ECLI:NL:RBROT:2021:10644

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
10/031474-99
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na terugval in middelengebruik

Op 11 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 17 september 2001 onder toezicht staat. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag in 2000 vanwege ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en diefstal met geweld. De rechtbank ontving op 16 augustus 2021 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting werd behandeld. De ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en een deskundige van de instelling werden gehoord. De instelling adviseerde om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, ondanks een recente terugval in middelengebruik door de ter beschikking gestelde. Deze terugval leidde tot een tijdelijke terugplaatsing in de kliniek en intrekking van het transmuraal verlof. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de gebrekkige ontwikkeling van de ter beschikking gestelde een verlenging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, maar gaf aan dat er voor de volgende zitting een maatregelrapport van de reclassering gewenst is om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/031474-99
Datum uitspraak: 11 oktober 2021
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats ter beschikking gestelde] op [geboortedatum ter beschikking gestelde],
(formeel) verblijvende in Fivoor Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Kijvelanden te
Poortugaal (de inrichting),
raadsvrouw mr. A. L. Louwerse, advocaat te Haarlem.

1..Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 17 juli 2000 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting, meermalen gepleegd, diefstal
voorafgegaan van bedreiging met geweld, afpersing, brandstichting en diefstal door middel
van inklimming. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 17 september 2001.
Bij beslissing van deze rechtbank van 14 oktober 2020 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 16 augustus 2021 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 11 oktober 2021 behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsvrouw, en als deskundige [naam] werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 9 juli 2021, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Sinds 4 januari 2021 verblijft de ter beschikking gestelde zes dagen per week bij Fivoor De Blink Resocialisatie Rotterdam (verder De Blink) en overnacht hij één nacht per week in de kliniek. De start op De Blink was moeilijk voor hem, omdat hij begin januari ook zijn aangehouden verlengingszitting had, waarvoor de reclassering negatief adviseerde over voorwaardelijke beëindiging. De ter beschikking gestelde had last van achterdocht en boosheid naar de kliniek, De Blink en de F-RIBW, maar sprak hier open over wat hem hielp om de spanning te laten dalen. Het lukte hem na de verlengingsuitspraak om zich te richten op zijn verdere verblijf op De Blink en werken aan opbouw van resocialisatiepijlers.
Op 20 april 2021 is het transmuraal verlof ingegaan. Sindsdien verblijft hij volledig op De Blink en zijn de overnachtingen in het FPC stopgezet.
De ter beschikking gestelde is op 24 april 2021 verhuisd van de leefgroep naar de open meer-persoonsunit De Boeg. Hij geeft de indruk open te zijn over wat er in hem omgaat, houdt zich aan de afspraken en verlofvoorwaarden. De ter beschikking gestelde ontkent dat hij last heeft van zucht en het behandelteam heeft geen signalen van middelengebruik. Hij is gestart met schematherapie en traumabehandeling bij Fivoor Ambulant Centrum Rotterdam.
Het risico op seksuele recidive is boven gemiddeld, maar wordt voldoende gematigd door het huidige risicomanagement.
Het traject richt zich op toewerken via een trainingswoning met begeleiding vanuit De Blink naar zelfstandig wonen met ambulante begeleiding via een urgentiewoning in (omgeving van) Rotterdam. De Blink toetst hoe de heer Brouwer omgaat met toenemende vrijheden.
Op de terechtzitting gegeven verklaring/adviezen
De ter beschikking gestelde heeft verklaard dat hij 2,5 week geleden is teruggeplaatst naar de kliniek omdat hij een terugval heeft gehad. Hij heeft Ritalin geslikt, cocaïne gekocht en gebruikt en zich twee uur te laat gemeld bij De Boeg. Daar aangekomen heeft hij verteld over het cocaïnegebruik.
De deskundige heeft ter aanvulling onder meer verklaard dat de terugval in het gebruik van Ritalin en cocaïne en het ongeoorloofd afwezig zijn een ernstig vergrijp is en een hoge risicofactor is voor delictgedrag. De ter beschikking gestelde heeft verklaard dat hij de Ritalin al enige tijd in zijn scooter bewaarde en heeft dit en de spanningen die hij op dat moment ervoer niet bespreekbaar gemaakt. Het transmuraal verlof is ingetrokken. De ter beschikking gestelde zal een terugvaltherapie moeten volgen en het risicomanagement zal worden aangescherpt. Wellicht zal hij daarna eerst weer teruggaan naar De Blink en dan pas weer doorstromen naar De Boeg. Het Ministerie heeft besloten om het transmurale verlof in te trekken en er zal opnieuw transmuraal verlof moeten worden aangevraagd. Dit traject van hernieuwde aanvraag van transmuraal verlof zal drie tot zes maanden in beslag nemen.
De terugval kwam op het moment dat de kliniek bezig was met een aanvraag voor een aanpassing van het verlofplan voor de doorplaatsing naar een trainingswoning.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met een jaar en daarnaast verzocht de behandeling van de vordering aan te houden om de reclassering een maatregelrapport op te laten stellen over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zou kunnen plaatsvinden.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de kliniek en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Gelet op hetgeen is overwogen in de verlengingsbeslissingen van oktober 2020 en januari 2021 constateert de rechtbank dat, hoewel wenselijk geacht, er voor deze zitting geen maatregelrapport is opgemaakt.
De rechtbank ziet echter voor onderzoek naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, zoals door de raadsvrouw bepleit, op dit moment bij de huidige stand van zaken geen aanleiding. Er is sprake van een terugval in cocaïnegebruik, hetgeen heeft geleid tot tijdelijke terugplaatsing in de kliniek en intrekking van het transmurale verlof.
Wel acht de rechtbank het zeer wenselijk dat zij een maand voor de volgende verlengingszitting beschikt over een door de reclassering opgesteld maatregelrapport met betrekking tot de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de
dwangverpleging en de voorwaarden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één)jaar;
wijst afhet meer of anders gevorderde of verzochte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. L. Feraaune, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.