemachtigde voornoemd.
Partijen hebben hun standpunten (nader) doen toelichten door hun respectieve gemachtigden, XFluence aan de hand van spreekaantekeningen, die door haar gemachtigde zijn overgelegd. Van hetgeen ter mondelinge behandeling is verhandeld heeft de griffier aantekening gehouden.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking nader bepaald op heden.

2..De feiten

In deze procedure wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
XFluence is een uitleenbureau, dat zich (in het bijzonder) richt op detachering van werknemers in met name de IT- en financiële sector.
2.2
[verweerder], geboren op 10 februari 1976, is op 12 oktober 2015 voor onbepaalde tijd bij XFluence in dienst getreden in de functie van Account Manager/Resource Officer.
Het salaris van [verweerder] bedroeg laatstelijk € 5.854,40 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.

3..Het verzoek en de grondslag daarvan

3.1
Het voorwaardelijke verzoek strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op een zo kort mogelijke termijn, voor zover in voormelde dagvaardingsprocedure komt vast te staan dat die overeenkomst nog bestaat, wegens (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder], een verstoorde arbeidsverhouding, disfunctioneren dan wel wegens een combinatie van omstandigheden, een en ander als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub e respectievelijk sub g, d en i BW, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
XFluence heeft primair verzocht om geen rekening te houden met de opzegtermijn en subsidiair om bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met de duur van de procedure gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van de beschikking.
Verder heeft XFluence primair verzocht om te bepalen dat [verweerder] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dat hij daarom geen recht heeft op een transitievergoeding. Subsidiair heeft XFluence verzocht, voor zover niet wordt geoordeeld dat [verweerder] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld, te bepalen dat [verweerder] ten hoogste recht heeft op een transitievergoeding van € 11.024,00 bruto, een en ander met eventuele matiging van deze vergoeding, door XFluence in termijnen gedurende maximaal zes maanden te voldoen. Indien een transitievergoeding wordt toegekend, wenst XFluence in de gelegenheid te worden gesteld om (onder andere) het verzoek in te trekken.
Voor zover in voormelde dagvaardingsprocedure komt vast te staan dat er geen arbeidsovereenkomst meer bestaat, wordt verzocht om XFluence niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek.
3.2
Aan dit voorwaardelijke verzoek heeft XFluence - zakelijk weergegeven en voor zover van belang - het volgende ten grondslag gelegd:
3.2.1
Samengevat is er een door [verweerder] in drie instanties aangebracht rechtsgeschil ontstaan tussen partijen over de vraag of er nog sprake is van een arbeidsovereenkomst dan wel of hiervoor in de plaats een aandeelhouderschap dan wel partnerschap is gekomen. XFluence stelt zich op het standpunt dat zij op 28 juni 2018 mondeling gemaakte afspraken tussen partijen heeft bevestigd en in plaats van loon, management fee betaalde. Dit in samenhang met het door [verweerder] beoogde zelfstandig ondernemerschap en (winst)aandeel in XFluence. Meer dan 1,5 jaar lang werd feitelijk uitvoering gegeven aan de op voormelde datum bevestigde afspraken, met dien verstande dat [verweerder] mettertijd niet goed meer te bereiken viel, gemaakte (werk)afspraken niet werden nagekomen, [verweerder] niet open stond voor gesprekken en/of het realiseren van verbeteringen omtrent zijn functioneren en/of [verweerder] naliet om afgesproken taken naar behoren uit te voeren. Voorstellen om te komen tot mediation en/of een schikking werden steeds door [verweerder] afgewezen. Ondertussen werd XFluence in de procedures betrokken en maken partijen elkaar over en weer niet te overkomen verwijten. Gelet hierop kan van XFluence redelijkerwijs niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst dient daarom te worden ontbonden.
3.2.2
Herplaatsing van [verweerder] in een andere passende functie is niet mogelijk. Er zijn geen passende functies beschikbaar. Voor toekenning van een transitievergoeding aan [verweerder] bestaat geen aanleiding. [verweerder] heeft (ernstig) verwijtbaar gehandeld.

4..Het verweer en de tegenverzoeken en de reactie daarop van XFluence

4.1
Het verweer strekt tot het niet-ontvankelijk verklaren van XFluence in haar ontbindingsverzoek dan wel het verzoek af te wijzen, kosten rechtens. In het geval van toewijzing van het ontbindingsverzoek heeft [verweerder] verzocht om toekenning bij, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking van een transitievergoeding van € 12.471,58, een cumulatievergoeding van € 6.235,79 en een billijke vergoeding van € 25.000,00 aan [verweerder] ten laste van XFluence, kosten rechtens.
4.2
Hiertoe heeft [verweerder] - zakelijk weergegeven en voor zover van belang - het volgende aangevoerd:
4.2.1
De diverse ontbindingsgronden zijn onvoldoende afzonderlijk, specifiek en concreet onderbouwd. Er is dan ook geen sprake van voldragen ontslaggronden.
4.2.2
Van (ernstig) verwijtbaar handelen is geen enkele sprake. [verweerder] heeft in de uitoefening van zijn werkzaamheden geen fouten gemaakt en heeft zich ook niet jegens XFluence misdragen. [verweerder] is ook nooit gewaarschuwd. XFluence heeft niets overgelegd (bijvoorbeeld een verslag van een beoordelings- of functioneringsgesprek) waaruit het tegendeel blijkt. [verweerder] valt niets te verwijten.
4.2.3
Er is geen sprake van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer van XFluence kan worden gevergd. Partijen verschillen slechts van mening over de kwalificatie van hun rechtsverhouding. [verweerder] is alleen voor zijn rechten opgekomen. Indien het geschil is beslecht, bestaat er voor XFluence geen reden meer om niet met [verweerder] verder te gaan. XFluence heeft niets ondernomen om de volgens haar bestaande verstoring van de arbeidsverhouding op te lossen.
4.2.4
Ook is geen sprake van disfunctioneren. [verweerder] is daar ook nooit schriftelijk op gewezen en XFluence heeft hem ook geen verbetertraject aangeboden.
4.2.5
Een andere grond die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt is evenmin aanwezig. Ook de “i-grond” is niet afzonderlijk toegelicht door XFluence.
Herplaatsing is nooit onderwerp van gesprek geweest, terwijl herplaatsing in een passende functie wel mogelijk is. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen, een verstoorde arbeidsverhouding, disfunctioneren dan wel een combinatie van omstandigheden moet gelet op het voorgaande worden afgewezen.
4.2.6
Indien de arbeidsovereenkomst toch zal worden ontbonden dient aan [verweerder] een transitievergoeding van € 12.471,58 en een billijke vergoeding van € 25.000,00 te worden toegekend. Er is geen enkele reden om de transitievergoeding aan [verweerder] te onthouden. Hij heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld jegens XFluence. Voor zover de ontbinding wordt toegewezen op de “i-grond”, maakt [verweerder] aanspraak op de maximale cumulatievergoeding van € 6.235,79, nu de afzonderlijke ontbindingsgronden slechts in beperkte mate zijn voldragen. [verweerder] maakt aanspraak op voormelde billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen door XFluence. De ontbinding is immers terug te voeren op de wens van XFluence, louter omwille van haar eigen financiële voordeel, om te komen tot een andere juridische en fiscale etikettering van het werk van [verweerder]. [verweerder] had daar geen enkel voordeel bij. Hij is er in financieel opzicht alleen maar in hoge mate op achteruit gegaan. XFluence heeft vanaf februari 2020 niet meer aan haar loonbetalingsverplichting voldaan, met alle gevolgen voor [verweerder] van dien.
4.3
Het verweer van XFluence strekt tot afwijzing van de door [verweerder] verzochte vergoedingen, althans tot matiging daarvan. XFluence heeft niet verwijtbaar gehandeld jegens [verweerder].

5..De beoordeling

5.1
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen (voorwaardelijk) moet worden ontbonden op grond van artikel 7:671b lid 1 BW voor het geval die arbeidsovereenkomst (nog steeds) bestaat. Nu in het (gelijktijdig met de onderhavige beschikking gewezen) vonnis van de kantonrechter van 30 juli 2021 in voormelde dagvaardingsprocedure met zaaknummer 9063624 CV EXPL 21-8491 is geoordeeld dat dat het geval is, wordt toegekomen aan de beoordeling van dit (ontbindings)verzoek. Ingevolge artikel 7:671b lid 1, aanhef en onder a, BW gelezen in samenhang met artikel 7:669 lid 1 BW kan de kantonrechter op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Vaststaat dat geen sprake is van strijd met enig opzegverbod zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 2 BW.
5.2
De wetgever heeft (ernstig) verwijtbaar handelen van de werknemer, een verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren als redelijke gronden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst aangemerkt. Dat is bepaald in artikel 7:669 lid 3, aanhef en onder e, g en d, BW. In artikel 7:669 lid 3, aanhef en onder i, BW is bovendien bepaald dat er sprake kan zijn van een combinatie van omstandigheden genoemd in twee of meer van de gronden die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het verzoek van XFluence strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op die gronden.
5.3
De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek onvoldoende is onderbouwd. Het had op de weg van XFluence gelegen om voor iedere afzonderlijke ontbindingsgrond duidelijk en gemotiveerd te stellen dat die specifieke grond ertoe leidt dat redelijkerwijs niet van XFluence gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren en dat de arbeidsovereenkomst daarom ontbonden dient te worden. XFluence heeft dat echter niet gedaan, ook niet tijdens de mondelinge behandeling. Zij heeft slechts één algemene, voor alle vier de gestelde ontbindingsgronden geldende, toelichting gegeven. Het is niet de taak van de kantonrechter om in die algemene toelichting zelfstandig op zoek te gaan naar mogelijke aanknopingspunten die XFluence aan iedere afzonderlijke ontbindingsgrond ten grondslag gelegd zou kunnen hebben en die de betreffende ontbindingsgrond zou kunnen ondersteunen. Het voorgaande betekent dat de enkele algemene toelichting geen, althans onvoldoende onderbouwing kan leveren van de door XFluence verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
5.3.1
Overigens wordt nog overwogen dat XFluence niets heeft gesteld dat erop duidt dat [verweerder] ernstig verwijtbaar jegens haar heeft gehandeld. Het stond [verweerder] vrij om schikkingsvoorstellen die door XFluence zijn gedaan niet te accepteren en XFluence in rechte te betrekken. Van misbruik van recht is geen sprake. Integendeel.
In zowel het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 30 maart 2021 als in het voormelde vonnis van de kantonrechter van 30 juli 2021 is geoordeeld dat nog steeds sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen partijen en is [verweerder] (grotendeels) in het gelijk gesteld.
5.3.2
Voor wat betreft het gestelde disfunctioneren wordt nog overwogen dat uit artikel 7:669 lid 3, aanhef en onder d, BW volgt dat de arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden als er sprake is van ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken van de werknemer, mits de werkgever de werknemer hiervan tijdig in kennis heeft gesteld en hem in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer of voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer. Op geen enkele wijze is gesteld of gebleken dat aan deze vereisten is voldaan. XFluence heeft tijdens de zitting erkend dat er geen personeelsdossier werd bijgehouden.
5.4
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het verzoek wordt afgewezen. Daarmee behoeft het voorwaardelijk ingediende tegenverzoek van [verweerder] tot toekenning van een transitievergoeding, cumulatievergoeding en een billijke vergoeding geen bespreking meer.
5.5
Hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd, kan tot geen ander oordeel leiden en behoeft daarom geen (nadere) bespreking.
5.6
XFluence zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

6..De beslissing

De kantonrechter:
wijst het verzoek van XFluence af;
veroordeelt XFluence in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] vastgesteld op € 498,00 aan salaris voor zijn gemachtigde;
verklaart deze beschikking voor zover het de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
764